thema 'het lichaam ' les 1

Thema 'het lichaam'
les 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 'het lichaam'
les 1

Slide 1 - Slide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
het lichaam
Elk mens heeft een lichaam.
het hoofd
Ik zag het hoofd van Jan boven het hek uitkomen.

Slide 2 - Slide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

het haar
Zij heeft heel lang haar.
het gezicht
Zij heeft een lach op haar gezicht.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

het oor/ de oren
Luisteren doe ik met mijn oren.
het oog/ de ogen
Kijken doe ik met mijn ogen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

de neus
Ruiken doe ik met mijn neus
de wang/ de wangen
Ik bloos. Mijn wangen zijn rood.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

de mond
Hij stak een kauwgom in zijn mond.
de lip
Zij heeft haar lippen rood geverfd.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

de tong
Hij legde het pilletje op zijn tong.
de tand/ de tanden
Met zijn tanden beet hij in een appel.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

de nek
Hij heeft een sjaal om zijn nek.
de hals
Om haar hals zat een mooie ketting.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

de keel
Toen ik slikte had ik pijn in mijn keel.
het hart
Mijn hart klopt regelmatig.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

de arm
Anita heeft haar arm gebroken.
de hand
Hij heeft een pen in zijn hand.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

de vinger
Hij heeft een ring om zijn vinger.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met...

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met...

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de arm
B
het oor
C
de neus
D
het oog

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de arm
B
de hand
C
de wang
D
de vinger

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
het hart
B
het hoofd
C
de nek
D
de hals

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Maak een woord van deze letters.
ch-a-m-a-i-l

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Maak een woord met deze letters.
ch-z-i-g-e-t

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 24 - Slide

This item has no instructions