This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
kranten
Slide 2 - Mind map
Welke tekstsoorten vind je in de krant?
Slide 3 - Open question
Kranten
verschijnen regelmatig
hebben een naam, nummer en datum
hebben een lijfspreuk en een politiek/maatschappelijk ideaal
brengen nieuws voor een breed publiek
hebben een herkenbaar uiterlijk
Slide 4 - Slide
Opdracht
Vergelijk in je groepje de verschillende kranten. Let op de volgende dingen: hoofdartikel, krantenkoppen, afbeeldingen, aantal en lengte van de artikelen, onderwerpkeuze, plaats op de pagina, lettertype en grootte.
Slide 5 - Slide
Welke verschillen heb je gevonden?
Slide 6 - Open question
welke overeenkomsten heb je gevonden?
Slide 7 - Open question
Kranten
AD: grote krant. Ook populair nieuws, meer sensatie. Rechts.
Volkskrant: hoogopgeleide lezer, veel maatschappelijke verdieping. Links. Kwaliteitskrant.
Trouw: protestants-christelijk, veel menselijke verdieping en achtergrond. Kwaliteitskrant.