Les 4 - V3.2 90 min -

Clase de español - V3.2
90 minutos

viernes, 28 de agosto de 2020
Objetivo
Aan het einde van de les ken je de verleden tijd in het Spaans en kan je vertellen wat je in de zomervakantie hebt gedaan
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Clase de español - V3.2
90 minutos

viernes, 28 de agosto de 2020
Objetivo
Aan het einde van de les ken je de verleden tijd in het Spaans en kan je vertellen wat je in de zomervakantie hebt gedaan

Slide 1 - Slide

La clase anterior

Slide 2 - Slide

Los deberes
Vocabulario (lugar esp-hol y hol-esp)

Overhoor je klasgenoot naast je mondeling met 10 woorden van de lijst lugar ned-spa.
Als je klasgenoot een woord niet weet, schrijf je dat woord op. Na een tijdje overhoor je het woord opnieuw.
2 minutos cada uno
timer
2:00

Slide 3 - Slide

La tarea - cuento en fotos
Je gaat een foto verhaal maken over je vakantie in deze corona zomer. 
In welke tijd ga je het verhaal schrijven?

Slide 4 - Slide

Un poco de gramática
Reader p. 22 / 23
Samen lezen
A. In duo's vragen beantwoorden
B. Ontdek de verleden tijd
C. Hoe heet de verleden tijd in het Spaans?

Slide 5 - Slide

El perfecto - regular
¿Cómo se forma?
¿Cuándo se usa?
He comido mucho

Slide 6 - Slide

El perfecto = v.t.t.
voltooid = perfect = 2 delen
Ik heb gegeten
hulp ww = heb
voltooid deelwoord = gegeten
Dat is ook zo in het Spaans

Slide 7 - Slide

El perfecto 
Hulp werkwoord     +    voltooid deelwoord

In Nederlands zijn er 2 hulpwerkwoorden
Welke?

Slide 8 - Slide

El perfecto: hulp werkwoord
In het Spaans is er maar 1 hulp werkwoord
HABER -> hebben /zijn
Wat moet je doen met een hulp werkwoord?
Wat gebeurt er met een voltooid deelwoord?

Slide 9 - Slide

El perfecto: hulp werkwoord - haber
(yo)
(tú)
(él, ella, usted)
(nosotros)
(vosotros)
(ellos, ellas, ustedes)
he
has
ha
hemos
habéis
han
Waarom staan de persoonlijke voornaamwoorden tussen haakjes?

Slide 10 - Slide

El perfecto: voltooid deelwoord
Welke drie groepen werkwoorden heeft het Spaans?

Slide 11 - Slide

El perfecto: voltooid deelwoord
Cantar

Comer

Vivir
Cantado

Comido

Vivido
Hoe maak je het volt deelwoord?

Slide 12 - Slide

El perfecto
he
has
ha
hemos                +
habéis
han
-ar + ado
-er + ido
-ir  + ido

Slide 13 - Slide

El perfecto - irregular
Escribir - escrito
Hacer - hecho
Ver - visto
Decir - dicho
Poner - puesto

morir - muerto
romper - roto
volver - vuelto
descubrir - descubierto
abrir - abierto

Slide 14 - Slide

Traduce al español
Ik heb Spaans gesproken 
Wij hebben pizza gegeten
Hij heeft coca cola gedronken
Wij zijn naar Spanje gegaan (ir)
Jullie hebben gestudeerd.


Slide 15 - Slide

Corregir
Ik heb Spaans gesproken = He hablado español
Wij hebben pizza gegeten = Hemos comido pizza
Hij heeft coca cola gedronken = Ha bebido una coca cola
Wij zijn naar Spanje gegaan = Hemos ido a España
Jullie hebben gestudeerd. = Habéis estudiado
Ik heb een whatsapp geschreven = He escrito un whatsapp


Slide 16 - Slide

Schrijf drie zinnen in de perfecto over wat je vanochtend (esta mañana) hebt gedaan.

Slide 17 - Open question

Las vacaciones de verano
  • Bedenk 4 dingen die je je klasgenoot wilt vragen over de vakantie in de v.t.t. 
  • Bijvoorbeeld: Ben je naar het strand geweest?
  • Schrijf de vragen eerst in het Nederlands in je schrift
  • Vertaal de vragen dan naar het Spaans (en gebruik de perfecto)

Slide 18 - Slide

Las vacaciones de verano
  • Stel de vragen aan je klasgenoot in het Spaans
  • Je klasgenoot antwoordt in het Spaans
  • Je schrijft zijn/haar antwoorden op.
  • Dan gaat je klasgenoot de vragen stellen.
  • Jouw klasgenoot schrijft jouw antwoorden op.

Slide 19 - Slide

Las vacaciones de verano
Als het goed is, heb je nu 4 zinnen voor je photo story.
Bedenk nu wat je nog meer over je zomervakantie kan vertellen
Schrijf eerst in het Nederlands
Daarna in het Spaans
Bewaar deze zinnen goed.
Je mag een woordenboek gebruik
Geen google translate of andere vertaal tool

Slide 20 - Slide

La evaluación
Verdad o mentira
En esta clase hemos aprendido el presente.
La tarea de este periodo es hacer un cuento en fotos
De Spaanse perfecto heeft 2 hulpwerkwoorden
El participio de escribir es: escribido
Cantar - cantado; comer - comedo; vivir - vivido
El perfecto es muy fácil.



Slide 21 - Slide

Los deberes
Estudiar el perfecto (regelmatig en onregelmatig) NIUEW
Estudiar vocabulario 'geografía' S-N p. 52-53 NIEUW
Herhaling:
Estudiar vocabulario 'actividades de verano S-N y N-S p. 56-58
Estudiar interrogativos p. 51 S-N en N-S

Slide 22 - Slide