Ma 2 juni Drogredenen en Argumentatie

column
Een column is een korte tekst van één kolom breed
Vaak is het een grappige anekdote (verhaaltje) 
over een gebeurtenis in het leven van de columnist.

Soms is het een venijnig(onaardig) stukje over iets of iemand.

Een kleine portretfoto en de naam  van de columnist staan erbij                                                                                                          
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

column
Een column is een korte tekst van één kolom breed
Vaak is het een grappige anekdote (verhaaltje) 
over een gebeurtenis in het leven van de columnist.

Soms is het een venijnig(onaardig) stukje over iets of iemand.

Een kleine portretfoto en de naam  van de columnist staan erbij                                                                                                          

Slide 1 - Slide

Column NRC

Slide 2 - Slide

Column Youp

Slide 3 - Slide

Wie schrijven columns?
Bekende Nederlanders
Sommige schrijvers beginnen een column op het moment dat ze al beroemd zijn. Er zijn veel cabaretiers  en schrijvers die een column hebben, zoals Özcan Akyol. 
Columnisten
Er zijn ook columnschrijvers die juist vooral bekend zijn van hun columns. Hiernaast zie je Angela de Jong, zij schrijft voor het AD. Ze recenseert voornamelijk films en series.
Let op de typische 'ik-ben-een columnistpose"

Slide 4 - Slide

Column

  • Korte tekst van zelfde auteur
  • Vaste plaats in (online) krant of tijdschrift
Column
  • Inhoud verschilt heel erg
  • Kan persoonlijk zijn
  • Kan maatschappelijk zijn
  • Mening schrijver speelt belangrijke rol
  • Voornamelijk overtuigen en amuseren

Slide 5 - Slide

Aan welke van de volgende kenmerken kun je een column herkennen?
  • Een column is kritisch met een humoristische ondertoon
  • Een column bevat de mening van de schrijver
  • Een column gaat over een actueel en herkenbaar onderwerp
  • Een column probeert de lezer te verrassen

Slide 6 - Slide

LESINHOUD
ARGUMENTATIELEER
  • uitleg argumentatieschema's
  • uitleg drogredenen
  • oefening argumentatieschema's en drogredenen
  • zelf oefenen met argumentatieschema's 

Slide 7 - Slide

Drogredenen
Drogredenen zijn fouten in argumentatie. 
Er zijn twee soorten drogredenen:

  • Fout in argumentatieschema
  • Discussieregel wordt overtreden

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Blanken hebben geen ritmegevoel.
Welke drogredenering is hier gebruikt?
A
Persoonlijke aanval
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie
D
Onjuist kenmerk/eigenschap

Slide 10 - Quiz

Kies de juist drogredenen. Sinds de uitvinding van de rekenmachine kan niemand meer rekenen.
A
persoonlijke aanval
B
bespelen van het publiek
C
vertekenen van het standpunt
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 11 - Quiz


Ik heb geen zin in eten, want mijn vriendinnen hebben dat ook heel vaak niet en ik heb geen trek.

Welke twee drogredenen?
A
onjuist beroep op autoriteit en ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering en verkeerde vergelijking
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie en cirkelredenering
D
verkeerde vergelijking en onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 12 - Quiz

drogredenen:
Mijn oma heeft altijd gerookt en is 95 jaar geworden. Roken is dus niet zo erg.
A
overhaaste generalisatie
B
onjuist beroep op autoriteit
C
cirkelredenering
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 13 - Quiz

Wat zijn drogredenen?
A
redenering met droge feiten
B
tegenargumenten
C
een reden die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen

Slide 14 - Quiz

Drogredenen
Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 15 - Quiz

Drogredenen:
Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering

Slide 16 - Quiz

Drogredenen kunnen de argumentatie van een betoog zwak maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Iedereen weet toch dat Rutte weer premier wordt na de volgende verkiezingen.

Hier vind je 2 drogredenen
A
bespelen van het publiek
B
overhaaste generalisatie
C
onjuiste oorzaak-gevolg-relatie/causaliteit
D
ontduiken bewijslast

Slide 18 - Quiz

Drogredenen zijn ___ valide.
A
Wel
B
Niet

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Argumenteren
  • Standpunt - argument - tegenargument
  • Feitelijke en waarderende argumentatie
  • Aanvaardbaarheid argumentatie
  • Argumentatieschema's
  • Oefeningen hiermee

Slide 21 - Slide

basisschema's argumentatie
1 enkelvoudige argumentatie
2 nevenschikkende argumentatie
3 onderschikkende argumentatie
4 combinatie van nevenschikkende en onderschikkende argumenten

Slide 22 - Slide

lezen - argumentatie
enkelvoudige argumentatie:
De schrijver gebruikt één argument.

nevenschikkende argumentatie:
De schrijver gebruikt meer dan één argument.

Slide 23 - Slide

lezen - argumentatie
onderschikkende argumentatie:
De schrijver gebruikt ondersteunende argumenten bij een argument.


Slide 24 - Slide

Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
(Onafhankelijk) nevenschikkende argumentatie
Meervoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Afhankelijk nevenschikkende argumentatie
Combinatie van nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Slide 25 - Drag question

Een argumentatie kent twee basisstructuren:                      en  argumentatie. Bij                    argumentatie heb je te maken met één standpunt en één argument.
Meervoudige argumentatie kun je onderverdelen:
-                    argumentatie: een argument wordt ondersteund door één of meerdere subargumenten. Dit noemen we ook wel 

-                    argumentatie: twee of meer argumeten ondersteunen gezamenlijk het standpunt. Hier onderscheiden we ook nog  
                       en                    Bij de eerste zijn alle argumenten nodig om het standpunt te ondersteunen. Bij de tweede vormen elk op zich een zelfstandig argument voor het standpunt.
onafhankelijk
enkelvoudige
nevenschikkende
ketenargumentatie
afhankelijk
meervoudige
onderschikkende
enkelvoudige
............
...............
..............
...............
...............
...............  
...............
...............

Slide 26 - Drag question

 Basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 27 - Drag question

Nevenschikkende argumentatie
Enkelvoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 28 - Drag question

Argumentatie op basis van vermoedens
Argumentatie op basis van feiten
Argumentatie op basis van normen en waarden
Argumentatie op basis van nut
Een grote taakstraf voor stelen is goed. Je hoort niet aan andermans spullen te zitten. 
Ik heb mijn schoenen maar aan gehouden, want dat scheelt in tijd. 
Ik denk dat we beter goed kunnen ontbijten, want waarschijnlijk krijgen we niet zo'n grote lunch. 
We kunnen beter niet naar het strand gaan, want het is maar 18 graden vandaag. 

Slide 29 - Drag question

Wat voor soort argumentatie is dit?
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
neven- en onderschikkende argumentatie
D
onderschikkende argumentatie

Slide 30 - Quiz

Deze argumentatie is ...
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend
D
onder- en neven- schikkend

Slide 31 - Quiz


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 32 - Quiz

Huiswerk voor do 5 juni
Havo : Maken opdr. 1
soorten argumenten
VWO : Maken opdr. 1
Tekstvorm column






Slide 33 - Slide