This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
timer
1:00
waar denk je aan bij een balans ?
Slide 1 - Mind map
waarom zou je een balans opstellen ?
timer
0:30
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Video
de vergoeding die je betaalt voor een lening noemen we rente
de terugbetaling van de lening noemen we aflossing
de aflossingsverplichting van het komende jaar wordt opgenomen onder het kort vreemd vermogen
Een crediteur is een leverancier die we nog moeten betalen. Het product of de dienst is al wel geleverd.
Een debiteur ontstaat als een klant niet betaalt bij levering van de dienst of goederen. Hij koopt op rekening. De debiteur wordt opgenomen onder de vlottende activa.
het eigen vermogen is gelijk aan de bezittingen minus de schulden. Het kan dus positief en negatief zijn.
Slide 4 - Slide
Hoe noemen we de rechterzijde van de balans ?
A
Liquide middelen
B
Passiva
C
Debet
D
Activa
Slide 5 - Quiz
Welke stelling over het Eigen Vermogen is juist ?
A
is altijd positief
B
staat aan de debetzijde van de balans
C
bezittingen min de schulden
D
wijzigt niet
Slide 6 - Quiz
Onder welke balanspost zetten we de debiteuren
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa
Slide 7 - Quiz
Welke van de onderstaande balansposten valt onder vaste activa ?