This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhaling klimaatfactoren
Pak een atlas, die heb je voor sommige vragen nodig.
Slide 1 - Slide
Noem een voorbeeld van een klimaatfactor
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Waarom ontvangen plaatsen dichtbij de evenaar meer zonlicht? (meerdere antwoorden kunnen mogelijk zijn)
A
Zonnestralen hoeven een kleiner oppervlak te verwarmen
B
Zonnestralen moeten een groter oppervlak verwarmen
C
Zonnestralen hoeven een kleinere afstand te reizen binnen de atmosfeer
D
Zonnestralen bevatten meer energie dichtbij de evenaar
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Aan de voet van de berg is de temperatuur 15 graden. Je beklimt een berg van 2000 meter. Wat is de temperatuur op de top?
A
0 graden
B
-3 graden
C
3 graden
D
6 graden
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
In April en September kan het allebei 20 graden zijn. Als je wilt zwemmen in de zee, in welke maand zal het water warmer zijn?
A
April
B
September
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
In Nederland hebben we vaak:
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Hoe heet de zeestroom die langs Nederland loopt?
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Wat is regenschaduw?
A
De loefzijde van de berg waar weinig tot geen neerslag valt
B
De loefzijde van de berg waar veel neerslag valt
C
De lijzijde van de berg waar veel neerslag valt
D
De lijzijde van de berg waar weinig tot geen neerslag valt
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Wat voor neerslag is er in Iquitos?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
Slide 23 - Quiz
Wat voor regen hebben wij voornamelijk in Nederland?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
Slide 24 - Quiz
Hoe ontstaat regen?
Slide 25 - Open question
Welk soort regen wordt er in dit plaatje afgebeeld?
A
Stuwings regen
B
Stijgings regen
C
Frontale regen
Slide 26 - Quiz
Op de afbeelding zie je...
A
Stijgingsregen
B
Frontale regen
C
Stuwingsregen
Slide 27 - Quiz
In New York is het een stuk kouder in de winter dan in Lissabon (zelfde breedtegraad). Hoe komt dat?
Slide 28 - Open question
Kilimanjaro (Tanzania)
Slide 29 - Slide
Welk klimaat zie je aan de voet van de berg en welke tref je aan op de top van de berg?
Slide 30 - Open question
Welke klimaatfactor zorgt voor het ontstaan van een toendra klimaat op Lage Breedte?
Slide 31 - Mind map
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
De Kilimanjaro kent twee regenseizoenen. Namelijk tussen februari en mei en daarna nog eens in november en december. Waar worden deze door veroorzaakt?