Aussehen 01-12

1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen
Was machen wir heute?
Lesen Landeskunde Berlin im Fashio-Fieber
Grammatik 
Aufgaben machen

Slide 2 - Slide

Modalverben
Je weet de betekenis van de werkwoorden  sollen, wollen  mögen en möchten.
Je kunt de werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 3 - Slide

Was wissen wir noch?

Slide 4 - Slide

GOED ONTHOUDEN!
1.  Bij ich  en  er/sie/es : hebben deze werkwoorden 
     geen uitgang .
2. In het enkelvoud (ich - du - er/sie/es) verandert de  
     klinker in de stam (behalve bij sollen)
3. Bij wir en sie (meervoud) en Sie (u) heb je altijd de hele 
     werkwoordsvorm (natuurlijk alléén in de tegenwoordige tijd).

Slide 5 - Slide

Uitleg betekenis
Sollen= moeten ( een wil  van een ander)
Wollen= willen (heel sterk)
Mögen= leuk vinden, houden van, lusten, aardig vinden
Können= kunnen
Dürfen= mogen (toestemming hebben)
Müssen= moeten ( het kan niet anders, noodzaak)
Wissen = weten
möchten= willen (wens)

Slide 6 - Slide

Die Regel entdecken
Aufgabe 21, Seite 80
Aufgabe 22 Seite 81
Aufgabe 23, Seite 
Extra uitdaging Aufgabe 24 Seite 82
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Das Verb wissen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Aufgabe 15 Seite 77 machen

Slide 11 - Slide

Antworten

Slide 12 - Slide

Aufgabe 3

Slide 13 - Slide

Aufgabe 4

Deutsch -Niederländisch
besser-   beter
das Kopftuch -de hoofddoek
das Kleid- de jurk
die Kapuze- de capuchon
das Aussehen -het uiterlijk
der Ring -de ring


Slide 14 - Slide

Aufgabe 5
Interviewer: Hallo Kirsten. Du hast eine schöne helle Haarfarbe. Von wem hast du diese Haarfarbe?
Kirsten: Die Haare von meiner Mutter sind braun und die von meinem Opa grau. Früher hatte er die gleiche Haarfarbe wie meine Mutter. Meine sind hellblond..
Interviewer: Du bist also die Einzige zuhause, die diese Haarfarbe hat?
Kirsten: Ja. Meine Frisur ähnelt aber der meiner Mutter.
Interviewer: Was ist deine Lieblingsfarbe?
Kirsten: Ich mag Grün, aber auch Orange und Violett. Die T-Shirts, die ich gerne trage, sind meistens sehr bunt und gestreift und das gefällt mir.
Interviewer: Die Jacke, die du jetzt trägst, wirkt sehr sportlich. Was für Kleidung trägst du gerne?
Kirsten: Ich trage im Winter gerne Stiefel und einen Pullover. Im Sommer trage ich gerne eine Jeans oder bunte Hose und ein T-Shirt. Ich trage auch gerne Ketten.


Slide 15 - Slide

Hausaufgaben
Leren Lernliste Deutsch-Niederländisch
Leren de werkwoorden sollen, wollen, mögen en möchten

Slide 16 - Slide

Nächste Stunde
Sprechen 

Wortschatz: Lebendes Memory nog uitprinten

https://learngerman.dw.com/en/das-ist-jetzt-modern/l-37655848

https://www.youtube.com/watch?v=IkGz6imNPg4

https://create.kahoot.it/details/425befb2-32bf-4059-b190-0452362b4c93




Slide 17 - Slide