Verschijningsvormen, functies, proces, materialen en technieken van kunst

Verschijningsvormen, functies, proces, materialen en technieken van kunst
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 6 min

Items in this lesson

Verschijningsvormen, functies, proces, materialen en technieken van kunst

Slide 1 - Slide



Er zijn veel soorten beeldende kunst. Die verschillende soorten worden verschijningsvormen  genoemd. 

In de achtergrond zie je bijvoorbeeld een bijzondere verschijningsvorm van kunst: landschapskunst of land art.
Kunstenaar Marinus Boezem plantte 178 populieren volgens de plattegrond van de kathedraal van Reims (Frankrijk). 



In het bos dat ernaast ligt, heeft hij de omtrek van deze kathedraal uitgespaard. Als de bomen na tientallen jaren de hoogte van de kathedraal van Reims hebben bereikt (dertig meter), sterven ze langzaam af. Boezem heeft dus een landschap als kunstwerk ontworpen.
1. Verschijningsvormen van kunst

Slide 2 - Slide

Autonome en toegepaste kunst

Het  kunstwerk van de bomen in de vorm van een kathedraal is 
kunst die alleen bedoeld is om kunst te te zijn. Je kunt het niet gebruiken. Dit noem je autonome kunst. Een kunstenaar maakt maakt autonome kunst meestal omdat
 hij / zij dat zelf graag wilt, maar soms ook omdat een opdrachtgever erom vraagt. 

Kunst die wel bedoeld is om te gebruiken, noem je toegepaste kunst. Deze kunst wordt gemaakt door een ontwerper; zoals een modeontwerper of architect.
Klik de video aan voor meer uitleg ---->

Slide 3 - Slide

  • Schilderijen, tekeningen, collages
  • Grafiek: Kunst die wordt gemaakt met behulp van druktechnieken, zoals een ets, een gravure een houtsnede  een zeefdruk of een linodruk. 
  • Fotografie: Foto's die soms los worden gepresenteerd, maar ook kunnen zijn verwerkt in een fotoserie of fotomontage.
  • Streetart: Kunst die vaak illegaal in de openbare ruimte is aangebracht, zoals graffiti.
  • Film: Bewegend beeld op een scherm waarmee de makers een verhaal vertellen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een speelfilm, een dramaserie, een animatie of de registratie van een performance. Een reclamefilmpje voor een film heet een trailer, een los beeld uit een film heet een still.

Verschijningsvormen tweedimensionale autonome kunst

Slide 4 - Slide

Verschijningsvormen driedimensionale autonome kunst
  • Beeldhouwwerk: Een ruimtelijk werk dat wordt gemaakt door het toevoegen van materiaal zoals klei (plastiek), het wegnemen van materiaal zoals steen (sculptuur) of door het gieten van bijvoorbeeld vloeibare metalen in een mal (afgietsel). Klassieke vormen zijn een relief, een standbeeld van een persoon, of een buste (hoofd en borst). Vaak staan deze beelden op een sokkel
  • Installatie: Een ruimtelijk werk dat bestaat uit onderdelen die door de kunstenaar zijn uitgestald.
  • Assemblage: Een ruimtelijk werk dat bestaat uit bestaande voorwerpen die aan elkaar zijn bevestigd. Als het werk uit allerlei materialen bestaat, heet dit mixed media. Bewegende vormen zijn een mobile of kinetisch object.
  • Readymade: Een bestaand voorwerp dat wordt gepresenteerd als kunstwerk. Dit heet ook wel een objet trouve.

Slide 5 - Slide

Verschijningsvormen van toegepaste kunst
  • Architectuur:  Het ontwerpen van gebouwen (plattegrond, interieur en exterieur), steden, parken en tuinen. 
  • Grafische vormgeving: De vormgeving van beeld en informatie in drukwerk en op beeldschermen, zoals op een affiche, in een illustratie of in een karikatuur.
  • Modevormgeving: De vormgeving van kleding en accesoires, zoals sieraden en tassen.
  • Multimediavormgeving: De vormgeving van informatie in (film)beeld en geluid, zoals in een video(clip), instructiefilm, reportage, documentaire, commercial, computer-animatie of game.
  • Industriele vormgeving: De vormgeving van gebruiksvoorwerpen die met machines in grote oplagen worden geproduceerd, zoals auto's, meubels en huishoudelijke artikelen. Luce en chique en mooi vormgegeven producten worden design genoemd en kunnen ook worden gebruikt als decoratie van een huis.
  • Theatervormgeving: Kostumering en vormgeving van het decor bij theatervoorstellingen.

Slide 6 - Slide

2.  Aspecten van de voorstelling

Slide 7 - Slide

Voorstelling

Het woord “voorstelling” zegt het eigenlijk zelf al: wat stelt de afbeelding voor? Als wordt gevraagd om iets over de voorstelling van een kunstwerk te vertellen, dan moet je iets zeggen over wat je letterlijk ziet: de mensen, de voorwerpen, de omgeving. Bijvoorbeeld “Het is een landschap”, of “Ik zie een vrouw met een kind op schoot”. 

Door zo goed mogelijk alle aspecten van de voorstelling te benoemen kun je als het ware het “verhaal van het kunstwerk” zien.

In het stukje hierboven werd trouwens het woord “aspect” gebruikt: “aspect van de voorstelling“. Aspect is een lastig woord dat vaak in de vragen van het examen wordt gebruikt. En eigenlijk kun je het vervangen door een veel simpeler woord: “ding”. Benoem eens alle aspecten (dingen) van de voorstelling in het schilderij hiernaast. 

Slide 8 - Slide

Voorstelling

Wat is er te zien? Dat is de vraag naar de voorstelling. Herken je bijvoorbeeld voorstellingsaspecten als een gezicht, iets van de kleding, een gebaar of houding, een dier, een landschap enz. dan is er sprake van een figuratieve (of half figuratieve) voorstelling. Voorstellingsaspecten zijn dus herkenbare elementen van de voorstelling.
Tintoretto, de bekering van Sint Paul, ca 1545
Wassily Kandinsky — Composition VII, 1913

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

3. Zeggingskracht en karakteristieken

Slide 11 - Slide

In je boek staat het volgende over 'Zeggingskracht':

De indruk die een kunstwerk op je maakt. Het doet een beroep op je emoties. Word je er rustig van? Of boos?
Dus eigenlijk: Hoe komt iets over?

Zeggingskracht is vaak persoonlijk en ligt aan je eigen ervaringen. In een examen gaat het er om dat je die ervaring goed kunt verwoorden in mooie lange zinnen.







                             

 

Slide 12 - Slide

Zeggingskracht

Vormgeving is belangrijk voor de zeggingskracht. 






                             

 

Slide 13 - Slide

Zeggingskracht

Vormgeving is belangrijk voor de zeggingskracht. 

Dit schilderij vinden veel mensen droevig. Dit komt waarschijnlijk door het vormgevingsaspect kleur.   





                             

 

Slide 14 - Slide

Zeggingskracht

Maar ook de voorstelling doet iets met de zeggingskracht. 





                             

 

Slide 15 - Slide

Zeggingskracht

Maar ook de voorstelling doet iets met de zeggingskracht. Hier zien we een sombere dame. 
  





                             

 

Slide 16 - Slide

3. Proces van het maken van kunst
Als je een kunstwerk ziet, is het meestal al af. Je kunt niet zien hoe het idee voor het werk is ontstaan en welke stappen de kunstenaar heeft doorlopen om het te maken. Hoewel dit creatieve proces bij iedereen heel verschillend kan zijn, zijn er een aantal fasen die vaak voorkomen: inspiratie, beeldend onderzoek, uitvoering en reflectie en presentatie.
Klik de video aan voor meer uitleg ---->

Slide 17 - Slide

  • 3.1  Inspiratie                                                                                                                      Inspiratie geeft het moment aan waarop je een idee krijgt of ineens duidelijk voor ogen ziet hoe je iets moet aanpakken. Helaas komt dat niet altijd vanzelf, maar gelukkig zijn er hulpmiddelen.


Beeldmateriaal
Je kunt bijzondere beelden verzamelen om ideeen te krijgen voor een eigen kunstwerk.
Mindmap
Dit is een soort landkaart van je ideeen rondom een belangrijk woord of thema. De mindmap kan bestaan uit pijlen, woorden, tekeningen of gevonden beeldmateriaal.
Moodboard
Dit wordt vaak vertaald als sfeerblad. Het is een verzameling of collage van afbeeldingen die jouw idee of gevoel weergeven. Een moodboard kan ook handig zijn om ideeen duidelijk te maken aan iemand anders.

Slide 18 - Slide

  • 3.2  Beeldend onderzoek                                                                                                                    In deze fase ga je experimenteren om je idee tot uitvoering te brengen.                     Door het maken van schetsen, materiaalproeven, een prototype, scenario of te documenteren.
Schetsen
Dit zijn onuitgewerkte tekeningen waarmee je een idee snel vorm kunt geven. Schetsen of voorstudies worden bijvoorbeeld gebruikt voor het onderzoeken van de vorm (vormonderzoek) of van de compositie (compositieschets).
Materiaalproeven
Testjes om te bekijken welk materiaal of welke werkwijze het best past bij het idee van de kunstenaar.

Slide 19 - Slide

Prototype
Dit is de eerste versie van een product of kunstwerk. Het wordt gemaakt om te testen of een kunstwerk technisch uitvoerbaar is en of het er in het echt net zo goed uitziet als op papier.
Scenario
Voordat een film wordt opgenomen wordt het scenario uitgeschreven. Hierin staan de teksten van de acteurs en de belangrijkste acties van de film. De scenes van de film worden getekend als een strip (storyboard) en er wordt een draaiboek gemaakt waarin de taken en technische aanwijzingen staan die nodig zijn om de filmopnames te maken.
Documenteren
Het registreren met foto's of video's en het maken van aantekeningen tijdens het beeldend onderzoek.

Slide 20 - Slide

  • 3.3  Uitvoering
Tijdens de uitvoering is het meestal al redelijk duidelijk hoe het werk eruit moet komen te zien en maak je het kunstwerk in zijn definitieve vorm.
Atelier
De werkplek van de kunstenaar.
Studio
Plek waar in de muziek- , tv- en filmindustrie waar beeld en geluid worden opgenomen.
Stijl
De manier waarop een kunstwerk is uitgevoerd, noem je de stijl. Een stijl is vaak erg persoonlijk en tijdgebonden.

Slide 21 - Slide

Ambachtelijk
Op een traditionele manier gemaakt, bijvoorbeeld met traditionele technieken of volledig met de hand. Elk object dat zo is gemaakt is uniek.
Maquette
Een driedimensionaal schaalmodel van een gebouw, bijvoorbeeld om investeerders te laten zien hoe het in echt wordt.
Regie
Het geven van aanwijzingen aan acteurs en cameramensen zodat het verhaal zo wordt verbeeld als de regisseur het heeft bedacht.

Slide 22 - Slide

  • 3.4  Reflectie & presentatie
Als je kunstwerk af is, kun je reflecteren op het werkproces en het resultaat. Je kijkt dan terug naar de dingen die goed en juist minder goed zijn gegaan en probeert daar iets uit te leren. Wanneer je tevreden bent over het resultaat, kun je het werk presenteren aan publiek of aan degene die de opdracht heeft gegeven.
Oeuvre
Alle werken van een kunstenaar samen. Het oeuvre geeft inzicht in de ontwikkeling die een kunstenaar tijdens zijn/haar loopbaan heeft doorgemaakt.
Portfolio
Dit is een verzameling van verschillende kunstwerken die de kunstenaar zelf heeft uitgekozen om anderen inzicht te geven in zijn/haar werk en ontwikkeling. De vorm van een portfolio staat niet vast. Het kan bijvoorbeeld een website, boek of film zijn

Slide 23 - Slide

Inlijsten
Vroeger werden schilderijen vrijwel altijd ingelijst. De lijst werd speciaal voor een schilderij gemaakt en hoorde ook bij het werk. Tegenwoordig worden schilderijen soms ook zonder lijst gepresenteerd.
Tentoonstelling
Een presentatie van kunstwerken noemen we een tentoonstelling of expositie. Een tentoonstelling kan tijdelijk of voor langere tijd te zien zijn.

Slide 24 - Slide

2. Functies van kunst
Kunst kan verschillende functies hebben. Het doel van kunst is meestal om een reactie of gevoel bij toeschouwers teweeg te brengen, om hen iets duidelijk te maken of iets te laten ervaren (autonoom) of om te gebruiken (toegepast). 
Daarnaast heeft kunst soms ook nog een specifieke functie. Zo is er kunst die je iets wilt leren of iets duidelijk wil maken over geloof, of vertelt het iets over de geschiedenis. 

Klik de video aan voor meer uitleg ---->

Slide 25 - Slide

  • Educatieve functie: Kunst kan als doel hebben om mensen iets te leren. Een kunstwerk kan bijvoorbeeld waarschuwend zijn en laten zien dat het slecht met je afloopt als je je niet aan bepaalde regels houdt. Het kan ook activistisch zijn en je aandacht vragen voor een maatschappelijk probleem

Slide 26 - Slide

  • Religieuze functie: Kunst kan als doel hebben om een geloof (religie) te verspreiden. Deze kunst is vaak verhalend. Denk bijvoorbeeld aan mythologische beelden van Griekse en Romeinse goden of middeleeuwse afbeeldingen van Bijbelverhalen. Soms zie je ook afbeeldingen van voorwerpen met een symbolische of verwijzende betekenis.
Symbolisch; Op dit schilderij is een verhaal uit de bijbel te zien. De engel Gabriel vertelt aan Maria dat ze een kind krijgt.
De engel geeft een witte lelie aan Maria. Die staat symbool voor puurheid en maagdelijkheid.
Mythologisch; Dit beeld vertelt een deel van een verhaal uit de Griekse mythologie. De god Atlas kwam in opstand tegen de oppergod Zeus. Als straf moest hij voor altijd het hemelgewelf op zijn schouders dragen.

Slide 27 - Slide

  • Decoratieve functie:                                                                                                               Kunst kan als doel hebben om mensen ervan te laten genieten hoe mooi iets gemaakt is (de esthetische waarde). Wat mensen mooi vinden. kan van persoon tot persoon verschillen en wordt beinvloed door de plaats en de tijd waarin je leeft.                                 Door je te omringen met mooie (en exclusieve, dure) dingen, kun je je status laten zien.
Door het versieren (decoreren) van hun huizen lieten mensen in de achttiende eeuw hun status zien. Alleen rijke burgers konden het zich veroorloven om een groepsportret van de familie te laten schilderen.

Slide 28 - Slide

  • Gebruiksfunctie                                                                                            Kunst kan als doel hebben om ergens voor gebruikt te worden, dus een praktische of toegepaste functie, denk aan het ontwerp van huizen en gebruiksvoorwerpen, maar ook aan bijvoorbeeld wervende posters voor een festival.
De Spaanse architect Antoni Gaudi ontwierp deze bank en andere meubels.
De bank heeft een gebruiksfunctie (je kunt erop zitten), maar ook esthetische waarde, mensen vinden het mooi, waardoor deze bank kunst met een gebruiksfunctie wordt genoemd.

Slide 29 - Slide

6. Culturele en kunsthistorische context

Slide 30 - Slide

De culturele en kunsthistorische context verwijzen naar de omstandigheden en omgeving waarin kunstwerken zijn gemaakt en geëvalueerd. Dit omvat de sociale, politieke, religieuze en economische factoren die van invloed zijn op de kunstenaar en zijn werk, evenals de manier waarop het werk wordt geïnterpreteerd en gewaardeerd door de samenleving.
Culturele context omvat:
Sociale structuren:
De sociale hiërarchie, klassenstructuur, genderrollen en andere sociale fenomenen die de kunstenaar en zijn werk beïnvloeden.
Politieke context:
De politieke systemen, machtsverhoudingen en gebeurtenissen die de kunstenaar en zijn werk kunnen beïnvloeden.
Religieuze context:
De religieuze overtuigingen en praktijken die de kunstenaar en zijn werk kunnen beïnvloeden.
Economische context:
De economische omstandigheden, zoals patronagesysteem of marktwerking, die de productie en distributie van kunstwerken beïnvloeden.
Kunsthistorische context omvat:
Stijl en stroming:
De specifieke kunststroming of -stijl waartoe een kunstwerk behoort, zoals impressionisme, barok of kubisme.
Invloeden en tradities:
De invloeden van eerdere kunstenaars, stijlen of culturen op het kunstwerk.
Technieken en materialen:
De gebruikte technieken en materialen, die vaak verbonden zijn met de tijd en de cultuur waarin het kunstwerk is gemaakt.
Veranderingen in de kunstwereld:
De ontwikkelingen in de kunstwereld, zoals nieuwe opvattingen over kunst of de opkomst van nieuwe media.
Waarom is context belangrijk?
Het begrijpen van de culturele en kunsthistorische context is cruciaal voor het begrijpen van de betekenis en relevantie van een kunstwerk. Het helpt om:
De intentie van de kunstenaar te achterhalen.
De betekenis van het kunstwerk in zijn eigen tijd te begrijpen.
De invloeden en verwijzingen die in het kunstwerk aanwezig zijn te identificeren.
De rol van het kunstwerk binnen de bredere culturele en historische ontwikkelingen te plaatsen.
Door de context te bestuderen, kunnen we een dieper inzicht krijgen in de kunstwerken en de manier waarop ze ons nog steeds kunnen raken en inspireren

Slide 31 - Slide

Kunsthistorische context omvat:
Stijl en stroming:
De specifieke kunststroming of -stijl waartoe een kunstwerk behoort, zoals impressionisme, barok of kubisme.
Invloeden en tradities:
De invloeden van eerdere kunstenaars, stijlen of culturen op het kunstwerk.
Technieken en materialen:
De gebruikte technieken en materialen, die vaak verbonden zijn met de tijd en de cultuur waarin het kunstwerk is gemaakt.
Veranderingen in de kunstwereld:
De ontwikkelingen in de kunstwereld, zoals nieuwe opvattingen over kunst of de opkomst van nieuwe media. 

Slide 32 - Slide

Waarom is context belangrijk?
Het begrijpen van de culturele en kunsthistorische context is cruciaal voor het begrijpen van de betekenis en relevantie van een kunstwerk. Het helpt om:
De intentie van de kunstenaar te achterhalen.
De betekenis van het kunstwerk in zijn eigen tijd te begrijpen.
De invloeden en verwijzingen die in het kunstwerk aanwezig zijn te identificeren.
De rol van het kunstwerk binnen de bredere culturele en historische ontwikkelingen te plaatsen.
Door de context te bestuderen, kunnen we een dieper inzicht krijgen in de kunstwerken en de manier waarop ze ons nog steeds kunnen raken en inspirere

Slide 33 - Slide

A. Beeldende aspecten

Slide 34 - Slide

B en C. Materialen en technieken
Het gebruikte materiaal geeft een kunstwerk een bepaald karakter. Een vaas van beton is stoerder dan een vaas van porselein. Kunstenaars experimenteren vaak met materialen om erachter te komen welk materiaal hun idee het best uitdrukt.

Een techniek is de manier waarop je materiaal bewerkt. Als twee kunstenaars dezelfde techniek gebruiken, kun je toch nog verschillen zien. De ene schilder werkt bijvoorbeeld met snelle bewegingen en dikke klodders verf, de andere langzamer en met minder of gladdere verf. Aan deze hanteringswijze kun je soms de kunstenaar en diens stijl herkennen.
Klik de video aan voor meer uitleg ---->

Slide 35 - Slide

Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
  • Tekenen; ondergrond en afbeelding aanbrengen

Slide 36 - Slide

  • Handvaardigheid en textiel
Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!

Slide 37 - Slide

  • Audiovisueel
Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!

Slide 38 - Slide

Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
  • Techniek & hanteringswijze; tekenen

Slide 39 - Slide

Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
Techniek & hanteringswijze; handvaardigheid

Slide 40 - Slide

Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
Techniek & hanteringswijze; audiovisueel en textiel

Slide 41 - Slide