3.1 Het nationaalsocialisme

H3 De Tweede Wereldoorlog 
?

3.1 Het nationaalsocialisme
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 De Tweede Wereldoorlog 
?

3.1 Het nationaalsocialisme

Slide 1 - Slide

Wie zou het meest geschikt zijn voor macht?
  • Persoon 1: Drinkt veel, rookt veel sigaren, gebruikte opium (drugs) tijdens zijn studie
  • Persoon 2: Gebruikt astrologen voor advies, wordt in verband gebracht met corrupte politici, hij ging vreemd, hij rookt en drinkt veel
  • Persoon 3: Vegetariër, drinkt geen alcohol, rookt niet, een oorlogsheld, dierenliefhebber

Slide 2 - Slide

Wie zou het meest geschikt zijn voor macht?
  • Persoon 1: Drinkt veel, rookt veel sigaren, gebruikte opium (drugs) tijdens zijn studie
  • Persoon 2: Gebruikt astrologen voor advies, wordt in verband gebracht met corrupte politici, hij ging vreemd, hij rookt en drinkt veel
  • Persoon 3: Vegetariër, drinkt geen alcohol, rookt niet, een oorlogsheld, dierenliefhebber

Slide 3 - Slide

Intro
Als het over de Tweede Wereldoorlog gaat, hebben we het al snel over Adolf Hitler.  Als leider van Duitsland viel hij zonder goede reden andere landen aan. Bovendien probeerde hij tijdens de oorlog het Joodse volk uit te moorden. Dat zijn verschrikkelijke misdaden. Maar Hitler pleegde ze niet in zijn eentje. Hij kreeg veel steun, in Duitsland en daarbuiten. Velen waren enthousiast over zijn politieke leer: het nationaalsocialisme. Voor ‘Germaanse’ Europeanen (die werden voorgesteld als witte mensen met blond haar en blauwe ogen) beloofde deze ideologie een betere wereld.


Slide 4 - Slide

Wat hield het nationaalsocialisme in?

 

 Hoe slaagde Hitler erin om van Duitsland een nationaalsocialistische staat te maken?

Slide 5 - Slide

Wie was Hitler? 
Hoe kon hij uitgroeien tot misschien wel de meeste beruchte dictator ooit?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Adolf Hitler
  • 20 april - Braunau  Am Inn 1898 - Oostenrijk. 
  • Geen makkelijke jeugd; School, Arm, vader stierf toen Hitler 14 was en moeder stierf toen Hitler 18 was.
  • Wenen - Schilder - 2 keer afgewezen
  • 1 jaar op straat geleefd - rijke (joden) mensen

Slide 8 - Slide

Hij identificeerde zich als Duitser en wilde bij Duitsland horen. Hij geloofde in het idee van een verenigd Duitsland waar alleen etnische Duitsers zouden wonen.


Voor München - WO I - 2 keer gewond

Hitler vond het soldatenleven geweldig.

Adolf Hitler

Slide 9 - Slide

Feitjes over Adolf Hitler
  • Afkomst van Hitler is niet helemaal zeker -> Vader - Alois Schicklgruber
  • WO I -> Snor scheren zodat het goed past in een gasmasker 
  • ‘De nobele jood’.
  • Hitler was fan van Disney -> vooral Sneeuwwitje en de zeven dwergen.
  • In 1938 riep Time Magazine Hitler uit tot man van het jaar. Genomineerd voor de Nobelprijs voor de vrede
  • Twee keer per dag diende Hitler zichzelf cocaïne toe via een inhalator.
  • 42 pogingen om Hitler te vermoorden.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De nazi-ideologie
Na WO I -> Onvrede over het verdrag van Versailles:
  • Grote stukken land/koloniën kwijt
  • Herstelbetalingen 

Hierdoor:
  • Hoge werkeloosheid
  • Langzame herstel economie 

Slide 12 - Slide

Democratische regeringen konden problemen niet oplossen (Weimar Republiek) 

Dolkstootlegende 

Bang voor het Communisme

Slide 13 - Slide

Oprichting NSDAP
  • = Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij

  • Opgericht in 1920 -> DAP
  • Leider: Hitler (1932)
  • Aanhangers: nationaalsocialisten / Nazi's 

  •  nationaalsocialisme


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Nationaalsocialisme
Politieke leer waarin fascistische ideeën zijn gecombineerd met racisme en antisemitisme.
Jodenhaat
Anti- democratisch (sterke leider) Nationalistisch/ Militaristisch

Slide 16 - Slide

Kenmerken nationaalsocialisme (5) 

Slide 17 - Slide

1. één partij en één leider
  • Eén sterke leider (Führer) die alle besluiten neemt en die problemen op kan lossen
  • Democratie is compromissen sluiten

Slide 18 - Slide

Duitsers zijn verspreid over verschillende landen.

Alle Duitsers moesten samen één grote, sterke en welvarende staat vormen.

  • Andere volken waren minder belangrijk en moesten plaatsmaken. 
2 Nationalisme

Slide 19 - Slide

3. Militairisme
Geweld is normaal 
Verheerlijken soldatenleven
Door oorlog: jezelf bewijzen en leiderschap tonen

Slide 20 - Slide

4. Anticommunisme
Duitse volk moet eenheid hebben, geen klassenstrijd -> Ondernemers/arbeiders eensgezind 

Slide 21 - Slide

5 Racisme en Antisemitisme
Oost-Europese volken die van oudsher een reizend bestaan hadden; vroeger vaak aangeduid met het scheldwoord ‘zigeuners’.
  • Joden schuldig aan verlies WO1 en slechte economie

  • Rassenleer -> Ubermensen (superieur) en untermenschen (lager)
  • Ras mag niet vermengd worden
  • Roma en Sini

Bestaat er een ander mensenras?

Slide 22 - Slide

Aan de slag

  • §3.1 Het nationaalsocialisme 
  • Opdracht 1 t/m 6
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

De ideeën van de NSDAP
NSDAP : opgericht in 1920 - tot 1929 kleine partij 
1929 - Beurskrach -> Economische crisis 

Slide 25 - Slide

De ideeën van de NSDAP
NSDAP : opgericht in 1920 met als doel:
- één leider; weg met de democratie!
- nationalisme; we moeten weer trots zijn op ons land na WO I!
- militarisme; oorlog was het hoofddoel
- anticommunisme; weg met communisme en klassenstrijd
- antisemitisme; weg met de (rijke) joden
- racisme; ruimte voor het Arische ras

Slide 26 - Slide

Hitler komt aan de macht
1920 -  1923: Economie slecht, NSDAP groeit
1923 - 1929: Economie goed, NSDAP krimpt
1929 - 1933: Economie heel slecht, NSDAP groeit

Hitler belooft het volk eten, werk en toekomst, (weg met verdrag van Versailles)  
1932 : NSDAP grootste partij, Hitler wordt rijkskanselier (soort minister-president)

Slide 27 - Slide



Rijksdagbrand




  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 
  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...
  • 1933 : NSDAP krijgt alle macht door machtigingswet

Slide 28 - Slide

Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Parlementsgebouw Duitsland wordt in brand gestoken
  • Hitler geeft communisten de schuld!
  • Hitler schaft vrijheid van meningsuiting en persvrijheid af
  • Machtigingswet: Hitler krijgt alle macht om 'orde te herstellen'

Slide 29 - Slide

Duitsland onder Hitler
  • Politieke tegenstanders in concentratiekampen
  • Censuur op pers
  • Geweld om gehoorzaamheid af te dwingen
  • Indoctrinatie van kinderen
  • Geleidelijke uitsluiting joden
  • Maar ook… economische vooruitgang, daling werkloosheid, terugkeer nationale trots
Het systematisch aanleren en opdringen van ideeën van een bepaalde groep of partij.

Slide 30 - Slide


Propaganda


  • Hitler maakt graag gebruik van moderne technieken, zoals film, radio, krant.
  • De belangrijkste Nazi-propagandafilm is Triumph de Willens, van Leni Riefenstahl, waarin Hitler zich laat neerzetten als de leider die Duitsland weer groot zal maken.
  • Er werd gebruikt gemaakt van indoctrinatie: de nazi-ideeën waren de enige goede ideeën. 


Slide 31 - Slide


Hitler's populariteit stijgt




  • Hitler is rond 1934 populair. Het gaat goed in Duitsland. 
  • De herstelbetalingen worden gestopt, de dienstplicht wordt weer ingevoerd. Duitsland gaat over op een oorlogseconomie door de bouw van tanks. 
  • Vrouwen werden ontslagen, waardoor er meer banen kwamen voor mannen. 
  • Het vertrouwen van Duitsland neemt toe.
  • in 1933 was 30% van de Duitsers werkloos, in 1936 was dit minder dan 7%. Zo gaf Hitler de Duitsers hun trots terug.

Slide 32 - Slide

Aan de slag

  • §3.1 Het nationaalsocialisme 
  • Opdracht 1 t/m 13.
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video