2.3 Vulkanisme + 2.4 Aardbevingen

Deze week
Vandaag
2.3 Vulkanisme
  • Uitleg
  • Werken aan opdrachten

Woensdag
2.4 Aardbevingen
1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 39 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze week
Vandaag
2.3 Vulkanisme
  • Uitleg
  • Werken aan opdrachten

Woensdag
2.4 Aardbevingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Continentale korst
Graniet
Licht gesteente
30 - 100 km dik
Gemiddeld 8 km hoger

Oceanische korst
Basalt
Zwaar gesteente
Gemiddeld 40 km dik

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Duwkracht en trekkracht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 2.3
  • Je weet welke typen vulkanen er worden onderscheiden en welke eruptietypen bij deze vulkanen voorkomen.
  • Je kunt aan de hand van de plaatbeweging bepalen welk type eruptie en welk type vulkaan ontstaat.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

De Pacifische plaat botst in westelijke richting tegen de Australische plaat met een snelheid van ongeveer 8 cm per jaar. Als gevolg van deze botsing duikt de Pacifische plaat onder de Australische plaat.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Erupties
Type uitbarsting hangt af van platentektoniek.

Divergerende plaatsgrens op de oceaanbodem resulteert in ...

Convergentie plaatgrens waar subductie plaatsvindt, resulteert in ...

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Erupties
Type uitbarsting hangt af van platentektoniek.

Divergerende plaatsgrens op de oceaanbodem resulteert in effusieve erupties.

Convergentie plaatgrens waar subductie plaatsvindt, resulteert in explosieve erupties.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Effusieve erupties
  1. Het mantelgesteente is vast door de combinatie van een hoge druk en hoge temperatuur.
  2. Zodra het mantel gesteente omhoog komt bij de mid-oceanische rug wordt de druk minder en smelt het gesteente door de hoge temperatuur.
  3. Door het gat tussen de platen stroomt de magma rustig naar buiten.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Explosieve erupties
  1. Oceaanbodem (basalt), vermengd met sediment en water duikt naar beneden.
  2. Op 100-150 km diepte smelt het basalt, sediment en water en vormt lichte, maar stroperige magma.
  3. De lichte magma stijgt tot in de magmakamer. Niet al het magma bereikt het aardoppervlak, bij intrusies stolt het magma.
  4. Pas als de druk groot genoeg is komt er een explosieve eruptie. Hoe langer deze uitblijft, des te krachtiger de eruptie.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Deze stratovulkaan is opgebouwd uit lagen lava en pyroclastica van verschillende erupties.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een caldera vormt wanneer er een hele krachtige eruptie komt waarbij zoveel
materiaal naar buiten verdwijnt dat de vulkaan instort.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stratovulkaan
Schildvulkaan
Type eruptie?
Dikte lava?
Type plaatgrens?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welk type vulkaan is in het midden van het meer ontstaan?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hawaii, een vulkaan midden in de oceaan, maar niet bij een plaatgrens!
Vulkanen die midden op een plaat liggen en anders functioneren dan je op basis van de platentektoniek zou verwachten, noemen we hotspots.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Nakijken:
Introductie (pagina 34) opdracht 5c
Examentraining (pagina 41) opgave 1 - IJsland

Aan de slag met:
2.3 Vulkanisme (pagina 36 en 37) opdracht 3 en 4

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Maandag
2.3 Vulkanisme

Vandaag
2.4 Aardbevingen
  • Verdieping voorgaande paragrafen
  • Uitleg aardbevingen
  • Werken aan opdrachten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Alfred Wegener
Theorie van Wegener (1915) staat bekend als:
continental drift

Slide 20 - Slide

Niemand geloofde Wegener. Waarom niet?
Men wist niet wat de drijvende kracht achter dit verschijnsel zou kunnen zijn. Wat is nou sterk genoeg om hele continenten te laten bewegen?
Alfred Wegener
Aanwijzingen voor bewegende continenten:
  1. Overeenkomsten tussen fossielen
  2. Sporen van ijskappen
  3. Gesteenten/ bergen

Slide 21 - Slide

Niemand geloofde Wegener. Waarom niet?
Men wist niet wat de drijvende kracht achter dit verschijnsel zou kunnen zijn. Wat is nou sterk genoeg om hele continenten te laten bewegen?
Mid Oceanische rug
De theorie van de plaattektoniek werd pas in 1968 aanvaard toen harde bewijzen uit het paleomagnetisme het mechanisme verklaarden: mantelconvectie zorgt voor de beweging van aardplaten.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stratovulkaan
Schildvulkaan
Type eruptie?
Dikte lava?
Type plaatgrens?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Explosief
Stroperig
Convergent
Effusief
Dun
Divergent
Type eruptie?
Dikte lava?
Type plaatgrens?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Spleetvulkaan
Schildvulkaan
Type eruptie?
Dikte lava?
Type plaatgrens?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Effusief
Dun
Divergerend
Effusief
Dun
Divergerend
Type eruptie?
Dikte lava?
Type plaatgrens?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Soenda eilanden
Eilandboog

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 2.4
  • Je begrijpt het verband tussen ontstaan en kracht van een aardbeving en de platentektoniek.
    • Je begrijpt dat endogene processen bijdragen aan het ontstaan van plooien, breuken, vulkanen,aardbevingen en gebergten.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Aardbevingen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aardbevingen
Epicentrum

Hypocentrum


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Schaal van Richter
De magnitude van een aardbeving wordt aangegeven met de schaal van Richter.



Des te langer de krassen op het seismogram, des te hoger de magnitude van de aardbeving.

Welk gevolg kan een aardbeving hebben wanneer deze onder water plaatsvindt?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Schaal van Mercalli
De magnitude van een aardbeving wordt aangegeven met de schaal van Richter.

De intensiteit van een aardbeving wordt aangegeven met behulp van de schaal van Mercalli.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Aardbevingen
Aardbevingen in Groningen. Wat hebben die ermee te maken?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Aardbevingen
Aardbevingen in Groningen. Wat hebben die ermee te maken?

De meeste natuurlijke aardbevingen vinden plaats op 20 tot 100 kilometer diepte. De aardbevingen veroorzaakt door gaswinning in Groningen vinden plaats op circa 3 kilometer diepte.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Plooiingsgebergte
Breukgebergte
Rek of druk?
Aardbeving of geleidelijk?
Oppervlakkig of diep in de aardkorst?

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Druk
Geleidelijk
Diep

Rek
Aardbeving
Aan de oppervlakte
Rek of druk?
Aardbeving of geleidelijk?
Oppervlakkig of diep in de aardkorst?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

In Nederland

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Nakijken:
2.3 Vulkanisme (pagina 36 en 37) opdracht 3 en 4

Aan de slag met:
Hoofdvragen (pagina 40) opgave 2.4 Aardbevingen
Examentraining (pagina 41) opgave 2 - Japan

Slide 39 - Slide

This item has no instructions