Les 7.5

Was haben wir gestern gemacht?
1 / 38
next
Slide 1: Open question
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Was haben wir gestern gemacht?

Slide 1 - Open question

Kapitel 7: Wohnen
Stunde 4

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
- Die Regeln
- Hausaufgaben kontrollieren
- Die Lernziele
- Üben mit der Grammatik

Slide 3 - Slide

Die Regeln (op school)
- Boek + laptop mee.
- Heb je een vraag? Steek je hand op en wacht tot ik de beurt geef. Niet allemaal door elkaar roepen. 
- Niet door anderen + docent heen praten. 
- We houden de consequenties aan, die aan het begin van het jaar ook zijn afgesproken.
1x > naam op bord
2x > strafwerk
3x > uurtje nablijven

Slide 4 - Slide

Die Regeln (thuis):
- Foto sturen van het huiswerk voor de les.
- Heb je een vraag? Stuur een chat bericht of steek je handje op, ga niet door de microfoon roepen, chat berichten sturen. Wordt dit wel gedaan? > na 2x wordt de chat/microfoon gedempt. 
- Tip: voor vragen kun je ook je handje opsteken in LessonUp!
- Actief meedoen > geen reactie/niet meedoen? Absent.
- Werkt LessonUp niet? Meedoen via Teams chat.

Slide 5 - Slide

Hausaufgaben kontrollieren (Boek B of online)
- Aufgaben: 20, 21 & 22 (S. 45-47).

- Lernen: Wörter Lernliste B (S.62) & Grammatik (S. 44) 



- Opdrachten 20, 21 & 22 (blz. 45-47) 

- Leren: Lernliste B (blz. 62) & Grammatica (blz. 44) 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Die Lernziele

- Am Ende dieser Stunde habt ihr die Possessivpronomen wiederholt.

- Am Ende dieser Stunde könnt ihr Aufgaben über die Possessivpronomen lösen.

Tipp: ihr könnt das Buch auf Seite 44 nehmen und benutzen

Slide 10 - Slide

(mijn) Haus
A
mijn
B
meine
C
mein
D
dein

Slide 11 - Quiz

ihr/ihre bedeutet
A
hun
B
haar
C
hun und haar
D
uw

Slide 12 - Quiz

Das ist (jullie) Tür

Slide 13 - Open question

(jouw) Wohnzimmer
A
deine
B
jouwe
C
dein
D
mein

Slide 14 - Quiz

Bij die woorden komt er een e bij het bezittelijk voornaamwoord
bijv. deine Katze
A
richtig
B
falsch
C
weiß man nie

Slide 15 - Quiz

Das sind (uw) Einfamilienhäuser

Slide 16 - Open question

(onze) Garage
A
unser
B
unsere
C
euer
D
eure

Slide 17 - Quiz

(zijn) Freunde
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine

Slide 18 - Quiz

Das ist (zijn) Wohnung

Slide 19 - Open question

(jouw) Sessel (m)
A
deine
B
deiner
C
dein
D
ihr

Slide 20 - Quiz

(haar) Schreibtisch (m)
A
ihre
B
Ihre
C
ihr
D
Ihr

Slide 21 - Quiz

euere Mutter (r/f)
A
richtig
B
falsch

Slide 22 - Quiz

(uw) Badewanne
A
ihr
B
ihre
C
Ihr
D
Ihre

Slide 23 - Quiz

Das ist (uw) Buch

Slide 24 - Open question

(mijn) Keller
A
mein
B
meine
C
dein
D
sein

Slide 25 - Quiz

Ihr/Ihre bedeutet...
A
u
B
uw
C
haar
D
hun

Slide 26 - Quiz

Das ist (hun) Hund

Slide 27 - Open question

(jouw) Hobby
A
dein
B
sein
C
mein
D
ihr

Slide 28 - Quiz

(onze) Garten
A
euere
B
unsere
C
euer
D
unser

Slide 29 - Quiz

Das ist (jouw) Bruder

Slide 30 - Open question

(jullie) Kinder
A
eurere
B
euere
C
eure
D
unsere

Slide 31 - Quiz

Das ist (zijn) Freundin

Slide 32 - Open question

(haar) Bauernhof
A
dein
B
sein
C
ihr
D
ihre

Slide 33 - Quiz

Das ist (haar) Bett

Slide 34 - Open question

Das ist (hun) Dusche

Slide 35 - Open question

Hast du die Lernziele erreicht?
A
ja
B
nein
C
bisschen
D
keine Ahnung

Slide 36 - Quiz

Hast du noch Fragen?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide