bs 5: immuunsysteem

Het immuunsysteem
1 / 13
next
Slide 1: Slide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het immuunsysteem

Slide 1 - Slide

Je moet kunnen beschrijven:

  •  hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties

  • op welke manieren immuniteit kan ontstaan;

  • wat er aan de hand is bij een allergie;

lichaamsvreemde stoffen
immuunsysteem
antigenen
infectie
virussen
antistoffen
immuun
immuniteit
natuurlijke immuniteit
inenting
vaccinatie
dode ziekteverwekkers
verzwakte ziekteverwekkers
witte bloedcellen
kunstmatige immuniteit
allergie
vaccinatiegraad
anafylactische reactie
allergische reactie

Slide 2 - Slide

Lichaamsvreemd
  • Stoffen die niet in het lichaam thuishoren
  • Lichaam heeft barrières om ziekteverwekkers (bacteriën en virussen) buiten het lichaam te houden
  • 1. Huid
  • 2. Slijmvliezen ( neus en keel, met trilhaartjes)
  • 3. Witte bloedcellen

Slide 3 - Slide

Infectie 
Bij een infectie gaat je immuunsysteem aan het werk.
- wordt geactiveerd door antigenen op een virus 
- Witte bloedcellen 'eten' bacteriën 
- Andere witte bloedcellen maken antistoffen 
-Antistoffen hechten aan de  antigenen

Slide 4 - Slide

Elk antigeen heeft een eigen antistof

Slide 5 - Slide

soorten immuniteit
natuurlijke immuniteit = een persoon heeft de ziekte zelf ondergaan (waterpokken)

kunstmatige immuniteit: door vaccinatie (mazelen)

Slide 6 - Slide

natuurlijke immuniteit
  1. Je wordt geïnfecteerd met een ziekte
  2. Je lichaam maakt antistoffen voor de specifieke antigenen aan
  3. Als er voldoende antistoffen zijn gemaakt, wordt je weer beter.
  4. Antistof blijft een tijdje in bloed
  5. Witte bloedcellen onthouden hoe ze de antistoffen moeten maken
  6. Je bent immuun en kan niet meer ziek worden

Slide 7 - Slide

kunstmatige immuniteit
  1. je krijgt een inenting / vaccinatie. 
  2. vaccin bevat dode of verzwakte ziekteverwekkers (of nagemaakt)
  3. hier wordt je niet (of niet heel erg) ziek van 
  4. je lichaam maakt antistoffen aan en onthoud dit
  5. bij een volgende infectie, kan je immuunsysteem snel reageren en antistoffen maken

Er kunnen ook antistoffen worden ingespoten

Slide 8 - Slide

Immuniteit
  • Natuurlijk: antistof blijft na ziekte in bloed, witte bloedcellen onthouden hoe ze gemaakt worden. Bij tweede infectie gebeurt dat heel snel
  • Kunstmatig: vaccinatie met dode of verzwakte ziekteverwekker, witte bloedcellen maken antistoffen

Slide 9 - Slide

Allergische reactie

  • Allergie= overgevoelig voor een bepaalde stof

  • Afweersysteem/ Immuunsysteem reageert erop: Rode plekken, uitslag, jeuk, branderig gevoel en ontstekingen.

Slide 10 - Slide

Anafylactische reactie
  • Heftige allergische reactie. Opzwellen van slijmvliezen en lippen, benauwd.
  • Bloedvaten verwijden en de bloeddruk daalt.
  • Een EpiPen kan helpen (adrenaline)

Slide 11 - Slide

Vaccineren
Rijksvaccinatieprogramma: Om kinderen te vaccineren tegen ziektes waar je vroeger dood aan kon gaan.
Vaccinatiegraad: Mazelen 95% =  95% moet gevaccineerd zijn om te zorgen dat de ziekte zich niet kan verspreiden onder de mensen.

Slide 12 - Slide

timer
10:00
Wat
Huiswerk maken in de les of mindmap/samenvatting
Hoe
Huiswerk: online           mindmap/samenvatting: op papier
Hulp
1) boek    2)  klasgenoot   3) docent
Tijd
Rest van de les
Uitkomst
1 t/m 9 behalve 5

Slide 13 - Slide