Profieldeel 3: beginsituatie

L&L theorie

Profieldeel 3:
Beginsituatie

Welke redenen om te sporten heb je gehoord?

Redenen om te sporten zijn:

- Ontspanning

- Plezier

- Sociale bezigheid, met een ander in contact komen

- Presteren, sportprestaties verbeteren

- Gezondheid

De (groep) sporters of gasten die je begeleidt of ontvangt, is bepalend voor wat je met ze gaat

doen en hoe je hen begeleidt.
Waarom? 

We noemen zo'n groep sporters of gasten ook wel .......?

Pak je boek erbij en maak opdracht 1 van hoofdstuk 1:

'sporters of gasten begeleiden'

Iedere situatie is anders.
Het is belangrijk altijd uit te gaan van de situatie zoals je die op dat moment aantreft.
Daar houd je met je begeleiding rekening mee.

We noemen dit ‘situationeel begeleiden'.

Je past je begeleiding aan de situatie aan. Als de situatie verandert, verandert de begeleiding mee. 

Bij situationeel begeleiden zijn vier onderdelen belangrijk om als medewerker sport en recreatie rekening mee te houden:  
 

1. de begeleider (jijzelf)

2. de sporter of gast

3. de groep

4. de omstandigheden.

begeleider

Iedere begeleider is anders en begeleidt een groep op een andere manier. Wat kunnen verschillen zijn? 

de sporter of gast

Geen twee sporters of gasten zijn hetzelfde.

- Je hebt te maken met verschil in leeftijd, sport- en recreatie-ervaring, doelstelling en ideeën van je sporters of gasten. 

De ene sporter is heel sportief en wil fitter worden en de andere is wat ouder en wil gewoon gezellig bezig zijn en een leuk spel spelen. Elke sporter of gast vraagt een andere manier van begeleiden en krijgt deze ook van jou.

Elke groep heeft weer een andere samenstelling. Wat kunnen verschillen zijn?

Er zijn ook omstandigheden die ervoor zorgen dat de situatie verandert. Verzin 1 situatie.

Tijd voor huiswerk!