Les 30 havo/vwo

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

El programa de hoy: 

• Alle leerstof herhalen

Los días 

de la 

semana 

Maandag 

Dinsdag 

Woensdag 

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag 

Zondag 

Me gusta/ No me gusta

Me gusta (Ik hou van)                   No me gusta  (Ik hou niet van)     

Te gusta (jij houdt van)                No te gusta    (Jij houdt niet van)

Le gusta (Hij/Zij houdt van)        No le gusta ( Hij/ Zij houdt niet van)

1. Vertel dat je wiskunde leuk vindt

2.Vertel dat je Engels leuk vindt 

3. Vertel dat je Muziek niet leuk vindt

Schoolvakken
(Las asignaturas)

Los números ordinales blz. 23

Herhaal de getallen.

Wat is het verschil tussen, bijvoorbeeld,  segundo/segunda? 

La ____________ chica. (segundo of segunda?)

El ____________chico. ( segundo of segunda?)

Beantwoord de vragen (kijk in blz. 23)

1. ¿Cuál es tu asignatura favorita? 

2. ¿Qué tienes a primera hora el miércoles?

3. ¿Qué tienes a segunda  hora el miércoles ? 

4. ¿ Qué día es hoy? 

Cuál= Welk                                       Qué= Wat               Ik heb= Tengo

Asignatura= schoolvak               tienes= je hebt.   Mijn= Mi

Ga naar blz. 23 opdracht 10

Stel je voor dat het rooster van blz. 23 je rooster is. Schrijf op: 

1. Schrijf ' Wat heb je in het eerste uur op de dinsdag' op?

2.  Schrijf wat je in het tweede uur op de donderdag hebt. 

3. Schrijf wat je in het zesde uur op de vrijdag hebt. 

4.  Schrijf de namen van 3 schoolvakken die  je leuk vindt. 

5. Schrijf de naam van 1 schoolvak  vak dat  je niet leuk vindt op. 

Huiswerk 

Leren voor de toets 

Schrijven (kijk in blz. 25)

Aan het begin van de zin, namen, achternamen, altijd een hoofdletter: 

¡Hola! of Hola, Ricardo: 

¿Cómo estás?, ¿Qué tal? 

Aan het einde van de zin kan je afsluiten met: 

Adiós, Un abrazo, Saludos, (formeel) 

Stuur een email naar een Spaanse vriend: 

• Begin de email met een begroeting
• Vraag: hoe gaat het? in het Spaans.
• Geef antwoord op de vragen:  

¿Cuántos años tienes? 

 ¿De dónde eres? 

¿Cuántos estudiantes sois en tu clase? 

 ¿Cuál es tu asignatura favorita? 

 ¿Qué deporte te gusta?

• Eindig de email met een afsluiting 

Kijk in blz. 24 (blauwe kader) 

voor grammatica 

Vorige les: Opdracht 5

Se llama Shakira

Tiene 34 años

Es argentina. 

Vive en Estados Unidos. 

Hoe schrijf je de bovenstaande 

informatie in de IK-VORM?