1.4 steden en staten

1.4 Steden en staten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.4 Steden en staten

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Nijl van groot belang is voor de Oude Egyptenaren

Slide 4 - Slide

Irrigatielandbouw
  • Om de akkers vochtig te houden, deed men aan irrigatielandbouw

Slide 5 - Slide

Handelaren verhandelden de landbouwoverschotten
Er waren ook andere specialisten:mensen met andere beroepen dan boer 

Slide 6 - Slide



De Griekse schrijver Herodotus kwam tijdens één van zijn
vele reizen in Egypte. Hij beschreef het land en zijn bewoners uitgebreid in zijn boeken.
Daarin sprak hij over Egypte als: het geschenk van de Nijl.

Maar wat zou hij daarmee bedoeld hebben?

Slide 7 - Open question

Irrigatielandbouw en de Nijl
  • Ontdekking van de landbouw grote gevolgen voor de samenleving.

  • Meest bekende voorbeeld: Egypte

  • Rond 5000 v.Chr eerste vestigingen in de buurt van de Nijl.

  • Waarom langs de Nijl?

Slide 8 - Slide

  • Rivier de Nijl overstroomde elke zomer > vruchtbare modder (slib) bleef op de akkers liggen. 

  • Egyptenaren legde een irrigatiesysteem aan om de akkers te voorzien van water. Waarom nodig? 

  • Door irrigatiesysteem enorme oogsten > niet iedereen hoefde meer op het land te werken en konden ander werk gaan doen > Ambachtslieden. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Van de zwarte periode...
...naar de groene periode

Slide 11 - Slide

En van de groene periode...
...naar de gele periode.

Slide 12 - Slide

Zwarte periode
  • september-december

  • Tijd van de overstroming van de Nijl

  • Op het land kan niet worden gewerkt

  • Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels (belasting betalen)

Slide 13 - Slide

Groene periode
  • januari-april

  • Tijd van het zaaien en bewerken van het land

  • Hierbij wordt gebruik gemaakt van irrigatie

  • Irrigatie betekent dat het water met hulpmiddelen wordt gebruikt om het land te bevloeien

Slide 14 - Slide

Gele periode
  • mei-augustus

  • Tijd van het oogsten (graan)

  • De opbrengst van de oogst wordt bijhgehouden en opgeschreven.

  • Voorraden worden aangelegd

Slide 15 - Slide

Handel en steden
Gevolgen van de irrigatielandbouw
  • Groeiende bevolking door meer voedsel

  • Niet iedereen hoefde meer als boer te werken > nieuwe beroepen > houtbewerker, pottenbakker, wever.

  • Overschotten konden verkocht worden > ontstaan handel

  • Nieuwe uitvindingen zoals de ploeg en de pottenbakkersschijf.

  • Ontstaan van steden: elite van bestuurders, priesters en handelaren gaan daar wonen. Ook de eerste handwerkslieden.  

Slide 16 - Slide

Schrijven en rekenen
  • Alles in het land eigendom van de Farao > land, oogsten, vee en voorraden. 

  • Ambtenaren in dienst van de Farao om alles bij te houden > voorraden. 

  • Hieruit het schrift ontstaan > hiërogliefen > beeldschrift met tekeningen uit het dagelijks leven zoals mensen, planten, dieren en voorwerpen. 

  • Hiermee dus een einde aan de prehistorie. 

Slide 17 - Slide

Sociale lagen

Slide 18 - Slide