De dagen van de week en de dagdelen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Heute
- Vorwissen aktivieren 
- Lernziele
- Wochentage / Tageszeiten

Slide 2 - Slide

Lernziele
-  Herhalen van Lektion 1 tot 3 
-  Grammatik Lektion 4


- Je de kunt de dagdelen en dagen opschrijven

Slide 3 - Slide

Heb je nog vragen voor het so van morgen?

Slide 4 - Open question

Dagen van de week

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Montag
Dienstag
Mittwoch
Donnerstag
Freitag
Samstag
Sonntag

Slide 7 - Drag question

Om aan te geven op welke dag iets gebeurt, gebruik je het voorzetsel ''am''.
Am Montag habe ich Deutsch. 
=
Op maandag heb ik Duits.


Slide 8 - Slide

___ haben wir einen Termin. (Op donderdag)
A
Auf Donnerstag
B
An Donnerstag
C
Am Donnerstag
D
In Donnerstag

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

de dagdelen 
Je kunt ze op 2 verschillende manier schrijven: 
1. zonder voorzetsel. het dagdeel begint met een kleine letter en eindigt op -s. 

2. Met het voorzetsel am. Het dagdeel begint met een hoofdletter. uitzondering in der Nacht. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

morgens 
nachmittags

Slide 13 - Drag question

vormittags
A
9-12
B
10-12
C
12-13
D
13-14

Slide 14 - Quiz

abends
A
19-24
B
20-24
C
18-24
D
0-6

Slide 15 - Quiz

Jetzt
- Lektion 1 van Kapitel 2 (vanaf blz. 58)
- oefenen SO 
(opdrachten Lektion 1 moeten wel gemaakt worden!)

Slide 16 - Slide