Don't forget to open the 'Live chatten' Google Doc so your teachers can help you while you work!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welcome!
Don't forget to open the 'Live chatten' Google Doc so your teachers can help you while you work!
Slide 1 - Slide
Today's goal
At the end of the lesson you know when to use will, shall and to be going to (Future tenses)
(Je kan de grammatica zelf toepassen in zinnen. Je kent dus niet alleen de regels maar kan het ook gebruiken om correcte zinnen te maken)
Slide 2 - Slide
Agenda
Unit 4: Lesson 5, pagina 155 Exercises 1 to 6
Fill in the answers in your digital book after going through the explanation
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Twee vormen van de Future: - Am/is/are going to
- Will/shall
Er zijn nog twee vormen, maar die hoeven jullie nu nog niet te weten. Deze krijgen jullie volgend jaar!
Slide 5 - Slide
Hoe maak je de Future?
optie 1: To be going to
+ In een positieve zin: am/is/are + going to + hele ww
(I am going to call my grandma tonioght)
- In een negatieve zin: am/is/are + not + going to + hele ww
(She isn't going to sing in the show tomorrow)
? In een vraagzin: am/is/are+ persoon + going to + hele ww
(Are we going to watch Lord Of the Rings tonight? )
Slide 6 - Slide
Hoe maak je de Future?
Optie 2: Will / Shall
+ In een positieve zin: will + hele ww -> 'll
(We'll make it)
- In een negatieve zin: will + not + hele ww -> won't
(we won't make it)
LET OP:
? In een vraagzin: Voor I & We gebruik je shall, voor de rest will
(Shall we go to the beach? Will she go the beach?
Slide 7 - Slide
Maar wat is nou het verschil?
To be going to gebruik je:
- als het plan er al was vóór het gesprek Voorbeeld: I am going to do my homework tonight - bij een voorspelling gebaseerd op een aanwijzing, het gaat gebeuren
Voorbeeld: The clouds are very dark, I think it's going to rain
Slide 8 - Slide
Will / Shall gebruik je:
- als het plan is onstaan tijdens het gesprek
- korte tijd om na te denken
- toekomst in het algemeen
- zeggen dat iets wel/niet zal gebeuren
-een feit wat je niet kan veranderen
Voorbeeld: He probably won't be here on time
Slide 9 - Slide
Vergelijking
Would you like tea or coffee?
I will have a coffee, please. (Plan ontstaan in het gesprek)
There's no more milk. I know, I'm going to go and get some when this TV programme ends. (Plan was voor het gesprek al gemaakt)
Slide 10 - Slide
Best veel informatie!
Bekijk onderstaand filmpje.
Daarin wordt hetzelfde nog een keer verteld, maar dan op een andere manier.
Dat helpt je met het kunnen begrijpen en onthouden van de stof.
Maak aantekeningen als je dat handig vind, hou ze bij je opdrachten die zo nog komen, dat helpt je toepassen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Gelukt?
Hou je aantekeningen erbij.
Je mag ook je boek bladzijde 173 erbij houden.
We gaan namelijk kijken of het je lukt om wat je zonet geleerd hebt ook al kan gaan toepassen.
Let vooral goed op de situaties: ik welke situatie gebruik ik wat?
Herken de situatie en kies dan de juiste optie + vervoeg hem.
Slide 13 - Slide
It's 6-0. They ... win
Slide 14 - Open question
I'm thirsty. I think I ... buy a drink
Slide 15 - Open question
... we go to the party?
Slide 16 - Open question
Don't worry. I ... tell anyone.
Slide 17 - Open question
I'm don't feel very good. I think I... throw up.
Slide 18 - Open question
Let's get to our digital books
Do Unit 4: Lesson 5,
Exercises 1 up and untill (t/m) 6
If you need a bit more help , go ahead and watch the video in the LessonUp again or and read the study box on page 173 again. You can also ask questions in the Google Doc.
Slide 19 - Slide
Finished?
If you're done, click on the exercises on the next slide: