What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Bezittelijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
Dit is mijn pen. De pen is van mij.
Dit is jouw pen. De pen is van jou.
Ik geef mijn pen aan jou
Ik help Max.
Max helpt mij.
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
bezittelijk voornaamwoord
Dit is mijn pen. De pen is van mij.
Dit is jouw pen. De pen is van jou.
Ik geef mijn pen aan jou
Ik help Max.
Max helpt mij.
Slide 1 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
Wij gaan oefenen met de bezittelijke voornaamwoorden.
Het doel van vandaag:
Na de les weet ik wat bezittelijke voornaamwoorden zijn.
Slide 2 - Slide
Bezit
telijk
voornaam
woord
Bezit = van wie is het? van mij
van jou
van hem
van haar
Slide 3 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij
van mij
van jou
van hem
van haar
van u
van ons
van jullie
van hen
mijn
jouw
zijn
haar
uw
ons
jullie
hun
Slide 4 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Is dit jouw pen? Ja, dit is ........
Is dit mijn koffie? Nee, dit is niet ...........
Is dit haar boek?
Is dit zijn tas?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Waar schrijf je het bezittelijke voornaamwoord?
voor
het
zelfstandig naamwoord:
Dat is
mijn
auto
Het is
jouw
huis
Het is
jullie
eten
Slide 8 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord
Ik- mijn
Je - jouw
Hij -zijn
Zij - haar
U- uw
Jullie- jullie
Wij- ons/onze
Zij - hun
Slide 9 - Slide
mijn
je/ jouw
zijn
haar
ons / onze
jullie
hun
uw
Slide 10 - Slide
ons / onze?
Onze bij de-woorden: de auto - onze auto
ons bij het-woorden: het huis - ons huis
Slide 11 - Slide
Het zijn ........ fietsen
A
ons
B
onze
Slide 12 - Quiz
Het zijn ....... paspoorten
A
ons
B
onze
Slide 13 - Quiz
Het is ........ huis
A
ons
B
onze
Slide 14 - Quiz
Het is .......formulier
A
ons
B
onze
Slide 15 - Quiz
zijn / haar?
Slide 16 - Slide
De jongen vergeet ....... boek op school.
A
haar
B
zijn
Slide 17 - Quiz
Zij wil ....... huiswerk maken.
A
haar
B
zijn
Slide 18 - Quiz
Ze heeft een fiets. Het is .... fiets.
A
haar
B
zijn
Slide 19 - Quiz
mijn / jouw?
Slide 20 - Slide
Ik lees dit boek. Het is .... boek.
A
mijn
B
jouw
Slide 21 - Quiz
Waar woon jij? Wat is .... adres?
A
mijn
B
jouw
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
2TL periode 1 les 16
July 2025
-
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2TL periode 1 les 14
July 2025
-
10 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Toets woordsoorten 1v
March 2020
-
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2TL periode 1 les 15
July 2025
-
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Bezittelijk voornaamwoord Frans
September 2024
-
9 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Onze kinderen - Renée van Marissing
February 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Libris Literatuur Prijs
Woord voor woord - Les 3
November 2025
-
18 slides
NT2
ANT2+
+1
Praktijkonderwijs
Middelbare school
vmbo lwoo
TaalNT2
KleuterSinfonietta: Haren en Snaren
May 2025
-
17 slides
Muziek
Speciaal Onderwijs
Het Koninklijk Concertgebouw