Hoofdstuk 5. Planten - Paragraaf 5.2 Planten groeien

Wat gaan we doen vandaag:

- Herhalen paragraaf 5.1

- Uitleg paragraaf 5.2


1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag:

- Herhalen paragraaf 5.1

- Uitleg paragraaf 5.2


Slide 1 - Slide

Uit welke 4 onderdelen bestaat een plant?

Slide 2 - Open question

Welk onderdeel zorgt voor de opname van water en mineralen?
A
Wortel
B
Bloem
C
Bladeren
D
Stengel

Slide 3 - Quiz

Welke onderdeel vervoert water en voedingsstoffen?
A
Wortel
B
Bloem
C
Stengel
D
Bladeren

Slide 4 - Quiz

Waar in de bladeren worden de voedingsstoffen voor de hele plant gemaakt?
A
Bladgroenkorrels
B
Nerven
C
Celkern
D
Bladsteel

Slide 5 - Quiz

Waar zorgt de bloem voor?
A
Versiering voor de plant
B
Voortplanting
C
Insecten lokken
D
Insecten wegjagen

Slide 6 - Quiz

Noem alle onderdelen van een plantencel.

Slide 7 - Open question

Hoe komen bladeren aan hun water?
A
Via de cellen aan de buitenkant
B
Via de vaatbundels en de nerven
C
Via de huidmondjes
D
Ze maken zelf water

Slide 8 - Quiz

5.2 Planten groeien
  • Je leert hoe uit een zaadje een plantje komt;

  • Je leert hoe het plantje verder groeit;

  • Je leert hoe een boom groeit.

Slide 9 - Slide

Hoe komt een plant uit een zaadje?
  • Als er een nieuw plantje uit een zaadje groeit, dan noem je dat ontkiemen. 

  • De kiem, is eigenlijk een mini-plantje. 

  • In de zaadlobben zit heel veel reservervoedsel waardoor de kiem goed kan groeien na de ontkieming.

Slide 10 - Slide

Hoe groeit een plantje verder?
  • Als de kiem plantjes steeds groter en zwaarder worden, dan noem je dat groei. 

  • Door lengtegroei vanuit de uiterste topjes, worden de stengels en wortels steeds langer.

  • Als een plant nieuwe delen krijgt, dan noem je dat ontwikkeling.

Slide 11 - Slide

Hoe groeien bomen?
  • Uit de eindknoop groeit de tak verder in de lengte, dit noem je uitlopen.

  • Uit de zijknopen groeien nieuwe zijtakken. 

  • Om de knop zitten knopschubben. Deze schubben beschremen de knop tegen kou en tegen insecten.

Slide 12 - Slide

Hoe groeien bomen?
  • Als er een nieuw stuk tak groeit vormt er zich een ringlitteken. 

  • Na elk jaar vormt er zich weer een nieuw litteken. 

  • Het deel van een tak precies tussen 2 littekens is dus precies jaar oud.  

Slide 13 - Slide

Hoe groeien bomen?
  • Door middel van diktegroei worden de takken en de stam steeds dikker. 

  • In de stam zit een groeilaagje, uit deze groeilaag ontstaan nieuwe houtcellen.

  • Het laagje houdcellen dat in een jaar wordt gevormt, noem je een jaarring. 

Slide 14 - Slide

Aan het werk
Als het goed is heb je in de les de opdrachten voor paragraaf 5.2 al gemaakt en nagekeken. Als je dit niet hebt gedaan dan ga je dat eerst doen. Als je gaat nakijken dan is het belangrijk dat je goed bekijkt wat er niet goed beantwoord is en wat het goede antwoord dan wel had moeten zijn. 

Vind je deze paragraaf lastig en wil je graag op een andere manier met de lesstof bezig ga dan naar buiten. Zoek een boom, bekijk eens of je ringlittekens en bladlittekens ziet? Let wel op dat je afstand houdt in deze corona tijd. Heb je thuis een blikje bonen in huis, bekijk dan eens een boon en maak hier een tekening van en benoem alle onderdelen.

Maak de volgende opdrachten om te bekijken of je deze paragraaf kent.

Slide 15 - Slide

Wat zie je in deze tak?

Slide 16 - Open question

Hoe oud is deze boom geworden?
A
12
B
24
C
9
D
15

Slide 17 - Quiz

Als een plant extra wortels aanmaakt is dat dan groei of ontwikkeling?

Slide 18 - Open question