programmeren 6

programmeren 6

behandelen van vragen

Formules

• Variabelen kun je gebruiken als formules als bij NASK
• Formule:      P = U x I
• int   U = 230;
• int  I = 2;
• In een programma:
• int P = U * I;

Variabelen

• Je kunt variabelen dus gebruiken als de letters in een formule.
• Net als bij Nask en wiskunde vul je voor de letters een getal in.
• In voorbeeld U
• We wordt gerekend met 230.

Maak nu zelf een programma. Het berekt volgens wet van Ohm de spanning. U = I * R

Antwoord

int I = 3;

int R = 40;

void draw()

{

   int U = I * R;

   println(U);

}

Welk commando gebruik je om een variabele te testen?

1. do
2. else
3. if
4. anders

Welk symbool gebruik je om te testen of twee variabelen hetzelfde zijn?

1. ==
2. !=
3. >=
4. <=

Welk commando gebruik je als iets wilt doen als een vergelijking niet waar is?

1. do
2. else
3. if
4. anders

Keuze maken

• De antwoorden van een berekening kan je testen met if
• In het vorige voorbeeld werd een spanning berekend.
• Als de spanning hoger is dan een onderdeel aankan moet je een waarschuwing krijgen.
• je vergelijkt of de variabele > maximaal.
  

Welk regel kun je toevoegen om te testen dat de spanning niet hoger is dan 100 V. I = 2, R =40

Antwoord

int I = 2;

int R = 40;

void draw()

{

   int P = U * I;

   if(100<P) {

      println("Spanning te groot");

   }

}

Vragen

Opdracht 1

Maak een programma dat de Kracht berekent voor een bewegend voorwerp.

F = m * a;

De berekende kracht wordt afgedrukt.

Opdracht 2

Breidt het programma uit.

Als de kracht kleiner is dan 10. Krijg je de melding:

" kracht is te laag"

Als de kracht groter is dan 80. Krijg je de melding:

" Kracht is te hoog"

Kopieer het programma van de opdrachten in deze window.

Toets

As vrijdag toets over programmeren ....