Nederlands Herhaling perron 2

Nederlands 
Herhaling (terugblik) Perron 2
Maart 2021
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 
Herhaling (terugblik) Perron 2
Maart 2021

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze week
Terugblik perron 2 --> nav toets
3x15 minuten stillezen
Station/taalverzorging
Nieuwsbegrip actief lezen + woordenschat

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Toets Perron 2
  1. Dictee
  2. Persoonsvormen (zoeken op 3 manieren)
  3. Zinsdelen
  4. Onderwerp
  5. werk woordelijk gezegde
  6. Lijdend voorwerp
  7. Werkwoorden (zelfstandig, hulp en koppel)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welk onderdeel vond je lastig? Geef duidelijk aan waar je extra aandacht aan wil schenken!

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Persoonsvorm

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het onderwerp van een zin
Wie of wat + persoonsvorm
De hond sluipt door het bos
Wie sluipt? --> de hond = onderwerp

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

wwg=werk woordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin, dus ook de persoonsvorm

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Grammatica Lijdend voorwerp

Slide 8 - Slide

lv= zijn huiswerk
lv= sneeuwballen
lv= een krijtje
lv= hem
Zelfstandig werkwoord (zww)
Een zelfstandig werkwoord (zww) kan in z'n eentje - zelfstandig dus - in een zin staan.
  • De geit eet.
  • De koe leeft.
  • De hond rent.
  • De kat bijt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hulpwerkwoord (hww)
Soms wordt het zelfstandig werkwoord een handje geholpen door een ander werkwoord. Zo'n werkwoord heet een hulpwerkwoord (hww). Het hulpwerkwoord kun je weglaten.
  • De geit heeft gegeten. (Het hulpwerkwoord maakt duidelijk dat de geit klaar is.)
  • De koe zal niet lang meer leven. (Het hulpwerkwoord vertelt iets over de toekomst.)
  • De hond wil rennen. (Het hulpwerkwoord vertelt iets extra's.)
  • De kat wordt gebeten. (Het hulpwerkwoord vertelt dat de kat niet zelf bijt.)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zij zou wel een nieuwe jas willen kopen
zou

willen

kopen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn zinsdelen?
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.
  • Zinsdelen hebben een betekenis (een functie) binnen een zin.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Maken in Teams 
Bij bestanden staat een map Herhaling perron 2
Maak de oefeningen die je lastig vind
Nakijken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions