Toets eiwitten klas 1

• Veehouderij
• MBO
• Studiejaar 1

Toets over eiwitten deel 1

Wat moet het RE-gehalte in een melkvee rantsoen zijn?

1. 12 a 13%
2. 15 a 16%
3. 21 a 22%
4. 25 a 26%

Waar wordt het bestendig eiwit afgebroken?

1. Dunne darm
2. Endeldarm
3. Lebmaag
4. Pens

Darm Verteerbaar Eiwit (DVE) bestaat uit

1. Ammoniak en pensmicroben
2. Bestendig eiwit en ammoniak
3. Microbieel eiwit en bestendig eiwit
4. Pensmicroben en microbieel eiwit

Microbieel eiwit is afkomstig van

1. Bestendig eiwit
2. Onbestendig zetmeel
3. Pensmicroben
4. Ureum

Als er een overschot aan onbestendig eiwit wordt gevoerd, kun je dit zien aan

1. Hoog ureum-gehalte in de melk
2. Hoog vet% en een laag eiwit% in de melk
3. Koeien zijn dik op de mest
4. Laag ammoniak-gehalte in de melk

Waar wordt het onbestendig eiwit afgebroken?

1. Dunne darm
2. Endeldarm
3. Lebmaag
4. Pens

Hoe herken je een graskuil die veel eiwit bevat?

1. Hier zitten veel bloeiwijzen in
2. Deze prikt in je hand
3. Is donkerbruin van kleur
4. Deze plakt in je hand

Welke van de onderstaande voedermiddelen bevat meer dan 20% eiwit?

1. Aardappelvezels
2. Bierbostel
3. Bietenperspulp
4. Voederbieten

Welke van de onderstaande voedermiddelen bevat minder dan 10% eiwit?

1. Corngold
2. Graskuil
3. Raapzaadschroot
4. Snijmaïs

Wat moet het eiwitgehalte zijn in het rantsoen in begin van de droogstand (Far-off)

1. 12 a 13%
2. 15 a 16%
3. 19 a 20%
4. 23 a 24%

Wat hebben pensmicroben nodig om alle onbestendig eiwit op te kunnen nemen?

1. Ammoniak en aminozuren
2. Natriumbicarbonaat
3. Koolhydraten die in de pens worden afgebroken
4. Bestendig zetmeel en vetten