Hoofdstuk 3 §4A

Ik zit klaar voor de les:
  • Pak je laptop en je eco boek. Start je laptop op en ga naar LessonUp
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Ik zit klaar voor de les:
  • Pak je laptop en je eco boek. Start je laptop op en ga naar LessonUp
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 1 - Slide

Rekenvraag:
Een feestwinkel heeft verschillende feestpakketten te koop. In totaal verkoopt de winkel 1.800 pakketten. 360 daarvan zijn unicorn-pakketten. Hoeveel procent is dat?

Slide 2 - Open question


§4a Wat doen banken nog meer? 

Slide 3 - Slide


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie
  • Opdrachten maken in LU
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 4 - Slide


Terugblik:
Vorige les hebben we het gehad over soorten consumptief krediet
koop op afbetaling

Slide 5 - Slide

Hoe noem je een consumptief krediet waarbij je leen tot de kredietlimiet.
Wat je afgelost hebt, mag je opnieuw lenen
A
doorlopend krediet
B
salariskrediet
C
persoonlijke lening

Slide 6 - Quiz

Bij Mediamarkt kun je een Apple IPAD mini op afbetaling kopen voor € 655.
Bij koop op afbetaling betaal je 60 maanden een bedrag van € 13,78 per maand.
Bereken de kredietkosten.

Slide 7 - Open question

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?

K: 11 (81)
TL: 12 (81)



Slide 8 - Slide


Lesdoel:

Ik weet:
  • welke rol de bank speelt bij vraag & aanbod van geld
  • welke voor- en nadelen er zijn als je geld belegt i.p.v. spaart

Slide 9 - Slide

Lees mee:

Slide 10 - Slide


Vraag en aanbod van geld
Banken zijn belangrijk in ons geldverkeer. Ze bemiddelen tussen de vraag naar geld en het aanbod van geld.
  • Het aanbod van geld komt van de huishoudens die hun geld op een spaarrekening zetten
  • De vraag naar geld komt van de huishoudens en bedrijven die geld willen lenen
  • Een deel van het spaargeld wat bij de bank staat, leent de bank weer uit.
  • De rente die je betaalt op een lening is meer dan de rente die je krijgt bij spaargeld.
  • De bank verdient aan het verschil tussen de leenrente en de spaarrente

Slide 11 - Slide


Maak opdracht:
2 (blz 82)






timer
5:00

Slide 12 - Slide

Lees mee:

Slide 13 - Slide

Wil je meer spaargeld?
In plaats van te sparen kun je je geld ook beleggen Je steekt dan geld in iets waarvan je verwacht dat het meer waard gaat worden. Je kunt beleggen in:
  • onroerend goed (een huis bijvoorbeeld)
  • oude auto's (oldtimers)
  •  aandelen van een bedrijf
Als je een aandeel koopt dan koop je een stukje van een bedrijf. Als dat bedrijf het goed doet, dan wordt jouw aandeel meer waard: De koers van het aandeel stijgt
Andersom kan natuurlijk ook: Als de koers daalt, verlies je geld!











Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Als je met sparen weinig rente krijgt, gaan meer mensen beleggen.
Geef hier een verklaring voor.

Slide 16 - Open question

In 2012 kocht Joachim 500 aandelen ASML voor € 33 per stuk.
Begin 2017 verkoopt hij de aandelen weer voor € 114 per stuk.

Reken uit hoeveel euro hij aan zijn aandelen verdiend heeft.

Slide 17 - Open question

Maak opdracht:
K: 3 & 4 (83)
TL: 3, 4 & 5 (83)


timer
10:00

Slide 18 - Slide


Lesdoel:

Ik weet:
  • welke rol de bank speelt bij vraag & aanbod van geld
  • welke voor- en nadelen er zijn als je geld belegt i.p.v. spaart

Slide 19 - Slide

Huiswerk:
Maak van de opgaven: 
3 & 4
(blz 83)

Slide 20 - Slide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 21 - Slide