H12 V5 Hormonen

vandaag 


                                                                             hormonen
                                                                             hypotahamus en hypofyse
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Items in this lesson

vandaag 


                                                                             hormonen
                                                                             hypotahamus en hypofyse

Slide 1 - Slide

Klieren
Organen die bepaalde stoffen produceren en uitscheiden.

Exocriene klieren: zweetklieren, speekselklier, maagsapkliercel, 
alvleesklier
Endocriene klieren: scheiden hormonen uit in het bloed
signaalstoffen

Slide 2 - Slide

communicatie via
1.  Endocrien systeem (chemisch) 
hormonen via bloed, lymfe, weefselvloeistof naar targetcellen
(receptoren)

2. Zenuwcellen (elektrisch) 
signalen langs gerichte paden (neuronen) naar cellen
(spier, klier, zenuwcel)

Slide 3 - Slide

hypothalamus, hypofyse
BINAS 88C1


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De hypothalamus is een onderdeel van de hersenen.

Beinvloedt de hypofyse
De hypofyse is de hormoonklier

Er is een hypofyse voorkwab en een achterkwab

Slide 6 - Slide

hypothalamus en hypofyse achterkwab
neurohypofyse
= hypofyse achterkwab

De hypothalamus maakt de neurohormonen oxytocine en ADH

via uitlopers van zenuwcellen komen de neurohormonen inde hypofyse 


Slide 7 - Slide

BINAS 89A

Slide 8 - Slide

Hypofyse voorkwab = adenohypofyse
maakt hormonen aan onder invloed van de hypothalamus
Hypothalamus maakt releasing of inhibiting hormonen aan

via het bloed naar de hypothalamus






Slide 9 - Slide

BINAS 89A

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

BINAS 
67 K

Slide 12 - Slide

3 verschillende typen hormonen
 
steroid hormonen 

tyrosine hormonen  (van 1 aminozuur afgeleid)

peptide hormomen (eiwit)
BINAS 67K

Slide 13 - Slide

steroidhormonen
afgeleid van cholesterol (BINAS)\
Hydrofoob
Door de celmembraan heen naar eiwitreceptor in de cel
BINAS 89B

Slide 14 - Slide

Peptidehormonen
Eiwitten: grote moleculen kunnen niet zomaar de celmembraan passeren.
Hebben een receptor in de celmembraan
BINAS 89B
signaalstoffen in de cel

Slide 15 - Slide

tyrosine hormonen
Afgeleid van het aminozuur tyrosine
Via beide mechanismen gaat de informatie naar de kern
BINAS 89B

Slide 16 - Slide

signaalstoffen
Hormonen: geproduceerd in hormoonklieren, afgifte aan het bloed, werking vaak op afstand.

Signaalstoffen in de cel (eiwitreceptor)

Signaalstoffen in weefsels: beinvloeden van "buur"cellen
(groeifactor)

Slide 17 - Slide

§12.3 calcium huishouding
Let op!
Niet in details leren wat er in 12.3 besproken wordt.

wel weten: osteoblasten, osteoclasten, osteoporose en geslachtshormonen
paraathormoon en calcitonine en hun invloed op bot en nier
vitamine D en resorptie Ca2+ uit darm

Slide 18 - Slide

Calcium 2+
Belangrijk voor
- bloedstolling
-spiersamentrekking
-impulsgeleiding zenuw
- signaalstof in de cel

Slide 19 - Slide

botweefsel bevat Calcium
osteocyt ->

Slide 20 - Slide

testosteron en oestrogenen remmen osteoclasten
=> osteoporose  (botontkalking)

Slide 21 - Slide

calcium concentratie bloed
moet +- constant blijven

geregeld door calcitonine uit de schildklier
en paraathormoon uit de bijschildklier

antagonistische werking


Slide 22 - Slide

Ca2+ te hoog
receptor (norm) in de schildklier zelf
schildklier gaat het hormoon calcitonine afgeven
calcitonine
-> oseoblasten actief
-> osteoclasten geremd
                           haalt minder Ca2+ terug uit de voorurine
Bot

Nier

Slide 23 - Slide

Ca 2+ te laag
receptor (norm) in de bijschildklierbijschildklier zelf
bijschildklier gaat paraathormoon afgeven

 -> osteoclasten actief
-> nier haalt meer Ca2+ terug uit de voorurine
-> activatie Vit D -> meer Ca2+ uit de darm

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

homeostase: glucose spiegel
Belangrijk want:

-brandstof voor alle cellen
- te weinig-> schade aan met name hersenweefsel!!!!!
- te veel -> terugresorptie via de nieren is beperkt
-> verlies kostbare brandstof met urine

§12.4

Slide 26 - Slide

homeostase glucose
Alvleesklier

Exocriene klier: verterings enzymen
Endocriene klier: insuline en glucagon in de
Eilandjes van Langerhans

Slide 27 - Slide

te hoge bloed glucose spiegel
(na maaltijd)
Eilandjes van Langerhans, beta-cellen

productie van insuline

insuline bevordert de opname van glusose door alle cellen
insuline bevordert de aanmaak van glycogeen uit glucose in lever en spier

Slide 28 - Slide

te lage bloedglucose spiegel
Eilandjes van Langerhans, alfa-cellen

productie van glucagon

glucagon bevordert de afbraak van glycogeen in lever
en de afgifte van glucose door de lever



Slide 29 - Slide

suikerziekte
Te weinig of geen productie van insuline.
Het bloedsuikergehalte blijft te hoog.
Glucose in de urine.

Type 1: cellen beschadigd
Type 2: ouderdomssuiker, lichaamscellen reageren onvoldoende op insuline (te weinig receptoren)

Slide 30 - Slide

acute stress
Adrenaline

 productie Bijniermerg
Doel: snel kunnen reageren in bedreigende situaties
Hartslag en ademhaling omhoog
Glucose nodig: glycogeen afbraak in lever en spieren

Slide 31 - Slide

BINAS 89 A

Slide 32 - Slide

bloedglucose omhoog door

- na het eten van een koolhydraatrijke maaltijd
- glucagon veroorzaakt afbraak glycogeen in de lever
- afgifte van adrenaline na schikreactie

Slide 33 - Slide

Schildklier                       
Stofwisseling                                                       
Ademhaling, hartslag, temperatuur                                      spijsvertering 

Te veel: vermageren
Te weinig: toename lichaamsgewicht                                                 

§12.5

Slide 34 - Slide

BINAS 89 C
T4 = thyroxine
= een voorloperhormoon van T3

T4 -> T3

Slide 35 - Slide

osmo- receptoren in de hypothalamus

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

hormonen   BINAS
89 A
89 B
89 C

67 K
85 D
Bekijk de tabellen goed, begrijp je alles?

Slide 39 - Slide

terugkoppeling postitief en negatief
regelkring, receptor, norm, actor (doelwitcel/orgaan)
antagonisten
homeostase
endocriene / exocriene klier, inwendig en uitwendig milieu
receptor in / aan de cel
suikerziekte
halfwaarde tijd
hypothalamus / hypofyse (neuro- adeno-)

Slide 40 - Slide

Stofwisseling  insuline, glucagon, adrenaline, groeihormoon,  cortisol, thyroxine

Nieren/osmotische waarde   ADH, aldosteron
bloed EPO

voortplanting  oxytocine, testosteron, progesteron, oestrogeen

calciumhuishouding     calcitonine en PTH


Slide 41 - Slide