This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
6.2 Breking
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert hoe lichtstralen knikken als ze een voorwerp in- of uitgaan.
Slide 2 - Slide
Breking
De vrouw op de foto is aan het pootjebaden. Je ziet haar voeten op een andere plaats dan je ze zou zien als er geen water was geweest. Waar merk je vaker dat je iets op een andere plaats
ziet dan waar het is.
Slide 3 - Slide
Breking
Van opzij zie je de vis ergens anders dan van boven
Slide 4 - Slide
Breking
Lichtstralen knikken als ze een doorschijnende stof ingaan of uitgaan.
Dat knikken van lichtstralen noem je breking.
Slide 5 - Slide
Breking
Doordat lichtstralen breken, zie je een vis op een andere plaats dan waar hij werkelijk is.
Slide 6 - Slide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot.
1. Hoe schuiner de lichtstraal
invalt hoe sterker de breking.
Lichtstralen die recht invallen breken niet.
Slide 7 - Slide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot
2. Breking hangt af van de kleur, violet licht breekt
sterker dan rood licht.
.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot
3. De ene stof breekt lichtstralen meer dan de andere.
.
Glas breekt lichtstralen meer dan water.
glas
water
Slide 10 - Slide
Van welk van de onderstaande factoren hangt breking NIET af
A
Inval van de lichtstraal
B
Kleur
C
De normaal
D
De stof
Slide 11 - Quiz
Breking van lucht naar glas en van glas naar lucht.
De normaal is de hulplijn die loodrecht op een oppervlak staan.
Lichtstralen breken zowel als ze een doorschijnende
stof ingaan en als ze een doorschijnende stof uitgaan .
Slide 12 - Slide
Breking van lucht naar glas
Een lichtstraal van lucht naar glas breekt naar de normaal toe. De brekingshoek is kleiner dan de invalshoek.
.
Slide 13 - Slide
Breking van glas naar lucht
Een lichtstraal van glas naar lucht breekt van de normaal af. De brekingshoek is groter dan de invalshoek.
Slide 14 - Slide
Toepassing van breking: lenzen
De as door het midden van de lens loopt noem je de optische as.
Het punt waar de lichtstralen in één punt samenkomen noem je het brandpunt (F)
Slide 15 - Slide
Toepassing van breking: lenzen
Met een bolle lens kun je vuur maken.
De lens heeft een convergerende werking.
De lichtstralen gaan naar één punt.
Bolle lenzen noem je positieve lenzen.
Slide 16 - Slide
Toepassing van breking: lenzen
Holle lenzen hebben een divergerende werking.
De lichtstralen gaan uit elkaar.
Holle lenzen noem je negatieve lenzen.
Slide 17 - Slide
1 Een vergrootglas is een bolle lens. 2 Een bolle lens is in het midden smaller dan aan de rand.
A
alleen 1 is juist
B
alleen 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide onjuist
Slide 18 - Quiz
Is dit een holle of bolle lens?
A
Holle lens
B
Bolle lens
Slide 19 - Quiz
Een bolle lens is...
A
Positief
B
Negatief
Slide 20 - Quiz
Een bolle lens heeft een ....... werking.
A
divergerende
B
convergerende
C
evenwijdige
Slide 21 - Quiz
In de figuur hiernaast is de breking:
A
naar de normaal toe
B
van de normaal af
Slide 22 - Quiz
Hoe groot is de hoek van breking?
A
hoek van breking = 58°
B
hoek van breking = 47°
C
hoek van breking = 32°
D
hoek van breking = 43°
Slide 23 - Quiz
Wat klopt er niet in deze tekening van breking van licht in een glazen balk?
A
De stralen lopen de verkeerde kant op.
B
Er is breking naar de normaal toe in het glas.
C
Er is breking van de normaal af in het glas.
D
De inkomende en uitgaande stralen zijn niet evenwijdig.