Thema 5 Basisstof 3 en 4

vandaag: 
  • Uitleg Basisstof 3 (15min)
  • (Kennis: 1 t/m 4) Inzicht: 5 t/m 7 (15 min)
  • Uitleg Basisstof 4 (15 min)
  • (Kennis: 1 t/m 4) Inzicht: 5 t/m 7 (15 min)


1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

vandaag: 
  • Uitleg Basisstof 3 (15min)
  • (Kennis: 1 t/m 4) Inzicht: 5 t/m 7 (15 min)
  • Uitleg Basisstof 4 (15 min)
  • (Kennis: 1 t/m 4) Inzicht: 5 t/m 7 (15 min)


Slide 1 - Slide

Leerdoelen bs. 3 Beenverbindingen 


  • Je kunt de vier beenverbindingen beschrijven
  •  Je kunt delen van een gewricht noemen met hun functies.
  • Je kunt de bouw en werking van drie typen gewrichten onderscheiden.

Slide 2 - Slide

Botverbindingen
  • Vergroeid
  • Naden
  • Kraakbeen
  • Gewricht

Slide 3 - Slide

verbindingen zonde beweging
vergroeid 

Slide 4 - Slide

verbindingen zonde beweging
Naadverbindingen   

Slide 5 - Slide

verbindingen met een beetje beweging
Botten verbonden door kraakbeen

Kraakbeen is buigzaam, hierdoor kan het een beetje bewegen 


Slide 6 - Slide

verbindingen met veel beweging
In gewricht verbindingen zitten veel bewegingsmogelijkheden 

Slide 7 - Slide

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 8 - Drag question

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk?
A
Naadverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Gewricht
D
Vergroeiing

Slide 9 - Quiz

Bouw gewricht

Slide 10 - Slide

Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 11 - Drag question

Typen gewrichten
  • Kogelgewricht: gewrichtskogel draait in gewrichtskom, beweging in verschillende richtingen
  • Scharniergewricht: botten bewegen als scharnier ten opzichte van elkaar, alleen beweging heen en terug
  • Rolgewricht: botten draaien in lengteas om elkaar

Slide 12 - Slide

Een voorbeeld van een kogelgewricht zijn de gewrichten in mijn vingers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Sommige gewrichten hebben ___________ voor extra stevigheid.
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsbanden
D
kraakbeenlaagje

Slide 14 - Quiz

welke gewrichten heb je?
A
kogelgewricht, natuurgewricht, rolgewricht
B
kogelgewricht, scharniergewricht, rolgewricht
C
scharniergewricht, rolgewricht, schuifgewricht
D
A-gewricht, B-gewricht, C-gewricht

Slide 15 - Quiz

Maken:
Basisstof 3
Starten met: opdracht 1 t/m 6 en dan kiezen 7 of 8
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Leerdoelen bs 4 Spieren
  • Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.



Slide 17 - Slide

Spierstelsel
  • Alle skeletspieren in je lichaam 

Slide 18 - Slide

Pezen
  • Je spieren zitten vast aan je botten met pezen.
  • De plek waar een pees aan het bot zit heet de  aanhechtingsplaats
  • pezen zijn stevig

Slide 19 - Slide

Bouw spier 
  • Spierschede: bindweefsel om spier heen
  • Spier bestaat uit spierbundels, die uit spiervezels bestaan
  • Als de spier samentrekt schuifen de 

Slide 20 - Slide

Antagonisten
  • Als spiervezels samentrekken wordt spier korter en dikker
  • Biceps en triceps bewegen onderarm. Biceps buigt de arm, triceps strekt de arm
  • Antagonist: twee spieren werken samen om een bot te bewegen, maar hebben een tegengesteld effect

Slide 21 - Slide

Je spant je biceps aan en houd je hand er om heen (zie docent) wat voel je?

Slide 22 - Open question

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 23 - Quiz

Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 24 - Quiz

Wat gebeurt er met de antagonist van een spier die samentrekt?
A
ontspant
B
spant aan

Slide 25 - Quiz

Maken: 
Basisstof 4: 
Starten met maken van: opdracht 1 t/m 8 en dan kiezen 9 of 10
timer
15:00

Slide 26 - Slide