8 mei

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica/opdracht?
  • Bespreken 12C, ABC.
  • 12C, Symboulè.
1 / 52
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica/opdracht?
  • Bespreken 12C, ABC.
  • 12C, Symboulè.

Slide 1 - Slide

Vragen grammatica/opdracht?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

ἐμοὶ δ᾿ ἄελπτον πρᾶγμα προσπεσὸν τόδε
ψυχὴν διέφθαρκ᾿·

Slide 4 - Open question

οἴχομαι δὲ καὶ βίου
χάριν μεθεῖσα κατθανεῖν χρῄζω, φίλαι.

Slide 5 - Open question

ἐν ᾧ γὰρ ἦν μοι πάντα ‒ γιγνώσκω καλῶς ‒
κάκιστος ἀνδρῶν ἐκβέβηχ᾿ οὑμὸς πόσις.

Slide 6 - Open question

πάντων δ᾿ ὅσ᾿ ἔστ᾿ ἔμψυχα καὶ γνώμην ἔχει
γυναῖκές ἐσμεν ἀθλιώτατον φυτόν·

Slide 7 - Open question

ἃς πρῶτα μὲν δεῖ χρημάτων ὑπερβολῇ πόσιν πρίασθαι δεσπότην τε σώματος λαβεῖν·

Slide 8 - Open question

κακοῦ γὰρ τοῦτ᾿ ἔτ᾿ ἄλγιον κακόν, κἀν τῷδ᾿ ἀγὼν μέγιστος, ἢ κακὸν λαβεῖν ἢ χρηστόν·

Slide 9 - Open question

οὐ γὰρ εὐκλεεῖς ἀπαλλαγαὶ
γυναιξὶν οὐδ᾿ οἷόν τ᾿ ἀνήνασθαι πόσιν.

Slide 10 - Open question

ἐς καινὰ δ᾿ ἤθη καὶ νόμους ἀφιγμένην δεῖ μάντιν εἶναι,

Slide 11 - Open question

μὴ μαθοῦσαν οἴκοθεν, οἵῳ μάλιστα χρήσεται ξυνευνέτῃ.

Slide 12 - Open question

κἂν μὲν τάδ᾿ ἡμῖν ἐκπονουμέναισιν εὖ
πόσις ξυνοικῇ μὴ βίᾳ φέρων ζυγόν,
ζηλωτὸς αἰών·

Slide 13 - Open question

κἂν μὲν 
τάδ᾿ ἡμῖν ἐκπονουμέναισιν εὖ

πόσις ξυνοικῇ 

μὴ βίᾳ φέρων ζυγόν,

ζηλωτὸς αἰών·
En als  
nadat wij deze dingen goed voor elkaar gekregen hebben,
onze echtgenoot met ons samenwoont, 
zonder met geweld/tegenzin het juk te dragen,
dan is het leven benijdenswaardig;

Slide 14 - Slide

εἰ δὲ μή, θανεῖν χρεών.

Slide 15 - Open question

ἀνὴρ δ᾿, ὅταν τοῖς ἔνδον ἄχθηται ξυνών,

Slide 16 - Open question

ἔξω μολὼν ἔπαυσε καρδίαν ἄσης

Slide 17 - Open question

ἢ πρὸς φίλον τιν᾿ ἢ πρὸς ἥλικα τραπείς·

Slide 18 - Open question

ἀνὴρ δ᾿, 
ὅταν τοῖς ἔνδον ἄχθηται ξυνών,

ἔξω μολὼν 
ἔπαυσε καρδίαν ἄσης 

ἢ πρὸς φίλον τιν᾿ ἢ πρὸς ἥλικα τραπείς·
Maar een man 
wanneer hij zich eraan ergert samen te zijn met de mensen binnen/thuis, 
gaat naar buiten [eigenlijk: ptc.] 
en laat zijn hart stoppen met walging, 
door zich te wenden [ptc. aor.] naar een vriend of een leeftijdgenoot.

Slide 19 - Slide

ἡμῖν δ᾿ ἀνάγκη πρὸς μίαν ψυχὴν βλέπειν.

Slide 20 - Open question

λέγουσι δ᾿ ἡμᾶς ὡς ἀκίνδυνον βίον ζῶμεν κατ᾿ οἴκους,

Slide 21 - Open question

οἱ δὲ μάρνανται δορί, κακῶς φρονοῦντες·

Slide 22 - Open question

ὡς τρὶς ἂν παρ᾿ ἀσπίδα στῆναι θέλοιμ᾿ ἂν μᾶλλον ἢ τεκεῖν ἅπαξ.

Slide 23 - Open question


Slide 24 - Open question


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question


Slide 27 - Open question


Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question


Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question


Slide 33 - Open question


Slide 34 - Open question


Slide 35 - Open question


Slide 36 - Open question


Slide 37 - Open question


Slide 38 - Open question


Slide 39 - Open question


Slide 40 - Open question


Slide 41 - Open question

A Werkwoord 1-2
  • 1 ptc. aor. act., nom. ev vrl.
  • 2 a ξυνοικῇ 3 ev coni. praes. act.
  • ἄχθηται 3 ev coni. praes. med.
  • θέλοιμ’ 1 ev opt. praes. act.
  • b ξυνοικῇ bijzin met ἄν, coni. generalis
  • ἄχθηται bijzin met ὅταν, coni. generalis
  • θέλοιμ’ opt. met ἄν in de hoofdzin, potentialis

Slide 42 - Slide

A Werkwoord 3-4
  • 3 a voorwaarde (met een ontkenning)
  • b ‘als ze het niet geleerd heeft’
  • ‘als hij het niet met geweld/tegenzin draagt’
  • 4 a aoristus
  • b praesens

Slide 43 - Slide

B Voornaamwoorden
  • 1 a acc. mv vrl.
  • b subject in de a.c.i.
  • c betrekkelijk voornaamwoord
  • d γυναῖκες
  • e ‘want het is nodig dat zij eerst voor een gigantische hoeveelheid geld een man kopen en een meester voor hun lichaam krijgen’

Slide 44 - Slide

C Aspiratie
  • 1 a ἐκβέβηκε
  • b -ε
  • c de -κ- is veranderd in een -χ-
  • d οὐχ
  • e ἐπι-; κατα-

Slide 45 - Slide

Συμβουλή 1-2-3
  • 1 a r. 225-9; r. 230-51
  • b eerste deel: gaat over Medeia; tweede deel over de vrouw in het algemeen
  • c het tweede algemene deel eindigt toch met een 1 ev vorm
  • 2 a eigen verwerking
  • b κάκιστος
  • c οὑμὸς πόσις
  • 3 dat je als vrouw een man als meester krijgt (r. 232-4)

Slide 46 - Slide

Συμβουλή 4-5-6-7
  • 4 de vraag of je een goede of een slechte echtgenoot krijgt (r. 235-6)
  • 5 a Medeia komt als buitenlandse terecht in de koninklijke familie.
    Zij zal zich dus extra hebben moeten aanpassen.
  • b in r. 240 staat χρήσεται, een derde persoon; je moet dus τινά aanvullen
  • 6 het aanpassen aan het nieuwe bestaan
  • 7 het juk van het huwelijk 

Slide 47 - Slide

Συμβουλή 8-9-10-11
  • 8 voor de vrouw; ἡμῖν ἐκπονουμέναισιν εὖ (r. 241)
  • 9 a ἀνήρ (r. 244)
  • b de man kan naar buiten, de vrouw moet binnen blijven
  • 10 dit zegt iets over de mannen; het is commentaar van Medeia op de uitspraken
  • uit de vorige zin
  • 11 a τρὶς παρ’ ἀσπίδα στῆναι en τεκεῖν ἅπαξ
  • b de kans om bij de geboorte van je kind te sterven was toen veel groter

Slide 48 - Slide

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 49 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 12C.
  • Maak de Symboulè.

    Dit is ook huiswerk.

Slide 50 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 51 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 52 - Open question