A2 herhaling van eerste lessen thema 3 Kinderen

a2 herhaling eerste lessen 
Thema 3 kinderen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

a2 herhaling eerste lessen 
Thema 3 kinderen

Slide 1 - Slide

3.1 Familie in het buitenland (blz 102)

Slide 2 - Slide

woorden herhalen
Waar zorg jij voor thuis?
Of zorg je voor iemand?
(zorgen voor)

Slide 3 - Slide

zorgen voor

Slide 4 - Open question

slim
Wie vind jij een slim iemand?
Waarom?
of:
Wat vind jij een slim idee?

Slide 5 - Slide

slim

Slide 6 - Open question

wennen aan 
Waar moet jij heel veel aan wennen hier in Nederland?
of
Waar moets je op deze school erg aan wennen dit jaar?

Slide 7 - Slide

wennen aan

Slide 8 - Open question

binnenkort/vorig
Wat ga jij binnenkort doen?
Waar was jij vorig jaar?

Slide 9 - Slide

binnenkort /vorig jaar

Slide 10 - Open question

missen
Wie of wat mis jij het meest?

Slide 11 - Slide

missen

Slide 12 - Open question

volgende
iedereen
Nederland
over een lange tijd
stoppen
vorige
niemand
het buitenland
binnenkort
doorgaan

Slide 13 - Drag question

voltooide tijd

Slide 14 - Slide

Mijn zus heeft Engels
(studeren) : ge-.......

Slide 15 - Open question

gestudeerd

Slide 16 - Slide

Ik ben nig niet aan het Nederlandse eten (wennen) ge- ....

Slide 17 - Open question

gewend

Slide 18 - Slide

Heb jij Gabor al (mailen) ge-.......

Slide 19 - Open question

gemaild

Slide 20 - Slide

T K o F S CH i P
Je maakt de STAM:
kleuren : - en weg
LAATSTE LETTER ZOEKEN: kleuRRRRR!
R zit NIET in t kofschip GEKLEURD

Slide 21 - Slide

Ik heb jullie erg (missen) ge-.....

Slide 22 - Open question

gemist
de tweede S doe je weg, want je hebt nooit twee dezelfde medeklinkers en nig een erbij (dus niet SST)

Slide 23 - Slide

Hij heeft voor zijn moeder (zorgen) ge-...

Slide 24 - Open question

gezorgd

Slide 25 - Slide

3.2 OMDAT en ALS (blz 105)

Slide 26 - Slide

OMDAT
Ik ga naar bed. Ik ben moe.
1-2-3. 1-2-3.
Ik ga naar bed, omdat ik moe ben.
1-2-3,omdat 1-3-2
Bij OMDAT gaan de werkwoorden naar het einde van de zin.

Slide 27 - Slide

ALS
Het is warm. De zon schijnt.
1-2-3.1-2-3.
Het is warm, als de zon schijnt.
1-2-3, als 1-2
Bij ALS gaan de werkwoorden ook naar achter.

Slide 28 - Slide

Ik ben blij omdat.......

Slide 29 - Open question

Ik wordt boos als........

Slide 30 - Open question

3.3 Rapport bespreken (blz 107)
woorden:
het rapport              volgens
Het vak                        de situatie
de middelbare school        
de periode    
de geschiedenis             

Slide 31 - Slide

Ik maak mij zorgen over
A
mijn gebit
B
mijn pen

Slide 32 - Quiz

Ali studeert Frans, volgens
A
mij
B
de computer

Slide 33 - Quiz

In welke periode zijn er
A
bergen in Zwitserland?
B
veel mensen op vakantie?

Slide 34 - Quiz

Het vak betekent
A
iets dat je op school leert
B
een beroep dat je kunt leren
C
een deel in een kast
D
een doos

Slide 35 - Quiz

3.4 .......om te......(blz 112)
1)Ik gebruik een telefoon om mee te bellen.
2)Ik gebruik een borstel om mijn haren te borstelen.
3)Ik heb een bril om beter te( kunnen) lezen.

4)Ik ga naar school om Nederlands te leren.
5)Ik ga vroeg slapen om meer energie te krijgen.

Slide 36 - Slide

3.5 uitnodiging van het consultatiebureaum (blz 114)

doel: een korte brief kunnen lezen en begrijpen.

Slide 37 - Slide

woorden:


geachte
Het onderzoek
van tevoren
wegen
meten
groeit )groeien)

Slide 38 - Slide

de prik
de ontwikkeling
huilt (huilen)
de lijst
de gezondheid
verzetten
de reactie

Slide 39 - Slide

meervoud maken: het onderzoek -

Slide 40 - Open question

meervoud van het rapport

Slide 41 - Open question

meervoud van de ontwikkeling

Slide 42 - Open question

meervoud van de prik

Slide 43 - Open question

meervoud van de reactie

Slide 44 - Open question

meervoud van de lijst

Slide 45 - Open question

meervoud van de brief

Slide 46 - Open question