Startrekenen 1F Domein 3, H 15 tijd

Startrekenen 1F
Meten en meetkunde
Hoofdstuk 14
Tijd

1 / 35
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Startrekenen 1F
Meten en meetkunde
Hoofdstuk 14
Tijd

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Doelen:
Je kent de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)
Je kunt de tijd lezen op een analoge klok.
Je kunt de tijd lezen op een digitale klok.
Je weet hoe een 24-uurs klok werkt.
Je kent de begrippen: eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand, week.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Klokkijken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1. Analoge klok

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer?
Een analoge klok is een klok met
een grote en een kleine wijzer.

De grote wijzer geeft de minuten aan,
de kleine wijzer geeft de uren aan.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
De grote wijzer wijst naar de 12, de kleine wijzer wijst naar de 2.

Het is hier 2 uur.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Hoe laat is het?
A
twaalf uur
B
vier uur

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe laat is het?
A
half twaalf
B
half zes

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

2. Digitale klok


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer?
Een digitale klok geeft met cijfers op een scherm
aan hoe laat het is. Dit tijdstip noemen we de
digitale tijd. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe doe je dat nou?

Digitaal klokkijken?
Bekijk het filmpje!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions


Hoe laat is het?
A
10 voor 11
B
5 over 10

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe laat is het?
A
5 over 4
B
5 over 2

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De foto van deze klok is gemaakt
in de:
A
nacht
B
ochtend
C
middag
D
avond

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De foto van deze klok is gemaakt
in de:
A
nacht
B
ochtend
C
middag
D
avond

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Een eeuw is hoeveel jaar?
Een eeuw

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

0

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Hoort 1979 bij de 19de of de 20ste eeuw?
A
19de eeuw
B
20ste eeuw

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoort 2018 bij de 20ste of 21ste eeuw?
A
20ste eeuw
B
21ste eeuw

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een jaar

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Hoeveel weken heeft een jaar?
A
12
B
52
C
365
D
366

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel dagen heeft
een schrikkeljaar?
A
12
B
52
C
365
D
366

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Een maand

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Uit hoeveel dagen bestaat
de maand mei?
A
28
B
29
C
30
D
31

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke maand heeft 30 dagen?
A
Februari
B
Augustus
C
November

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Je hebt nu geleerd over:
  • de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)  
  • tijd lezen op een analoge klok. 
  • tijd lezen op een digitale klok. 
  • Je weet hoe een 24-uurs klok werkt. 
  • eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand, week.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Tijd om na te denken


Slide 34 - Slide

Welke vragen heb je nog? Die kun je in de volgende dia noteren.
Oefen daarna verder in SCORE.
Hoofdstuk 14
Boek
H15 tijd en temperatuur
tijd opdracht 1-20

Studiemeter
klok en kalender

Slide 35 - Slide

This item has no instructions