CORA Examentraining Leesteksten ALGEMEEN

Welcome

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welcome

Slide 1 - Slide

Examentraining Engels
by: Yvonne Elzinga

Slide 2 - Slide

Inleiding

  • tips examenstress
  • tijdplanning
  • indeling examen
  • benodigdheden
  • aanpak teksten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Hoeveel tijd heb je voor het eindexamen Engels?
A
anderhalf uur
B
twee uur
C
twee en een half uur
D
drie uur

Slide 5 - Quiz

Indeling Examen

Slide 6 - Slide

Welk(e) hulpmiddel(en) mag je gebruiken tijdens het examen?

Slide 7 - Open question

Aanpak teksten
  • meerkeuzevragen
  • open vragen
  • gatenteksten


  • juist/onjuist vragen
  • zoekvragen
  • woordenboekgebruik
  • linking words
  • adviezen

Slide 8 - Slide

Meerkeuzevragen

  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).
  8. Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc.
  9. Wat is je eigen antwoord?
  10. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt.
  11. Onderstreep het gedeelte dat overeenkomt met jouw gekozen antwoord.
  12. Controleer of het onderstreepte tekstgedeelte overeenkomt met je antwoord.
  13. Als je het antwoord niet weet. Streep foute antwoorden weg.



Slide 9 - Slide

 Open vragen

  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).
  8. Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc.

  9. Onderstreep het gedeelte waarin het antwoord staat..

  10. Formuleer duidelijk
  11. Beantwoord de vraag altijd in het Nederlands, tenzij gevraagd wordt Citeer.





Slide 10 - Slide

Gatenteksten

  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).

  8. Bekijk het stukje voor en na de  gaten goed. (Is het bijvoorbeeld een opsomming, tegenstelling, gevolg?)


  9. Wat is je eigen antwoord?
  10. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt. 
  11. Zoek de woorden in de antwoordmogelijkheden op, indien nodig.
  12. Lees het stuk opnieuw. Klopt je antwoord in de tekst.




Slide 11 - Slide


  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).
  8. Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc.
  9. Wat is je eigen antwoord?
  10. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt.
  11. Onderstreep het gedeelte dat overeenkomt met jouw gekozen antwoord.
  12. Controleer of het onderstreepte tekstgedeelte overeenkomt met alle elementen in het antwoord.




Slide 12 - Slide

Zoekvragen

  1.  Lees de zoekopdracht/vraag goed door
  2.  kijk naar de verschillende rubrieken: staan ze alfabetisch, op onderwerp
  3.  Lees de 'kopjes' en beslis dan of het noodzakelijk is dat stuk te lezen.
  4. Beantwoord de vraag
  5. Controleer of je juist geformuleerd hebt en de vraag echt beantwoord hebt.




Slide 13 - Slide

Woordenboek

  1. Bekijk eerst of je de betekenis in de context weet.

  2. Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  3. Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  4. Er staan vaak meerdere betekenissen. Zoek de meest passende.
  5. Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 14 - Slide

2 Er zit weinig samenhang in het volgende stukje. Probeer er meer samenhang in the krijgen door signaalwoorden te gebruiken.
1 Bestudeer de signaalwoorden

Controleer je antwoorden

Slide 15 - Slide

Adviezen

  1. Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws.
  2. Lees Engelse boeken, artikelen.
  3. Brede woordenschat maakt teksten lezen gemakkelijker. Bestudeer woordenlijsten.
  4. Oefen met examenteksten - examenbundel of examenblad.nl




Slide 16 - Slide

Which emoij(s) best represent(s) how you feel after today's lesson?
Explain your choice(s).

Slide 17 - Slide

Woordquiz

Slide 18 - Slide

.

Slide 19 - Slide