U4 LSJ 1MH grammaireII. 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bienvenue 

Objectif :

• Ik kan een eenvoudige beschrijving maken met bijvoeglijke naamwoorden.

Tu as besoin de : livre, stylo, ordinateur

Programme :

• Learningapps 
• Exercices dans le livre 
• On décrit des objets! 
• Devoirs

Learningapps (lien sur LessonUp)

Clique sur le lien 

Différents niveaux

📚 16C p. 26 et 16D p. 27

📚 16E p. 27 (2 phrases)

Exemple

1. Oui, je suis grand(e) : 1 m … / Non, je suis petit(e) : 1 m …
2. Oui, j'ai un / des frère(s). Il est / ils sont petit(s) / grand(s). / Non, je n'ai pas de frère.
3. Oui, j' ai une sœur/ deux sœurs. Elle(s) est / sont sympa(s). / Non, je n'ai pas de sœur.
4. Mon appartement est grand / petit. C'est joli / Il est joli. / Ma maison est grande / petite. C'est joli / Elle est jolie.

1. Je décris quelque chose (iets) dans la classe. C'est quoi ??

2. Kies iets in de klas en bereid 2 zinnen om het de beschrijven. Laat het niet zien/weten!

C'est ...

Il/elle est... 

L'objet est ... (objet is mannelijk)

3. We proberen je voorwerp te raden 😃

Ik heb de opdrachten goed gevoerd (80%).

Ik kan de basisregels van het bijvoeglijk naamwoord uitleggen (vorm).

Ik kan het bijvoeglijk naamwoord aanpassen afhankelijk van het zelfstandig naamwoord (mannelijk, vrouwelijk, meervoud)

Devoirs

• Herhaal apprendre 1 t/m 6
• En ligne, maak « oefen je uitspraak : pilot » (unité 4 > 4.6 parler > oefen je uitspraak…) (ALS HET NIET WERKT, LUISTER NAAR DE ZINNEN EN ZEG NA)

🎯

📔