Grammatica WWG

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Huiswerk controleren:
Anika, Evan en Esmee
timer
1:30

Slide 2 - Open question

Wat weet je nog over
het werkwoordelijk rest?

Slide 3 - Mind map

Gemengde rest 
Gemengde rest: 
  • Aan het + infinitief 
  • Te + infinitief 
Woordsoortbenoeming
Te is een voorzetsel
Aan is een voorzetsel
Het is een lidwoord 

Slide 4 - Slide

Niet-werkwoordelijk rest 
Niet-werkwoordelijk rest:
  • Werkwoorden waarvan een deel afgesplitst kan worden; scheidbare werkwoorden.
  • Voorbeelden: aankomen, overdoen, opletten, inleveren, etc. 
Woordsoortbenoeming
Het afgesplitste deel vasn een scheidbaar samengesteld werkwoord is een bijwoord.

Slide 5 - Slide

Hoe ontleed je de zin:
We scheppen de ondergelopen kelder leeg.

Slide 6 - Open question

Hoe ontleed je de zin:
De docent las een spannend verhaal voor.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Hoe ontleed je de zin:
Tijdens de storm viel de oude boom plotseling om.

Slide 9 - Open question

Ontleed de zin:
De eik viel op een geparkeerde auto.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Wat valt je op aan deze zin?
Hij vergiste weer en schaamde

Slide 12 - Open question

Het wederkerende werkwoord
Er zijn veel werkwoorden waarbij je het woordje 'zich' niet kunt weglaten. Het hoort bij het werkwoord. 
  • bijvoorbeeld: zich schamen, zich vervelen, zich verspreken. 
 Zich vergissen is bijvoorbeeld verplicht wederkerend: een zin als 'Jij vergist' is niet mogelijk. Bij wassen is het wederkerend voornaamwoord niet verplicht: 'Ik was me' en 'Ik was mijn kleren' zijn beide mogelijk.
TIP!
De woordsoort van zich is: wederkerend voornaamwoord. 

Slide 13 - Slide

Het wederkerende werkwoord
In een zin met een verplicht wederkerend werkwoord hoort het voornaamwoord bij het werkwoordelijke gezegde. In 'De kinderen gedroegen zich voorbeeldig' is gedroegen zich het werkwoordelijk gezegde. Als het werkwoord toevallig wederkerend is, is het voornaamwoord het lijdend voorwerp. In 'Mijn vader scheert zich met water en zeep' is scheert het werkwoordelijk gezegde en zich het lijdend voorwerp.

Slide 14 - Slide