This lesson contains 25 slides, with text slides.
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
In deze les leer je de juiste verwijswoorden gebruiken.
de-woorden: verwijs met deze of die
het-woorden: verwijs met dit of dat
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................