Middeleeuwen 4.1 t/m 4.4

Middeleeuwen 
4.1 t/m 4.4
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Middeleeuwen 
4.1 t/m 4.4

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Wat leren voor de toets voor volgende week ?
  •  voorkennis 
  •  werkvorm 
  •  werktijd / nabespreken PO 
  •  afsluiten 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • Ik weet wat ik moet leren voor de toets voor volgende week en welke informatie mij daarbij helpt. 

Slide 3 - Slide

Wat moet ik leren?
  • 4.1 t/m 4.4
  • ELO, lesboek en werkboek.

Slide 4 - Slide

Voorkennis
hierop volgen 10 vragen

Slide 5 - Slide

Tijd van Monniken en Ridders was...
A
van 500-1000
B
van 1000-1500
C
hetzelfde als de Vroege Middeleeuwen
D
hetzelfde als de Late Middeleeuwen

Slide 6 - Quiz

Karel de Grote was een .....
A
Leenman
B
Leenheer

Slide 7 - Quiz

Welke religie vond Karel de Grote belangrijk ?
A
Romeinse goden
B
Islam
C
Christendom
D
Jodendom

Slide 8 - Quiz

Leenheer
Leenman

Slide 9 - Drag question

Wat is de beste omschrijving van het begrip geestelijken?
Kies het juiste antwoord.
A
Mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 10 - Quiz

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden.
Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grote oogsten kunt krijgen.
C
Als je christenen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel

Slide 11 - Quiz

Van wie is een domein?
A
Horigen
B
Edelman
C
Klooster
D
Boeren

Slide 12 - Quiz

Wat waren horigen?
Horigen...
A
waren vazallen van de koning.
B
waren leenmannen van een edelman.
C
waren slaven die het land bewerkten.
D
leverden vrijheid in, in ruil voor bescherming.

Slide 13 - Quiz

Wat is het hofstelsel?
A
Bescherming in ruil voor pacht en herendiensten
B
Raad en daad
C
Geld lenen van het hof
D
Ander woord voor leenstelsel

Slide 14 - Quiz

Heer of boer? Zet ze bij de juiste kolom.
De boer
De heer
Bescherming bieden tegen vijanden.
Werken op het land.
Betalen voor bescherming.
Niet van het domein af mogen.
Recht spreken op het domein.
De baas op het domein.

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Video

Hoe? 
  • Groepjes van 4 (2 tegen 2)

  •  doel: probeer zo goed mogelijk de begrippen te omschrijven.
  • elk goed geraden begrip is een punt.
  • je krijgt 30 seconden

Slide 17 - Slide

spelregels
  • spelers mogen niet:
  • vertalen 
  • rijmen of 'klinkt als' gebruiken
  • verwijzen naar de zoveelste letter in het alfabet

Slide 18 - Slide

timer
0:30

Slide 19 - Slide

Nabespreken
  • Wat was echt een lastig begrip?
  •  om te omschrijven en om te raden?

Slide 20 - Slide

Werktijd 
  •  Verder werken aan de opdrachten in je werkboek 4.1 t/m 4.4 moet volgende week af zijn 

  •  Helemaal klaar? extra opdracht

Slide 21 - Slide

Mogelijk toetsvragen 
  • landbouwsamenleving
  • heerlijk recht
  • Horige
  • privilege 

  • verschil monotheïstisch en polytheïstisch?
  • waarom waren er weinig steden en weinig handel?
 

Slide 22 - Slide

verandering of continuïteit?
  • Alleen edelen konden nog een ridder worden. 
  • verandering of continuïteit? 

  • De Germaanse cultuur vermengde zich met de christelijke cultuur.
  • Verandering of continuïteit? 

Slide 23 - Slide

Welke 3 standen staan hier?

Slide 24 - Slide

Succes met leren voor de toets!

Slide 25 - Slide

timer
45:00

Slide 26 - Slide