DLC 1.2 Steden en burgers - De Moderne Devotie

DLC 1.2 Steden en burgers
De Moderne Devotie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

DLC 1.2 Steden en burgers
De Moderne Devotie

Slide 1 - Slide

Hoe de verhoudingen tussen burgers, geestelijken en vorsten zich ontwikkelden
  • Hoe de stedelijke burgerij in de Nederlanden de invulling gaaf aan de Bonum Commune, en welke rollen zij daarbij overnamen van adel en geestelijkheid.
  • Welke veranderingen in het religieuze leven plaatsvonden in de steden in de Nederlanden.

Slide 2 - Slide

Herhaling: Wat was het "bonum comune"- idee, en geef een voorbeeld van de invulling daarvan.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Wat is de Moderne Devotie?

Slide 5 - Open question

Bij de Moderne Devotie is het belangrijk dat je de bijbel volgt.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De bijbel dien je in het latijn te lezen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Het is belangrijk de sacramenten in de kerk te volgen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Een Begijn is een voorbeeld van een persoon die volgens de Moderne Devotie leeft.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Geert Groote was het Gro(o)te voorbeeld van Thomas a kempis.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Waarom past het boekje "De navolging van Christus" (De Imitatio Christi) van Thomas a Kempis zo goed bij de principes van de Moderne Devotie?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe de verhoudingen tussen burgers, geestelijken en vorsten zich ontwikkelden
  • Hoe de stedelijke burgerij in de Nederlanden de invulling gaaf aan de Bonum Commune, en welke rollen zij daarbij overnamen van adel en geestelijkheid.
  • Welke veranderingen in het religieuze leven plaatsvonden in de steden in de Nederlanden.

Slide 14 - Slide

Gebruik de bron
Geestelijken als Van Heisterbach zijn positief over de mulieres religiosae, maar streven ernaar deze vrouwen in begijnhoven te laten wonen.
3p Verklaar dit streven door:
 met bron aan te geven welke bijdrage de mulieres religiosae volgens Van Heisterbach kunnen leveren aan het religieuze leven van stedelingen en
 zonder bron uit te leggen welke ontwikkeling in de geloofsbeleving van stedelingen de geestelijkheid onder controle wil houden door de mulieres religiosae in begijnhoven te laten wonen.

Slide 15 - Slide

Gebruik de bron
Geestelijken als Van Heisterbach zijn positief over de mulieres religiosae, maar streven ernaar deze vrouwen in begijnhoven te laten wonen.
3p Verklaar dit streven door:
 met bron aan te geven welke bijdrage de mulieres religiosae volgens Van Heisterbach kunnen leveren aan het religieuze leven van stedelingen en
 zonder bron uit te leggen welke ontwikkeling in de geloofsbeleving van stedelingen de geestelijkheid onder controle wil houden door de mulieres religiosae in begijnhoven te laten wonen.
Kern van een juist antwoord is:
• Volgens Van Heisterbach kunnen de vrouwen een voorbeeldrol spelen door de stedelingen te laten zien hoe zij een geestelijk/eerbaar leven kunnen leiden 1
• De geestelijkheid wil de ontwikkeling van (te veel) persoonlijke geloofsbeleving van stedelingen onder controle houden 1
• door de vrouwen in begijnhoven te laten wonen waar gecontroleerd kan worden dat de vrouwen niet teveel afdwalen van de voorgeschreven kerkelijke gewoontes / de invloed van de vrouwen gecontroleerd kan worden 1 

Slide 16 - Slide

Enkele gegevens over het stichten van het St. Elisabethgasthuis in Leiden:
1 In 1428 kochten de welgestelde Leidse burgers Jan Dirc Coenenzoon en zijn vrouw Katrijn WillemTedensdochter een woonhuis en lieten dat verbouwen tot gasthuis voor de verpleging van zieke arme vrouwen.
2 Jan en Katrijn bepaalden dat het gasthuis werd beheerd door leden van het stadsbestuur en door vertegenwoordigers van het St. Margarethaklooster.
3 Het stadsbestuur van Leiden gaf het gasthuis verschillende rechten, zoals het mogen ontvangen van inkomsten uit testamenten en vrijstelling van belastingen.

Met deze gegevens kun je aantonen dat in de late middeleeuwen:
 een verandering plaatsvond op het gebied van zorg en
 het stadsbestuur in Leiden handelde vanuit het uitgangspunt van bonum commune.
2p Toon beide aan, waarbij je je antwoord ondersteunt met telkens een ander
gegeven. 

Slide 17 - Slide

Enkele gegevens over het stichten van het St. Elisabethgasthuis in Leiden:
1 In 1428 kochten de welgestelde Leidse burgers Jan Dirc Coenenzoon en zijn vrouw Katrijn WillemTedensdochter een woonhuis en lieten dat verbouwen tot gasthuis voor de verpleging van zieke arme vrouwen.
2 Jan en Katrijn bepaalden dat het gasthuis werd beheerd door leden van het stadsbestuur en door vertegenwoordigers van het St. Margarethaklooster.
3 Het stadsbestuur van Leiden gaf het gasthuis verschillende rechten, zoals het mogen ontvangen van inkomsten uit testamenten en vrijstelling van belastingen.

Met deze gegevens kun je aantonen dat in de late middeleeuwen:
 een verandering plaatsvond op het gebied van zorg en
 het stadsbestuur in Leiden handelde vanuit het uitgangspunt van bonum commune.
2p Toon beide aan, waarbij je je antwoord ondersteunt met telkens een ander
gegeven. 
Kern van een juist antwoord is:
• Sociale zorg was niet langer alleen de taak van de geestelijkheid / de stedelijke burgerij nam sociale zorg op zich, wat blijkt uit het gegeven dat burgers een gasthuis stichtten / dat een gasthuis (mede) werd bestuurd door leden van het stadsbestuur 1
• Het stadsbestuur handelde in het algemeen belang van de stad/van de gemeenschap, door het gasthuis rechten te geven op het ontvangen van inkomsten uit testamenten en het vrijstelde van belastingen
(waardoor het het bestaan van het gasthuis bevorderde) 1
Opmerking: Alleen als een antwoord een combinatie bevat van (bij de eerste deelvraag) een juiste verandering en (bij de tweede deelvraag) een juist uitgangspunt van bonum commune en een juist gegeven, wordt telkens 1 scorepunt toegekend. 

Slide 18 - Slide

Gebruik de bron.
Jan Allertsz. heeft een bedoeling met deze beschrijving.
2p 8 Geef deze bedoeling weer door:
 aan te tonen dat hij kritiek levert op het centralisatiebeleid van de Bourgondische hertogen, en
 te beredeneren welk doel Jan Allertsz. wil bereiken met het opnemen van deze kritiek in zijn boek


Slide 19 - Slide

Gebruik de bron.
Jan Allertsz. heeft een bedoeling met deze beschrijving.
2p 8 Geef deze bedoeling weer door:
 aan te tonen dat hij kritiek levert op het centralisatiebeleid van de Bourgondische hertogen, en
 te beredeneren welk doel Jan Allertsz. wil bereiken met het opnemen van deze kritiek in zijn boek


Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Jan Allertsz. levert kritiek op het centralisatiebeleid door te schrijven dat Karel de Stoute in strijd met de privileges (lokale) ambten schenkt aan dienaren/door zijn rentmeesters aan de hoogst biedende laat
verpachten. 1
• Jan Allertsz. wil ervoor zorgen dat toekomstige stadssecretarissen zich ervan bewust zijn dat ze het stadsbestuur moeten waarschuwen als delandsheer (nog meer) privileges niet erkent (om de positie van de stad tegenover de landsheer te versterken) / wil dat toekomstige stadssecretarissen protesten tegen het centralisatiebeleid kunnen onderbouwen. 1

Slide 20 - Slide

In 1301 zou de Franse koningin Johanna tijdens een bezoek aan Brugge zich hebben geërgerd aan de 'onmatige pracht en praal van de Brugse vrouwen' en hebben uitgeroepen: "Ik dacht dat alleen ik koningin was en
ik vind er hier honderden." 
De koningin geeft met haar uitroep kritiek op een verandering in de levensstijl van de Brugse patriciërs in de late middeleeuwen.
2p 7 Geef aan dat de kritiek van de koningin een politieke en een sociale
achtergrond had. 

Slide 21 - Slide

In 1301 zou de Franse koningin Johanna tijdens een bezoek aan Brugge zich hebben geërgerd aan de 'onmatige pracht en praal van de Brugse vrouwen' en hebben uitgeroepen: "Ik dacht dat alleen ik koningin was en
ik vind er hier honderden." 
De koningin geeft met haar uitroep kritiek op een verandering in de levensstijl van de Brugse patriciërs in de late middeleeuwen.
2p 7 Geef aan dat de kritiek van de koningin een politieke en een sociale
achtergrond had. 
Kern van een juist antwoord is:
De kritiek van de koningin:
• had een politieke achtergrond omdat de patriciërs met een adellijke levensstijl wilden laten zien dat zij macht hadden in het stadsbestuur, terwijl de koningin vond dat de macht bij de koning/adel moest blijven 1
• had een sociale achtergrond omdat de patriciërs zich door hun luxe levensstijl opstelden als gelijken van de adel / hun status wilden verhogen, terwijl de koningin vond dat de adel/zijzelf door hun geboorterecht een hogere status had dan burgers 1
Opmerking: Alleen als in het antwoord wordt aangegeven op welke wijze de levensstijl van de patriciërs invloed had op hun politieke/sociale status en een daarbij passende kritiek van de koningin, wordt telkens 1 scorepunt toegekend.

Slide 22 - Slide