Middeleeuwen formatieve toets 4v

Welkom 4v
Log in onder je eigen naam in LessonUp

Je krijg twintig vragen over de middeleeuwen. Je hebt 10 seconden om een vraag te beantwoorden.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Welkom 4v
Log in onder je eigen naam in LessonUp

Je krijg twintig vragen over de middeleeuwen. Je hebt 10 seconden om een vraag te beantwoorden.

Slide 1 - Slide

De middeleeuwen duurden van...
A
500 BC tot 1492 AD
B
500 AD tot 1500 AD
C
500 AD tot 1492 AD
D
500 BC tot 1500 AD

Slide 2 - Quiz

Wie was Columbus?
A
Een middeleeuws schrijver
B
De grondlegger van de reformatie
C
Een ontdekkingsreiziger
D
De grondlegger van het humanisme

Slide 3 - Quiz

De adel was...
A
de eerste stand
B
de tweede stand
C
de derde stand
D
een onderdeel van de burgerij

Slide 4 - Quiz

Diets is...
A
Het middeleeuwse Duits
B
Een oud Nederlands dialect
C
Een ander woord voor Middelnederlands
D
Een ander woord voor 'preuts'

Slide 5 - Quiz

'olla vogala hebban nestas hagunnan' betekent:

Slide 6 - Open question

Deze tekst werd ontdekt in 1932 in...
A
Den Haag
B
Oxford
C
Den Bosch
D
Parijs

Slide 7 - Quiz

Een klucht is...
A
Een luchtig toneelstuk
B
De afsluiting van een geestelijk toneelstuk
C
Een kort verhaal
D
Een verluchtiging

Slide 8 - Quiz

Lanseloet van Denemarken is ...
A
geestelijk toneel
B
wereldlijk toneel
C
een abel spel
D
een hoofse roman

Slide 9 - Quiz

Karel ende Elegast is...
A
een hoofse roman
B
een Arthurroman
C
een Karelroman
D
een voorbeeld van Karelepiek

Slide 10 - Quiz

De kerk keurde Arthurromans af vanwege...
A
pikante teksten
B
verzonnen elementen
C
het ontbreken van de boodschap van God

Slide 11 - Quiz

Een Karelroman herken je aan...
A
de hofdag
B
de ondergeschikte positie van de vrouw
C
het feit dat deze zich afspeelt in Frankrijk
D
de queestes

Slide 12 - Quiz

Een vergier is...
A
een vogel
B
een boom
C
een witte roos
D
een boomgaard

Slide 13 - Quiz

epische concentratie is...
A
luisteren naar liederen en verhalen
B
verzonnen verhalen bij een bestaand persoon
C
wereldlijk toneel
D
de uitvinding van de boekdrukkunst

Slide 14 - Quiz

De opkomst van de steden en de burgerij vond plaats rond het jaar...
A
500
B
900
C
1100
D
1500

Slide 15 - Quiz

In de middeleeuwen schreef men met een...
A
potlood
B
vulpen
C
ganzenveer
D
kroontjespen

Slide 16 - Quiz

De renaissance is...
A
een ander woord voor geboorte
B
een stroming binnen de kunstgeschiedenis
C
een vertaling van een middeleeuwse tekst
D
een middeleeuws lied

Slide 17 - Quiz

Wie schreef 'Madoc'?
A
Adalbero van Laon
B
Chretien de Troyes
C
Willem
D
Jacob van Maerlant

Slide 18 - Quiz

Hij was ook de schrijver van...
A
Karel ende Elegast
B
De roman van Walewijn
C
Beatrijs
D
Reinaert de Vos

Slide 19 - Quiz

'Eggeric sloeg haar onmiddelijk op haar neus en mond' is afkomstig uit...
A
Lanseloet van Denemarken
B
Karel ende Elegast
C
Het lied van Heer Halewijn
D
De roman van Walewijn

Slide 20 - Quiz

Reinaert de Vos is een parodie op...
A
een Arthurroman
B
een Karelroman
C
een satire
D
wereldlijk toneelstuk

Slide 21 - Quiz

Wat moet je doen bij een toets voor Nederlands?
A
goed lezen
B
goed lezen, foutloos schrijven en precies formuleren
C
foutloos schrijven
D
precies formuleren

Slide 22 - Quiz