Begeleidende Vaardigheden oefenen voor de toets

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Oefenen voor de toets
Deze lesson-up kan je helpen bij het leren voor de toets het is geen garantie voor een voldoende dus je zal Zorgpad ook door moeten nemen. 
Tip: Maak ook de opdrachten in ZORGPAD die horen bij de hoofdstukken. De meeste heb je al gemaakt, maar dit helpt om de stof weer levend te maken. 
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat betekenen de volgende termen:
Empathie, Respect, Echtheid,
open staan

Slide 3 - Open question

  • Inlevingsvermogen
  • iemand waarderen en accepteren zoals hij is
  • jezelf zijn en geen toneel spelen
  • zet je vooroordelen aan de kant
Je werkt op een afdeling in het ziekenhuis. Je vriend wordt opgenomen op jouw afdeling en jij moet hem verzorgen er is hier sprake van een...
A
Rolspanning
B
Disfunctionele rol
C
Functionele rol
D
Rolconflict

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Noem 3 redenen om stiltes te gebruiken

Slide 5 - Open question

  • Emoties verwerken
  • Gedachten op een rij zetten
  • nadenken over de manier hij een gesprek wil voortzetten
  • Aangeven dat hij wil stoppen
Redenen om een stilte in een gesprek te gebruiken zijn:
  • Empathie tonen
  • Inleven in een ander
  • Ruimte om meer te vertellen  
  • Emoties verwerken 
  • Gedachten op een rijtje zetten 
  • Nadenken over gespreksvoortzetting 
  • Aangeven gesprek stoppen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Noem 6 groepen (voor de toets ken het verschil en bedenk bij elke groep een voorbeeld.)

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Soorten groepen

Open groep
Gesloten groep
Taakgerichte groep
Procesgerichte groep 
Formele groep
Informele groep

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke SOORTEN gesprekken zijn er? Noem er minimaal 3

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Welke SOORTEN gesprekken zijn er? 
(Dit is een ander antwoord dan welke gesprekken er veel voorkomen!)
Weet van de gesprekken de kenmerken minimaal 2 per gesprek.
  • Helpend gesprek
  • Adviesgesprek
  • Probleemoplossend gesprek
  • Slechtnieuwsgesprek



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de ingrediënten van een goed gesprek? Noem er 3 of meer.

Slide 11 - Open question

gevoelsreflectie
samenvatten
parafraseren
omgaan met stiltes
Welke rolverdelingen zijn er in een groepen?

Slide 12 - Open question

Formele rolverdeling
informele rolverdeling
Rollen in een groep
Taakgerichte rol
Procesgerichte rol

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is collegialiteit en geef een voorbeeld?

Slide 14 - Open question

Collegialiteit is een goede verhouding tussen collega’s. Je kunt ook zeggen dat collega’s zich met elkaar verbonden voelen. Hierdoor hebben ze veel voor elkaar over.
Als je met een zorgvrager in gesprek bent zit je....
A
Recht tegenover elkaar
B
Zit je met je armen over elkaar
C
Schuin tegenover elkaar
D
Onderuitgezakt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Parafraseren is
A
hetzelfde als samenvatten van het gesprek
B
is uitgebreid samenvatten van een gesprek
C
is kort weergeven van het onderwerp van het gesprek
D
is een ander woord voor het stelle van vragen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De afronding van een gesprek bestaat uit 5 stappen welke weet jij?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Afronding van een gesprek
  • Geef aan dat het gesprek wilt afronden
  • Maak nieuwe afspraken en herhaal de afspraken die al gemaakt zijn
  • Vat kort samen wat je positief hebt ervaren aan het gesprek
  • Vraag hoe de zorgvrager het gesprek heeft ervaren
  • Wens de zorgvrager het beste en neem afscheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Empathie is het inleven in een ander. Welke technieken of vaardigheden spelen een rol bij empathie? twee antwoorden zijn goed
A
Een hand geven
B
Spiegelen
C
Confronteren
D
Stil durven zijn

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn verschillende fasen in een gesprek. De situatie verhelderen doe je in de volgende fase van een gesprek...
A
De opstartfase
B
De hoofdfase
C
De afrondingsfase

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekenen de afkortingen LSD en NIVEA

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Veel succes met leren voor je toets

Slide 22 - Slide

This item has no instructions