Persoonsvorm en onderwerp

Persoonsvorm en onderwerp
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 1 - Slide

Op welke 3 manieren kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 2 - Open question

Zoek de persoonsvorm in de zin:
"De regen heeft de planten water gegeven."

Slide 3 - Open question

Zoek de persoonsvorm in de zin:
"Heeft Lucas de televisie al gerepareerd?"

Slide 4 - Open question

Zoek de persoonsvorm in de zin:
"Manon en Lisa kochten een nieuwe tafel."

Slide 5 - Open question

Zoek de persoonsvorm in de zin:
"Vorige week zijn wij naar een pretpark geweest."

Slide 6 - Open question

Zoek de persoonsvorm in de zin:
"Wanneer gaan we naar buiten toe?"

Slide 7 - Open question

Op welke manier kun je het onderwerp in een zin vinden?

Slide 8 - Open question

Zoek het onderwerp in de zin:
"Fien leest een spannend boek over robots."

Slide 9 - Open question

Zoek het onderwerp in de zin:
"Het muisje eet een groot stuk kaas."

Slide 10 - Open question

Zoek het onderwerp in de zin:
"Vandaag viert de hele wereld feest."

Slide 11 - Open question

Zoek het onderwerp in de zin:
"Alle meisjes uit groep 6 dansen mee op de muziek."

Slide 12 - Open question

Zoek het onderwerp in de zin:
"Het schattige, kleine hondje slaapt in zijn mandje."

Slide 13 - Open question

Nu alles door elkaar!

Slide 14 - Slide

Zoek de persoonsvorm in de zin:
"Veel kinderen spelen graag buiten."
A
veel kinderen
B
graag
C
spelen
D
buiten

Slide 15 - Quiz

Zoek het onderwerp in de zin:
"Veel kinderen spelen graag buiten."
A
veel kinderen
B
graag
C
spelen
D
kinderen

Slide 16 - Quiz

Zoek de persoonsvorm in de zin:
"Alle kinderen op het feestje rennen zo snel ze kunnen naar de trampoline."

Slide 17 - Open question

Zoek het onderwerp in de zin:
"Alle kinderen op het feestje rennen zo snel ze kunnen naar de trampoline."

Slide 18 - Open question

Nu mogen jullie een zin verzinnen.

Slide 19 - Slide

Bedenk een zin met een persoonsvorm.

Slide 20 - Open question

Bedenk een zin met een onderwerp.

Slide 21 - Open question