Quiz mens & maatschappij Boek 1A

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesprogramma 

- Wanneer is de toets?
- Quiz 1.1 t/m 1.4
- Vragen over hoofdstuk 1
- Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Toets hoofdstuk 1 

Week 44: woensdag 2 november (zie Magister)


- Proefwerk hoofdstuk 1
- Leer de blauwe blokken (leerstof) !
- Leer de begrippenlijst !


Slide 4 - Slide

Een revolutie is een...
A
Manier om aan voedsel te komen
B
Wapen van jager-verzamelaars
C
Graansoort uit het Midden-OOsten
D
Grote verandering

Slide 5 - Quiz

Wat is akkerbouw?
A
De boer heeft koeien
B
De boer heeft kippen
C
De boer verbouwd planten
D
De boer doet aan irrigatie

Slide 6 - Quiz

Zodra mensen een vaste woonplaats hebben, ontstaat er verschil tussen arm en rijk. Welke twee kenmerken horen bij arme mensen?
A
grote oogst
B
kleine boerderij
C
veel grond
D
weinig werktuigen

Slide 7 - Quiz

In Nederland hebben lang geleden mensen geleefd die graven bouwden van grote stenen. Hoe noemen we deze mensen?
A
boeren
B
hunebedbouwers
C
jagera
D
natuur-gelovigen

Slide 8 - Quiz

Akkerbouw en veeteelt samen noem je?
A
boerland
B
bouwland
C
grasbouw
D
landbouw

Slide 9 - Quiz

Wat is een kenmerk van de samenleving van jager-verzamelaars?
A
Ze hadden vast een vaste woonplaats.
B
Ze woonden in stevige huizen.
C
Ze konden alles vinden of maken in hun directe omgeving.
D
Ze joegen alleen op kleine dieren.

Slide 10 - Quiz

Wat is veeteelt?
A
Dieren als huisdier gebruiken
B
Dieren gebruiken om op te jagen
C
Dieren gebruiken om jouw dorp te beschermen
D
Dieren gebruiken voor de landbouw

Slide 11 - Quiz

Waar dienden Hunebedden voor in de tijd van de Jagers en Boeren?
A
Ze begroeven er belangrijke voorwerpen om te bewaren.
B
Je kon er onder slapen (bedden) zodat je droog bleef.
C
Het waren grafmonumenten voor de belangrijkste dorpelingen.
D
Het was een monument om de goden te aanbidden.

Slide 12 - Quiz

De eerste mensen leefden als nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die een vaste woonplaats hebben.
B
Mensen die hun hele leven in een dorp wonen.
C
Mensen zonder vaste woonplaats.
D
Mensen die hun voedsel uit de natuur halen.

Slide 13 - Quiz

Je bent zelfvoorzienend als je...
A
Geen vaste woonplek hebt
B
Aan landbouw doet
C
Voor jezelf kan zorgen
D
Wapens van hout maakt

Slide 14 - Quiz

De manier waarop mensen leven, noem je...
A
Taal
B
Godsdienst
C
Werktuig
D
Cultuur

Slide 15 - Quiz

Als er veel welvaart is in een land, is ook de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Middel van bestaan
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 17 - Quiz

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 18 - Drag question

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 19 - Open question

Als je niet genoeg geld hebt voor de basisbehoeften, leef je in armoede en in slechte ...
A
gezondheidszorg
B
economie
C
welvaart
D
levensomstandigheden

Slide 20 - Quiz

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 21 - Drag question

In welk continent zijn de meeste ontwikkelingslanden?

A
Europa
B
Noord Amerika
C
Oceanië
D
Afrika

Slide 22 - Quiz

Welkantwoord hoort bij slechte levensomstandigheden?
A
dagelijks in de file staan
B
één auto per gezin
C
kinderen gaan niet naar school
D
ziekenhuis in een andere stad

Slide 23 - Quiz

Landbouw
Industrie
Diensten
Kapper
Boer
Schoenenfabriek
Brandweerman
Advocaat
Kippenboer
Kassen
Docent

Slide 24 - Drag question

Wat is de beroepsbevolking?
A
Alle mensen die een beroep hebben.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Alle mensen die werken.
D
Alle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

Slide 25 - Quiz

Regionale ongelijkheid staat voor het verschil tussen arm en rijk binnen een...
A
Werelddeel
B
Provincie
C
Land
D
Gemeente

Slide 26 - Quiz

Welke vraag heb jij over hoofdstuk 1:
1.1 t/m 1.4?

Slide 27 - Open question