Les 1 G. Numeros 20 -100

¿Qué vamos a hacer?
Wat gaan we doen?

  • Los números hasta el cien (repaso)
  • De nummers tot honderd (herhalen)


Salamanca
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

¿Qué vamos a hacer?
Wat gaan we doen?

  • Los números hasta el cien (repaso)
  • De nummers tot honderd (herhalen)


Salamanca

Slide 1 - Slide

Los números hasta el cien
  • Je hebt de getallen t/m 20 geleerd. Weet je ze nog? 
  • Getallen van 16 t/m 29 vormen zicht door een i, je schrijft het getal aan elkaar
    (dieciséis, diecinueve, veintiséis,  veintisiete)
  • Vanaf 31 schrijf je alle getallen uit elkaar met de letter y in het midden. 
    (treinta y seis, cuaranta y dos, cincuenta y siete)

Het is dus belangrijk dat je de tientallen leert!




Op de volgende dia kan je luisteren naar de uitspraak 
van alle getallen t/m 100.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Los números hasta el cien

Slide 4 - Slide

Even oefenen!

Slide 5 - Slide

ocho is.....
A
vier
B
zes
C
acht
D
negen

Slide 6 - Quiz

cuarenta is....
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 7 - Quiz

dertig is...
A
setenta
B
quarenta
C
treinta
D
cinquenta

Slide 8 - Quiz

negentig is...
A
cinquenta
B
noventa
C
ochenta
D
sesenta

Slide 9 - Quiz

setenta y siete is...
A
27
B
67
C
76
D
77

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste vertaling?

siete - catorce- diecisiete- veintitrés- veintinueve- treinta y uno
A
7-14-17-23-29-31
B
7-40-17-23-28-31
C
7-4-17-32-29-31
D
6-14-17-25-29-31

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste vertaling?

siete - catorce- diecisiete- once - doce- cuatro- cinco
A
7-14-17-11-12-5-4
B
7-14-16-11-11-4-5
C
6-12-17-5-12-4-5
D
7-14-17-11-12-4-5

Slide 12 - Quiz

Werkblad les 1 

Slide 13 - Slide

Wil je de kleuren nog extra oefenen?

         Op de volgende dia vind je een site waarmee je extra kan oefenen!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Wil je verder tellen? 
Vanaf 21 ?

We beginnen met 21, 22, 23, 24

Zie volgende dia.

Slide 17 - Slide

Wil je nog verder tellen? 
Tot 100? 
Daarvoor moet je eerste de 10-tallen kennen: 10-20-30-40-50-60-70-80-90
Kijk naar de volgende dia's 
en de video.

Slide 18 - Slide

decenas (tientallen) 10 - 50
10 = diez 
20 = veinte 
30 = treinta
40 = cuarenta
50 = cincuenta

Slide 19 - Slide

EJEMPLOS

veintiuno
treinta y dos 
cuarenta y tres 
cincuenta y cuatro 
VOORBEELDEN 

21
32
43
54

Slide 20 - Slide

MÁS EJEMPLOS

sesenta y cinco
setenta y seis 
ochenta y siete 
noventa y ocho
MEER VOORBEELDEN 

65
76
87
98

Slide 21 - Slide

decenas 60 - 100
60 = sesenta 
70 = setenta 
80 = ochenta 
90 = noventa 
100 = ciento

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Kun je het?
Kun je tot 10 tellen? 
Kun je tot 20 tellen? 
Ken je de tientallen?
Kun je tot 30 tellen?
Kun je tot 100 tellen?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Video

EL
LA
LOS
LAS
libro
chicas
café
piscina
hotel
hoteles
ciudad
estación
chicos
ciudades
reloj
mesas

Slide 27 - Drag question