This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Blessures
Problemen met de wervelkolom
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoelen T5B7&9
Herhalingsvragen
Uitleg T5B7&9
Uitleg praktische opdracht
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je moet van enkele sportblessures kunnen beschrijven wat er aan de hand is en hoe ze kunnen worden behandeld.
Je moet kunnen beschrijven wat er aan de hand is bij hernia en spit.
Slide 3 - Slide
Hoe noem je de plek waar een spier aan het skelet vast zit
A
pees
B
aanhechtingsplaats
C
spier
D
vastmaakplaats
Slide 4 - Quiz
Hoe noem je twee spieren die tegengesteld samentrekken. (schrijf het in meervoud!)
Slide 5 - Open question
Bij welke gewricht is er de meeste beweging mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Draaigewricht
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er als een spier samentrekt?
A
hij wordt langer en dikker
B
hij wordt langer en dunner
C
hij wordt korter en dikker
D
hij wordt korter en dunner
Slide 7 - Quiz
Welke blessures ken je?
Slide 8 - Mind map
Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten.
Blessures
Voorbeelden:
Spierscheuring
Botbreuk
Voetbalknie
Kneuzing
Verzwikking
Ontwrichting
RSI/tenniselleboog
Slide 9 - Slide
Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie
Slide 10 - Slide
Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.
De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd.
Ontwrichting
Slide 11 - Slide
Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken bij een verstuiking te ver uit.
Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden.
Verstuiking
Slide 12 - Slide
Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait.
Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen.
Knieblessure
Slide 13 - Slide
Gescheurde banden
Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband.
Knieblessure
Slide 14 - Slide
Spierpijn
In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn.
Spierblessures
Slide 15 - Slide
Spierkramp en spierscheuring
Spierkramp: een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren.
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures
Slide 16 - Slide
Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan.
Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek.
Kneuzing
Slide 17 - Slide
Overbelasting van de spieren door steeds dezelfde beweging te maken.
RSI/tenniselleboog
Slide 18 - Slide
Voorkomen blessures
1. Kleding en beschermende middelen.
2. intapen.
3. warming-up
4. cooling-down
Slide 19 - Slide
Hernia
De tussenwervelschijf bevat een Geleiachtige kern
Zwakke plek in kraakbeen door ouderdom, verkeerde houding of gebrek aan lichaamsbeweging
Geleiachtige kern stulpt uit en drukt tegen zenuw in ruggenmerg
Pijn in rug, billen en benen
Slide 20 - Slide
Spit
Wordt vaak verward met hernia
Spieren onderin de rug verkrampt door een verkeerde beweging
Slide 21 - Slide
Huiswerk niet af:
Sem (Bs. 1 t/m 6)
Mirthe (Bs. 1 t/m 6)
Iris (Bs. 3 t/m 6)
Jurjen T (Bs. 6)
Marissa (Opdr. 15 & 17)
Janiek (Opdr. 17)
Ammarins (Opdr. 15 & 17)
Jesse B (Opdr. 17)
Maken van basisstof 7&9:
Opdrachten 26 t/m 31 + 34 en 35
Practicums overslaan
Inleveren determineertabel:
Ammarins
timer
10:00
Slide 22 - Slide
Je krijgt een sport toegewezen. Van deze sport ga je opzoeken welke blessure het meest voorkomt. Bij die blessure ga je een folder maken. Daarin moet de volgende informatie staan:
Wat houdt de blessure in?
Hoe kan de blessure ontstaan?
Wat kan er aan de blessure gedaan worden?
Wat kun je doen om de blessure te voorkomen?
Er worden tweetallen gemaakt aan de hand van jullie voorkeuren. Ook vraag ik om sporten zodat ik daar eventueel ook rekening mee kan houden.