3.1 Water in beweging

H3 Water
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H3 Water

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag? 
  • Starten nieuw hoofdstuk
  • Uitleg paragraaf 3.1 + aantekeningen
  • Opdrachten maken 

Slide 2 - Slide

Water onderwerpen

Slide 3 - Mind map

§4.4 Soms te veel water
3.1 Water in beweging

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de korte- en de lange waterkringloop werkt en in welke vormen water is opgeslagen
  • Je begrijpt waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens
  • Je kunt (te) droge en (te) natte gebieden onderscheiden op een kaart. 

Slide 5 - Slide

Hoeveel % van het water op de wereld is zoet?
A
2,5%
B
5%
C
7,9%
D
10,4%

Slide 6 - Quiz

Zoet water op de wereld

Slide 7 - Slide

Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk voor de mens?
A
1%
B
7%
C
9%
D
11%

Slide 8 - Quiz

Zoet water verdeelt over de wereld.

Slide 9 - Slide

Toegankelijk zoet water.

Slide 10 - Slide


Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land

Slide 11 - Quiz

Waterkringloop
Het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag (korte), rivieren en grondwater (lange), weer in terugstroomt naar zee.

Slide 12 - Slide

Korte waterkringloop

Komt het verdampte zeewater weer direct als neerslag in diezelfde zee terecht.
Lange waterkringloop

Komt regen of sneeuw op het vasteland terecht en duurt het langer voordat het in de zee komt.

Soms wel miljoenen jaren als regen een ijskap wordt.

Slide 13 - Slide

§4.4 Soms te veel water
3.1 Water in beweging

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

In de waterkringloop is water:

1. vast (sneeuw en ijs)

2. vloeistof (regen)

3. gas (waterdamp)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Oppervlaktewater

Water wat je kunt zien zoals meren, rivieren en zeeën.


Grondwater

Water dat niet meer zichtbaar is omdat het in de bodem en gesteente getrokken is.


Slide 19 - Slide

Soms te veel water
Vaak ook te weinig

Slide 20 - Slide

Teveel zoet water (verspilling)
1. Veel neerslag valt in de winter als het te koud is om aan akkerbouw te doen (einde groeiseizoen).

 2. Veel neerslag valt in dun bevolkte gebieden. 
 
 3. Veel neerslag valt slechts in een korte periode. 

Slide 21 - Slide

Opdracht Klimaatjagers in India
Opdrachten maken van het opdrachtenblad

Klaar opdrachten van de lesstof verder maken van paragraaf 3.1

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Zelfstandig werken
Maken H3 par. 3.1 online maken of werkboek blz. 68 vraag 1,3,4,5,6c

Ben je klaar? mag je gewoon verder werken met par. 3.2..

Slide 24 - Slide