H6.5 Energie

H6.5 Energie
1 / 56
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 56 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H6.5 Energie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

H6 Warmte
6.1 Starten + 6.2 Warmte in huis 
6.3 Isoleren + 6.4 Verbranden en het milieu
Vandaag:
Herhalen, en leren toets


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Warmteverlies tegengaan

Slide 5 - Slide

broeikaseffect

fossiele brandstof  verbranden=>
  • koolstofdioxide + waterdamp.
    (maar ook energie)

Gevolgen!!!
Zure regen en Smog

Wat veroorzaakt zure regen en smog?

  • Koolstof (roet), Stikstofoxiden (NOx) en zwaveloxiden (NH3)
  • Irritatie ogen en luchtwegen

Slide 6 - Slide

Biobrandstoffen

Brandstoffen die worden geproduceerd uit organisch materiaal, zoals plantenresten en dierlijke vetten.
Koolstofmono-oxide
  • Koolstofmonoxide (CO) is een zeer gevaarlijk, reukloos en kleurloos gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van koolstofhoudende brandstoffen zoals aardgas, hout, olie en kolen. Het is gevaarlijk omdat het zich bindt aan hemoglobine in het bloed, waardoor zuurstoftransport naar de organen wordt geblokkeerd.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen vandaag
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:

  • beschrijven wat energie is
  • benoemen welke energiesoorten er zijn
  • beschrijven wat een energieomzetting is
  • rekenen met rendement
  • rekenen met de verbrandingswarmte

Slide 8 - Slide

Wat is energie?
Wat weten we:

  • Vorig kwartaal: E= P * t
  • E= energie (Joule) P=vermogen (Watt) t=tijd (seconden)
    1000000 J = 1000 kJ= 1MJ (omrekenen, staat in binas)
  • Waar denken jullie aan bij energie?
  • Gaat energie verloren?

Slide 9 - Slide

Wet van behoud van energie
Energie gaat nooit verloren, kan alleen worden omgezet in een ander vorm!

Slide 10 - Slide

Energievormen
  • Elektrische energie: energie uit het stopcontact waarmee je je telefoon oplaadt;
  • Bewegingsenergie: energie die een voorwerp heeft als het in beweging is;
  • Chemische energie: energie uit stoffen, bijvoorbeeld suiker in een energiedrankje of benzine als brandstof;

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Energie kun je omzetten in een andere vorm
  • licht 
  • geluid
  • warmte 
  • elektriciteit 
  • beweging
  • chemische energie
 
Energie bestaat in
verschillende vormen
 
Bij energie omzettingen gaat nooit energie verloren, dit is :
WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE

Slide 13 - Slide

Elektrische energie gaat nooit verloren

Waar!

Slide 14 - Slide

Rendement

Slide 15 - Slide

Elektrische warmtebronnen
G: Eop= 20.000 J,     Eaf = 13.000 J
Etot=Eop              Enut=Eaf               
G: rendement =  ? %

F:                                        (Zo staat het in Binas)

U:

A: Het rendement van de waterkoker is 65 %.
η=EopEaf  100
η=2000013000  100 = 65

Slide 16 - Slide

Elektrische warmtebronnen
G: Etot= 20.000 J,     Enut = 13.000 J
G: rendement =  ? %

F: 

U:

A: Het rendement van de waterkoker is 65 %.
η=2000013000  100 = 65

Slide 17 - Slide

Hoofdwetten van de warmteleer
Eerste hoofdwet: Energie gaat nooit verloren.

De som van de energieën voor de omzetting is gelijk aan de som van de energieën na de omzetting

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Lees uit het leerboek H6.5 pagina 149-153 
(begrijpen + beheersen)
GT Werkboek H6.5 opg. 2 t/m 13 (begrijpen: p. 156)
+ opg 14 t/m 22 (beheersen: p. 158)
Kade: Werkboek H6.5 opg. 2 t/m 15 (begrijpen: p. 165)
+ opg 16 t/m 22 (beheersen: p. 168)
(Rekenopgaven rendement belangrijk!!!)

Slide 19 - Slide

Eind vraag: 
Tijdens het verbranden van een pinda komt er 3000 J aan energie vrij. Met deze energie verwarmen we een bekerglas met water. 1850 J wordt opgenomen door het water en de rest gaat verloren. 
Wat is het rendement? 


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

H6 Warmte
6.1 Starten + 6.2 Warmte in huis 
6.3 Isoleren + 6.4 Verbranden en het milieu
Vandaag:
6.5 Energie 
Herhaling gisteren + verbrandingswarmte

Woensdag 15 mei PTA H6 

Slide 23 - Slide

Leerdoelen vandaag
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:

  • beschrijven wat energie is
  • benoemen welke energiesoorten er zijn
  • beschrijven wat een energieomzetting is
  • rekenen met rendement
  • rekenen met de verbrandingswarmte

Slide 24 - Slide

Energie kun je omzetten in een andere vorm
  • licht 
  • geluid
  • warmte 
  • elektriciteit 
  • beweging
  • chemische energie
 
Energie bestaat in
verschillende vormen
 
Bij energie omzettingen gaat nooit energie verloren, dit is :
WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE

Slide 25 - Slide

Elektrische energie gaat nooit verloren

Waar!

Slide 26 - Slide

Rendement

Slide 27 - Slide

Elektrische warmtebronnen
Elektrische energie
omzetten
in warmte

Slide 28 - Slide

Elektrische warmtebronnen
G: Eop= 20.000 J,     Eaf = 13.000 J
G: rendement =  ? %

F:                                        (Zo staat het in Binas)

U:

A: Het rendement van de waterkoker is 65 %.
η=EopEaf  100
η=2000013000  100 = 65

Slide 29 - Slide

GT Opg. 14 p. 158
K Opg. 15 p. 168
Een cv-ketel verbruikt 38 kJ en levert daarmee 37,5 kJ nuttige energie.


Wat is het rendement van de cv-ketel? 

Gegevens:
  • Etot = 38 kJ
  • Enut = 37,5 kJ
Gevraagd:
  • rendement = ? %
Formule:
  • η = (Enut : Etot) x 100%
Uitwerking:
  • η = (37,5 : 38) × 100% = 98,7 %
Antwoord:
  • η = 98,7 %

Slide 30 - Slide

H6 Warmte
6.1 Starten + 6.2 Warmte in huis 
6.3 Isoleren + 6.4 Verbranden en het milieu
Vandaag:
6.5 Energie 
Rekenen met verbrandingswarme + Samenvatting en uitleg toets. Nakijken van eigen opgaven. 
Vrijdag 16 mei PTA H6 

Slide 31 - Slide

Brandstoffen verbranden => Energie komt vrij

Slide 32 - Slide

Verbrandingswarmte
Brandstoffen kunnen warmte leveren, maar niet elke brandstof kan dat even goed!

De mate waarin brandstoffen warmte kunnen leveren noemen we de: verbrandingswarmte.

Hoe hoger het getal => meer energie vrij komt per g of cm3

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Voorbeeld
Stel je wil 10 minuten douchen, je hebt thuis een waterbesparende douchekop dus voor 10 minuten lang douchen met warm water heb je 6 MJ aan warmte nodig. 

Je hebt thuis een CV-ketel met aardgas.

Hoeveel m3 aardgas heb je nodig om te kunnen douchen?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Gebruik een verhoudingstabel
Gegevens: verbrandingswarmte aardgas is 32 J/cm3, 6 MJ aan warmte nodig om 10 minuten warm te douchen
= ? m3 aardgas
warmte (J)
32
volume (cm3)
1

Slide 37 - Slide

Gebruik een verhoudingstabel
Gegevens: verbrandingswarmte aardgas is 32 J/cm3, 6 MJ aan warmte nodig om 10 minuten warm te douchen
= ? m3 aardgas
warmte (J)
32
6 000 000
volume (cm3)
1

Slide 38 - Slide

Gebruik een verhoudingstabel
Gegevens: verbrandingswarmte aardgas is 32 J/cm3, 6 MJ aan warmte nodig om 10 minuten warm te douchen.
= ? m3 aardgas
warmte (J)
32
1
6 000 000
volume (cm3)
1

Slide 39 - Slide

Gebruik een verhoudingstabel
Gegevens: verbrandingswarmte aardgas is 32 J/cm3, 6 MJ aan warmte nodig om 10 minuten warm te douchen
= ? m3 aardgas



Antwoord: je hebt 0,19 m3 aardgas nodig om 10 minuten warm te kunnen douchen met een waterbesparende douchekop
warmte (J)
32
1
6 000 000
volume (cm3)
1
0,03125
187 500

Slide 40 - Slide

Helder voor iedereen?
Stappenplan:
  1. Zoek de verbrandingswarmte op in de binas (tabel 19)
  2. Maak een verhoudingstabel en zet daar de verbrandingswarmte in
  3. Zet aan het einde van de verhoudingstabel in wat je wilt weten
  4. Ga daarna kijken wat je tussenstappen zijn (delen/vermenigvuldigen)
  5. Let op de eenheden!!!
    Nu 15 minuten bezig met opgaven, boek deze gaan we zo bespreken. 
    Opgaven: 14, 15, 16, 18 en 19 nu maken!!!
timer
15:00

Slide 41 - Slide

GT Opg. 14 p. 158
K Opg. 15 p. 168
Een cv-ketel verbruikt 38 kJ en levert daarmee 37,5 kJ nuttige energie.


Wat is het rendement van de cv-ketel? 

Gegevens:
  • Etot = 38 kJ
  • Enut = 37,5 kJ
Gevraagd:
  • rendement = ? %
Formule:
  • η = (Enut : Etot) x 100%
Uitwerking:
  • η = (37,5 : 38) × 100% = 98,7 %
Antwoord:
  • η = 98,7 %

Slide 42 - Slide

GT Opg. 15 p. 158
K Opg. 16 p. 168

Reken het rendement uit van een cv-ketel die 41 kJ energie levert en 3 kJ verliest.

Gegevens:
  • Etot = 41 kJ
  • Enut = 41 - 3 = 38 kJ
Gevraagd:
  • rendement = ? %
Formule:
  • η = (Enut : Etot) x 100%
Uitwerking:
  • η = (38 : 41) × 100% = 92,7 %
Antwoord:
  • η = 92,7 %

Slide 43 - Slide

GT Opg. 16 p. 158
K Opg. 17 p. 168

Bereken hoeveel keer beter het rendement van een elektrische motor is vergeleken met een benzinemotor van een bromfiets. Haal je gegevens uit BINAS.

Gegevens:
  • Benzinemotor brommer η = 25%
  • Elektromotor η = 90%
Gevraagd:
  • rendement = ? %
Formule/uitwerking:
  • beter rendement = 90:25 = 3,6
Antwoord:
  • Het rendement is 3,6x beter bij een elektromotor dan bij een benzinemoter.

Slide 44 - Slide

GT Opg. 18 p. 159
K Opg. 19 p. 169


1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.

Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
m3

Slide 45 - Slide

GT Opg. 18 p. 159
K Opg. 19 p. 169


1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
m3

Slide 46 - Slide

GT Opg. 18 p. 159
K Opg. 19 p. 169


1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
33
?
m3
1
3,2

Slide 47 - Slide

GT Opg. 18 p. 159
K Opg. 19 p. 169

1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
33
?
m3
1
3,2

Slide 48 - Slide

GT Opg. 18 p. 159
K Opg. 19 p. 169

1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • Het verschil is 105,6 MJ aan energie
MJ
33
105,6
m3
1
3,2

Slide 49 - Slide

GT Opg. 19 p. 159
K Opg. 20 p. 169
Een spiritusbrander 
heeft een rendement 
van 65 %.


Bereken hoeveel MJ nuttige warmte deze brander produceert uit 1 m3 spiritus. 
Gebruik BINAS tabel 19. 

Gegevens:
  • Etot = Verbrandingswarmte 
  •        = 18 000 J/cm3 = 18 000 MJ/m3)
  • η = 65 %
Gevraagd:
  • Enut = ? %
Formule:
  • 65% van Etot
Uitwerking/antwoord:
  • 65% van  18 000 MJ/m3
  • 1% = 180 MJ/m3
  • 65% = 180 x 65 = 11 700 MJ/m3
  • 1 m3 spiritus geeft dus 11 700 MJ aan nuttige warmte/energie

Slide 50 - Slide

GT Opg. 20 p. 160
K Opg. 21 p. 169


Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
kJ
%

Slide 51 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
kJ
38
%
100
94

Slide 52 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De ketel levert 36 kJ aan nuttige energie
kJ
38
%
100
1
94

Slide 53 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De ketel levert 36 kJ aan nuttige energie
kJ
38
0,38
35,72
%
100
1
94

Slide 54 - Slide

Kijk goed naar de rekenopgaven
Gebruik de formule van rendement
of gebruik de verhoudingstabel !!!
let dan goed op wat je waar neerzet!

Slide 55 - Slide

Aan de slag
Lees uit het leerboek H6.5 pagina 149-153 
(begrijpen + beheersen)
Maak uit werkboek H6.5 opg. 2 t/m 15 (begrijpen: p. 165)
+ opg 16 t/m 23 (beheersen: p. 167)

Goed oefenen met rekenen!!!
Klaar oefenen met learnbeat

Slide 56 - Slide