Goederenrecht H 4 en H 8 t/m 10 Absolute rechten 3e jaar

1 / 55
next
Slide 1: Slide
rechtsvakkenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Mevrouw Steenbergen heeft een boot gehuurd in de herfstvakantie. Wat is waar?
A
Zij is eigenaar van de boot.
B
Zij is bezitter van de boot.
C
Zij is huurder van de boot.
D
Geen van allen.

Slide 2 - Quiz

Wat weet je nog van:
Derdenbescherming?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Gerry is eigenaar van haar fiets. Is dat een absoluut of een relatief recht?
A
Absoluut
B
Relatief

Slide 9 - Quiz

Gerry heeft recht op loonbetaling van restaurant ‘De Drie Linden’, waar zij regelmatig werkt. Is dat een absoluut of een relatief recht?
A
Absoluut
B
Relatief

Slide 10 - Quiz

Bram heeft recht op het gebruik van de gehuurde loods. Is dat een absoluut of een relatief recht?
A
Absoluut
B
Relatief

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Prioriteit betekent dat dit recht ten opzicht van iedereen geldt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Gerry en de buren vestigen via een notaris een erfdienstbaarheid op het erf van de buren, waardoor er op het erf van de buren geen hoge bomen mogen worden geplant. Enkele jaren later verkopen de buren hun huis aan de familie Jansen. Leg uit of de nieuwe eigenaar gebonden is aan de rechten van Gerry.

Slide 16 - Open question

Motorbike B.V. gaat failliet. Naast de bezittingen (het gebouw, de motoren, de kantoorinrichting, wat geld op de bankrekening) zijn er veel schulden dus schuldeisers. Naast forse openstaande rekeningen bij Energie B.V, telefoon B.V. en inkopers voor banden en motorolie, is dat ook een hypotheek op het gebouw bij Leenbank B.V. Zijn er separatisten in dit faillissement en zo ja wie?
A
Ja, Energie B.V.
B
Nee, alle schuldeisers vallen onder het faillissement.
C
Ja, al deze schuldeisers zijn separatist.
D
Ja, Leenbank B.V. vanwege het hypotheekrecht.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is het meest volledige recht?
A
Opstalrecht
B
Pandrecht
C
Eigendomsrecht
D
Erfdienstbaarheid

Slide 22 - Quiz

Welke van de volgende rechten kan zowel op zaken als op vermogensrechten rusten?
A
Erfdienstbaarheid
B
Opstalrecht
C
Appartementsrecht
D
Vruchtgebruik

Slide 23 - Quiz

Welke 2 rechten zijn zekerheidsrechten?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Een koopovereenkomst schept absolute rechten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Door levering ontstaat een absoluut recht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Een absoluut recht blijft op de zaak rusten, in wiens handen de zaak zich ook bevindt. Hoe heet dit ?

Slide 28 - Open question

" Er kunnen niet meer absolute rechten worden gecreëerd dan de rechten die in de wet staan." Hoe heet dit systeem?

Slide 29 - Open question

Relatieve rechten hebben GEEN derdenwerking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Rusten eigendom en erfdienstbaarheid op zaken of op zaken én vermogensrechten?
A
Alleen op zaken
B
Op zaken én vermogensrechten

Slide 35 - Quiz

Hoe noem je het bedrag dat voor een erfdienstbaarheid betaald kan worden?

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Hoe noem je het bedrag dat voor erfpacht betaald kan worden?

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Wat weet je nog van
derdenbescherming?

Slide 48 - Mind map

Geef, van de zaken die de baron heeft, aan of er sprake is van een roerende zaak, een onroerende zaak en/of een registergoed (landhuis, boerderij, vliegtuig, loods).

Slide 49 - Open question

Hoe moet de levering van de verkochte boerderij geschieden?

Slide 50 - Open question

Welk zekerheidsrecht wordt er gevestigd op het vliegtuig?

Slide 51 - Open question

Hoe wordt dit zekerheidsrecht gevestigd?

Slide 52 - Open question

Noem twee verschillen tussen het zekerheidsrecht pand en het zekerheidsrecht hypotheek.

Slide 53 - Open question

Wie is bij hypotheek de hypotheekgever en wie de hypotheekhouder?

Slide 54 - Open question

Is de baron eigenaar, bezitter en/of houder van het landgoed?

Slide 55 - Open question