Het examen schrijven 2F

Nederlands examen schrijven 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands examen schrijven 

Slide 1 - Slide

Examenduur: 60 minuten
* Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
* Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie
* Samenhang, verbindingswoorden
* Doel 
* Afstemming op publiek, 
* Woordgebruik
* Leesbaarheid

Slide 2 - Slide

Welke schrijfopdrachten zou je kunnen krijgen?
Het examen Schrijven bestaat uit een of meer van de volgende schrijftaken:

  • een brief of een e-mail schrijven (= correspondentie verzorgen)
  • een artikel of een verslag schrijven
  • een korte tekst schrijven met een praktisch doel, zoals een advertentie of een flyer


Slide 3 - Slide


Typ voorbeelden in van korte teksten.

Slide 4 - Open question


Typ voorbeelden in van lange teksten.

Slide 5 - Open question

Zakelijke brief

Slide 6 - Mind map

Persoonlijke brief

- je schrijft naar een bekende

- datering

- aanhef persoonlijker

- doel mag onduidelijk zijn

- indelen in alinea's

- informeel taalgebruik

- naam eronder

Zakelijke brief

- Geachte heer, mevrouw,

of: Geachte meneer De Vries

-Richt je op doel en publiek

- afsluiting 

- inleiding, kern, slot

- formeel taalgebruik

- handtekening en naam

Slide 7 - Slide

Welke aanhef is juist?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Beste meneer Jansen,
C
Geachte mevrouw Patricia de Vries,
D
Geachte mevrouw De Vries,

Slide 8 - Quiz

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief
A
Amsterdam 2 november 2016
B
Amsterdam, 2 November 2016
C
Amsterdam, 2 november 2016
D
Amsterdam, 2-11-2016

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Een verslag
  • Titel / inleiding / kern / slot
  • informeren
  • logische/chronologische volgorde
  • interessant of leuk om te lezen (niet alle feiten hoeven erin te staan)

Slide 13 - Slide

Inhoud verslag
In het verslag: 
1. Stel je jezelf voor 
2. Noem je waar het verslag over gaat
3. Beschrijf je een positieve ervaring van deze periode
4. Beschrijf je een negatieve ervaring met de lessen
5. Als conclusie omschrijf je, hoe jij graag zou willen dat er  les gegeven werd.

Slide 14 - Slide

nog even over spelling....
Kijk het volgende filmpje over een paar veel voorkomende spelfouten. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Opdracht: e-mail
Je hebt al een week geen warm water en geen verwarming. Je hebt een afspraak met de woningbouw op dinsdag om 15.00 uur. Je moet plotseling tot 16.00 uur werken en je wilt de afspraak graag naar woensdag verplaatsen. Schrijf een e-mail aan de woningbouw:

- Noteer het onderwerp
- Begin de e-mail op de goede manier;
- Schrijf wanneer je afspraak hebt;
- Schrijf dat je plotseling moet werken;
- Vraag of de afspraak ook woensdag kan;
- Zeg dat je de hele woensdag thuis bent;
- Sluit de e-mail netjes af.

Schrijf de e-mail aan a.koops@rocmondriaan.nl
Daarna 2.5 Zakelijke e-mail Nu Nederlands


Slide 17 - Slide

Inloggen
Toa.toets.nl

Gebruikersnaam: magisternummer
Wachtwoord: R09061990 (eigen geboortedatum)
Instellingscode: RMON

Slide 18 - Slide