Zo verschijnen er zinnen met één of meerdere spellingsfouten.
Vind de spelfouten in de zinnen en schrijf de zin goed op!
1 punt voor elk gevonden en verbeterde spelfout
Slide 8 - Slide
"Mijn broer fietsen snel naar school."
"De kat licht op de bank."
"Ik heb gisteren een intressante film gezien."
"Kun je me even vertellen of het goed is, of niet?"
"Zij wordt de nieuwe leeraar."
timer
2:00
Slide 9 - Slide
antwoorden
"Mijn broer fietst snel naar school."
"De kat ligt op de bank."
"Ik heb gisteren een interessante film gezien."
"Kun je me even vertellen of het goed is of niet?" (geen komma voor 'of niet')
"Zij wordt de nieuwe leraar."
Slide 10 - Slide
Ronde 3: verboden woord
Elk groepje krijgt om de beurt een woord te zien dat ze moeten omschrijven aan hun groepsleden, zonder de drie 'verboden woorden' te gebruiken
De rest van het groepje raadt het woord.
Als een 'verboden woord' wordt gebruikt, verliest het groepje de beurt en de punten voor dat woord.
Het groepje heeft 2 minuten om zoveel mogelijk woorden te raden.
Een punt voor elk goed geraden woord.
timer
2:00
Slide 11 - Slide
Ronde 4: Verzin het maar
• Elk team schrijft in 2 minuten een mini-verhaal van 4 zinnen met verplichte woorden: ijsje, bibliotheek, rennen, telefoon
• Klas stemt voor het beste/gekste verhaal (geen stemmen op eigen team). 4 punten voor het groepje met de leukste verhaal volgens jullie, 3 punten voor het tweede groepje, 2 voor het derde en 1 voor de laatste