24-25 Formatieve toets tijdvak 6

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

De Republiek in de Gouden Eeuw

formatieve toets 

Plaats  de gebeurtenissen in  chronologische volgorde

1

2

3

4

5

Rampjaar

Beeldenstorm

Vrede van Münster

Plakkaat van Verlatinghe

oprichting VOC

Wat was geen reden waarom de raadspensionaris in de Republiek veel invloed had?

1. Hij bereidde de vergaderingen van de Staten-Generaal voor.
2. Hij was de opperbevelhebber van het landleger.
3. Hij was in de Staten-Generaal de woordvoerder van de Gewestelijke Staten van Holland.
4. Hij was goed thuis in het buitenlands beleid van de Republiek.

Gebruik bron 1.
Al een paar jaar lang vonden er besprekingen plaats tussen Spanje en de Republiek over het sluiten van een langdurige wapenstilstand, of mogelijk zelfs een vredesverdrag. Lang niet iedereen was hier
een voorstander van. Toch werd in 1609 een wapenstilstand voor twaalf jaar gesloten.

Leg met een verwijzing naar de bron uit hoe Lambrecht van den Hoevel laat zien dat niet
iedereen wilde dat er een wapenstilstand zou komen.

Spanje had twee eisen alvorens er een bestand met de Republiek zou worden gesloten.
1 De rivier de Schelde, die door de Republiek was afgesloten, zou weer moeten worden geopend voor de scheepvaart.
2 De VOC moest haar activiteiten staken.
Leg voor elke eis apart uit waarom de Republiek deze twee eisen niet inwilligde.

Plaats  de gebeurtenissen in  chronologische volgorde

1

2

3

4

5

Engeland, Frankrijk en Duitse bisschoppen vallen Republiek binnen

Vanuit Europa vertrekken kruistochten naar Jeruzalem

Germanen vallen het Romeinse Rijk binnen

Spanjaarden veroveren de opstandige stad Antwerpen

Arabische legers veroveren Spanje

Gebruik de bron
Bij deze gebeurtenis passen twee beweringen:
1 Uit het aannemen van de Scherpe Resolutie blijkt dat het particularisme in de Republiek
nog stevig verankerd was.
2 De Scherpe Resolutie was voor stadhouder Maurits onaanvaardbaar.

Ondersteun beide beweringen

Deze opdracht gaat over het Rampjaar 1672.

In 1672 werd de Republiek door vier andere Europese landen aangevallen.

Wat was een GEVOLG (dus geen oorzaak) van die aanval?

1. De Franse koning Lodewijk XIV besloot om zijn macht naar het noorden toe uit te breiden.
2. Willem III werd door de regenten, die dat eigenlijk niet wilden, toch benoemd tot stadhouder.
3. Engeland wilde een einde maken aan de sterke machtspositie van de Nederlandse handelaren.
4. Geen van de genoemde antwoorden is een gevolg

Rond 1500 stagneerde de bevolkingsgroei van de Hollandse steden. Leg uit dat de moedernegotie hier een oplossing voor bood.

Een historicus komt bij deze foto van een kerkgebouw in Amsterdam tot de volgende bewering: 'Ons' Lieve Heer op Solder' is een goede illustratie van de godsdienstpolitiek van de Republiek. Ondersteun de bewering met een verwijzing naar de foto.

Toelichting

In 1661 koopt Jan Hartman het grachtenpand dat op de foto tweede van links staat. Hartman laat de zolder ombouwen tot een schuilkerk, waarin de rooms-katholieke eredienst wordt gehouden. Het pand wordt 'Ons' Lieve Heer op Solder' genoemd en is tot 1887 een belangrijke rooms-katholieke kerk in het centrum van Amsterdam.

In 1598 werd in Frankrijk het Edict van Nantes uitgevaardigd. Dit maakte een einde aan de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. In 1685 trok koning Lodewijk XIV (1638-1715) het edict weer in, omdat hij één godsdienst in zijn land wilde. Veel Franse protestanten vluchtten toen naar de Nederlandse Republiek.
- Noem twee redenen waarom veel Franse protestanten juist naar de Republiek vluchtten en
- leg uit dat het beleid van Lodewijk XIV paste bij het absolutisme van veel vorsten in de zeventiende eeuw.

De Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715) staat bekend als een absoluut vorst. Hij benoemde Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), de zoon van een rijke lakenkoopman, tot minister. Dat was voor die tijd een bijzonder benoemingsbeleid, omdat Colbert niet van adel was.

Leg uit dat dit benoemingsbeleid paste bij een absoluut vorst uit die tijd

Deze toets ...

1. Ging heel slecht, ik ben nog niet goed voorbereid voor de SE toets
2. Ging best aardig, maar bronvragen blijven lastig
3. Ging best aardig, maar chronologievragen blijven lastig
4. Ging best goed, ik beheers de stof al een beetje