Lezen & Luisteren 2.1, Schrijven 1.4 (jaar 1)

Lezen 2.1 

De indeling van teksten
Doel:
- Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en je vindt snel je weg in een tekst.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen 2.1 

De indeling van teksten
Doel:
- Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en je vindt snel je weg in een tekst.

Slide 1 - Slide

opbouw van een tekst

Slide 2 - Mind map

Uitleg
In een goed opgebouwde tekst bestaat er een logisch verband tussen alle delen en heeft elk deel zijn eigen functie:
- titel

- lead (bij sommige teksten)

- onderwerp wordt geïntroduceerd
- verschillende kanten van het onderwerp worden behandeld

- laatste beschrijving / verwijzing/ samenvatting/ conclusie

Slide 3 - Slide

Uitleg
In het begin van een tekst wordt het onderwerp geïntroduceerd. Dit kan op verschillende manieren:
- met de deur in huis vallen.
- belangstelling wekken voor het onderwerp.
- met een inleiding

Slide 4 - Slide

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?
A
met de deur in huis
B
belangstelling wekken
C
met een inleiding
D
x

Slide 5 - Quiz

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?
A
met de deur in huis
B
belangstelling wekken
C
inleiding
D
x

Slide 6 - Quiz

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?
A
met de deur in huis
B
belangstelling wekken
C
met een inleiding
D
x

Slide 7 - Quiz

Luisteren 2.1
Informatieve teksten
Doel:
- begrijpen
- opvattingen en bedoelingen      afleiden

Slide 8 - Slide

Uitleg
Doel informatieve tekst -> informeren

Voorbeelden:
- uitleg van een docent
- werkaanwijzingen van een praktijkbegeleider
- nieuwsberichten
- documentaires

Slide 9 - Slide

Uitleg
Uiteenzettende informatieve teksten:
de informatie wordt op neutrale toon gegeven

Beschouwende informatieve teksten:
het onderwerp wordt van verschillende kanten belicht, de luisteraar of kijker vormt een eigen mening

Taken van de luisteraar of kijker:
- begrijpen/ beoordelen/ afvragen of de informatie betrouwbaar is/ komen alle kanten aan bod

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Uiteenzettend informatief of beschouwend informatief?
Waarom?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Uiteenzettend informatief of beschouwend informatief?
Waarom?

Slide 14 - Open question

Schrijven 1.4
Formulier
Doel:
- Je vult een formulier in

Slide 15 - Slide

Uitleg
Formulieren gebruik je voor:
- bestellingen, inschrijvingen, klachten, aanvragen, adreswijzigingen enzovoort.....

- vaak zie je aan * welke gegevens verplicht zijn
- als er om een toelichting gevraagd wordt, wees dan kort en duidelijk

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Lees voordat je de opdrachten gaat maken de theorie in Nu Nederlands nog even door.
Niveau 3 &4:
Lezen 2.1 opdracht 1,2, (3 alleen voor niveau 3)
Luisteren 2.1 opdracht 1,2,3
Schrijven 1.4
Jaar 2, niveau 4:
Lezen 2.1 Examenopdracht en extra opdracht 1 en 2
Woordenschat 3.1 en 3.2
Schrijven 2.1 en 2.2


Slide 17 - Slide