Hoofdstuk 7 Paragraaf 1 t/m 3

Hoofdstuk 7 Paragraaf 1 t/m 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 Paragraaf 1 t/m 3

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
Bij een situatie een regel in woorden maken
Een pijlenketting bij een regel in woorden maken
Met een pijlenketting rekenen

Slide 2 - Slide

Tel de benen.
Hoeveel paarden?

Slide 3 - Open question

Vul de tabel verder in.
Waarom geen 15 benen in de eerste kolom?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video


Slide 6 - Open question

Hoeveel paarden horen er bij 68 benen?

Slide 7 - Open question

Stappenplan
Pijlenketting

Wat staat er onder het IN- getal?
Wat staat er onder het UIT-getal?

Wat zet je boven de pijl? + - x of :

Slide 8 - Slide

Noble verkoopt kaartjes voor een voetbalwedstrijd voor €10,- per stuk.
....
aantal kaartjes ---> verdiensten
Wat moet er boven de pijl staan?

A
: 10
B
x 10
C
+ 10
D
- 5

Slide 9 - Quiz

IN-getal is 32
A
27
B
28
C
26
D
160

Slide 10 - Quiz

IN-getal is 32
A
30
B
16
C
18
D
64

Slide 11 - Quiz

7.2 pijlenketting maken
Wat gaan we deze les leren:
  • Een regel in woorden maken bij een situatie 
  • Een pijlenketting maken


Slide 12 - Slide

Hoeveel wielen tel je?
A
9
B
10
C
8
D
11

Slide 13 - Quiz

Hoeveel fietsen zijn er dan?

Slide 14 - Open question

Regel in woorden


Het aantal wielen gedeeld door 2 is het aantal fietsen

Slide 15 - Slide

Hoeveel rode tegels?
A
14
B
8
C
6
D
7

Slide 16 - Quiz

Hoeveel grijze tegels liggen er naast één rode tegel?
A
1
B
14
C
2
D
3

Slide 17 - Quiz

Welke regel in woorden hoort bij deze opgaven?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Niels verdient 4 euro per uur.
Welke pijlenketting hoort hierbij?
A
verdienste--x4-->aantal uur
B
verdienste--:4-->aantal uur
C
aantal uur--X4-->verdienste
D
aantal uur--:4-->verdienste

Slide 20 - Quiz

Een paard heeft 4 benen. In de stal zie ik de paarden niet maar wel hun benen. Welke pijlenketting hoort hierbij?
A
Aant. benen : 2 --> aant. paarden
B
Aant. benen : 4 --> aant. paarden

Slide 21 - Quiz

Meneer de Beer neemt een zwemabonnement. Ze betaald €30,- inschrijfkosten en €5,- per maand.

Inschrijfkosten
Aantal maanden
Bedrag
x 5
+ 30
x 30
+5

Slide 22 - Drag question

mevrouw Kurul besteld shirtjes. Per shirt betaald ze €8,-, ze betaald €5,- verzendkosten. Maak hierbij een pijlenketting, zet op de juiste volgorde.

Aantal shirtjes
Bedrag
x 8
+ 5
x 5
+8

Slide 23 - Drag question

formule: winst = 2 x aantal  - 7
                           of
                 winst  = -7 + 2 x aantal

Slide 24 - Slide

formule: verdiensten = 11 + 3 x aantal

Slide 25 - Slide

Maak van de pijlenketting een formule.
aantal x6 ... +30 kosten

Slide 26 - Open question