Herhaling II

Herhaling II
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling II

Slide 1 - Slide

Wanneer was...
De Koude Oorlog?
A
1945-1961
B
1940-2000
C
1945-1991
D
1950-1989

Slide 2 - Quiz

Waarom wordt de Koude Oorlog
de 'Koude' Oorlog genoemd?
Koude Oorlog.
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Geen echte oorlog maar wel veel dreiging en spanning.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 3 - Quiz

Wat is het communisme?
A
Politiek systeem waarbij de vrije markt een grote rol speelt
B
Politiek systeem waarbij de productiemiddelen van iedereen zijn
C
Politiek systeem waarbij de burgers de macht hebben
D
Politiek systeem waarbij iedereen gelijk is

Slide 4 - Quiz

Wat is Marshallhulp?
A
Het plan waarin de wederopbouw wordt georganiseerd
B
Economische hulp van de VS aan Europa na WOII
C
Hulp van de SU tijdens de Koude Oorlog.
D
Militaire hulp van de VS

Slide 5 - Quiz

Het Westblok stond onder de invloedssfeer van ...
A
Amerika
B
Sovjet-Unie

Slide 6 - Quiz

Met een invloedssfeer wordt bedoeld
A
macht van grootmachten in andere landen
B
macht van kleine landen in koloniën
C
het Oostblok
D
het Westblok

Slide 7 - Quiz

De Berlijns muur werd gebouwd omdat:
A
de DDR geen mensen meer uit West-Berlijn wilde ontvangen.
B
er teveel mensen vanuit Oost- naar West-Berlijn vluchtten.
C
de Amerikanen dat aan de SU hadden gevraagd
D
de SU elke ontmoeting tussen Oost en West wilde verbieden.

Slide 8 - Quiz

Is de tekenaar van de spotprent een voorstander van de VS of van de SU?
A
Verenigde Staten
B
Sovjet Unie

Slide 9 - Quiz

Is de tekenaar van de spotprent een voorstander van de VS of van de SU?
A
Verenigde Staten
B
Sovjet Unie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Wie kiest de Eerste Kamer?
A
de gemeentes
B
de provincies
C
de burgers
D
de ministers

Slide 13 - Quiz

Tweede Kamer
A
Eerste Kamer.
B
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
C
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
D
Dagelijks bestuur van de EU.

Slide 14 - Quiz

Grondwet
A
Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een bepaald gebied.
B
Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
C
Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
D
150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Slide 15 - Quiz

De Eerste Kamer is anders dan de Tweede Kamer. De Eerste Kamer mag...
A
Nieuwe wetten ondertekenen.
B
Een wetsvoorstel in zijn geheel goed- of afkeuren.
C
Amendementen indienen als ze een wetsvoorstel willen verbeteren.
D
Zelf wetten maken.

Slide 16 - Quiz